Dag van Europa

Francois Mitterrand in het Europees Parlement

-Door Frans Timmermans

In januari 1995, een jaar voor zijn dood, hield de Franse president Mitterrand een historische toespraak in het Europese Parlement die hij afsloot met: “le nationalisme c’est la guerre!”. Hij zei dit aan het slot van een toespraak waarin hij reflecteerde op zijn persoonlijke ervaringen, geboren in WO1, door de Duitsers gevangengezet in WO2, opgevoed met wantrouwen en zelfs haat voor de Duitsers. En toch waren het mensen van zijn generatie, die geleden hadden in de oorlog en die soms grote persoonlijke offers hadden moeten brengen, die nog tijdens de oorlog hun droom van verzoening tussen Europese erfvijanden in concrete plannen probeerden te gieten. Dit gebeurde niet alleen in Frankrijk, maar ook in Italië, op het eiland Ventotene en in Nederland, in Sint Michielsgestel, waar gijzelaars door de Duitsers waren vastgezet.

Verzoening was het wezenskenmerk van de Europese integratie voor iedereen die de gruwelijke oorlogen had meegemaakt. Verzoening met diegenen waarmee je al zo vaak een oorlog had gevoerd met een ritme van bloedbaden om de dertig jaar. Voor het slagen van die verzoening was een hele belangrijke afspraak wezenlijk: iedereen accepteert dat recht boven macht gaat, iedereen houdt zich aan de regels van de rechtsstaat, de democratie en het respect voor de mensenrechten. Ook de grootste en machtigste landen. Sindsdien is vaak de indruk gewekt dat de EU een economisch project is van markt en munt, maar markt en munt staan in dienst van de verzoening, zoals bedoeld door Mitterrand en kunnen helpen het weer afglijden naar onderlinge haat en nijd te voorkomen.

Mitterrand zei in zijn toespraak ook dat de terugkeer van oorlog nooit ondenkbaar is en dat de verantwoordelijkheid om dit te voorkomen op de schouders rust van de generaties die na hem komen. Hij zei dit terwijl hij wist dat hij niet lang meer te leven had. Hij noemde nationalisme “oorlog”, omdat nationalisme vijanden nodig heeft en verzoening afwijst en altijd gepaard gaat met het koesteren van angsten en deze omvormen tot haat jegens ‘de vreemdeling’.

Dicht bij onze grenzen woedt al ruim twee jaar een bloedige oorlog die trekken heeft van WO1, inclusief loopgraven en jonge mensen die de gehaktmolen in worden gedreven. In de straten van Duitse steden wordt weer jacht gemaakt op linkse politici, net als tijdens de Weimarrepubliek. Europarlementariër Ecke raakte daarbij zwaar gewond, politici van de Groenen en de SPD zijn belaagd en geslagen. Ook extreemrechtse politici maken melding van vernielingen. In Italië staat de vrije pers onder druk, journalisten gaan in staking omdat hun werk door de regering steeds moeilijker wordt gemaakt. in Hongarije is nauwelijks meer sprake van persvrijheid. Radicaal rechts pleitte in een reeks landen lang voor het uittreden uit de EU, nu wil men de EU van binnenuit verzwakken, hetgeen tot het zelfde resultaat leidt: een EU die niet langer in staat is te voorkomen dat landen en volkeren weer tegen elkaar worden opgezet. Onze eensgezindheid is uiteindelijk het enige instrument dat we hebben om ons Poetin van het lijf te houden, de ondermijning van die eensgezindheid door de nationalisten van radicaal rechts is een directe bedreiging van onze vrede, veiligheid en welvaart. Ook al proberen ze het nu te verdoezelen: bijna allemaal hebben ze grote bewondering voor Poetin en zijn virulente nationalisme, ook de PVV en FvD in Nederland. Rusland is inmiddels een totalitaire staat die een directe bedreiging voor onze vrede en veiligheid vormt, wie dat niet wil inzien of daarbij wegkijkt, laat zijn eigen land en zijn eigen mensen in de steek. Het is een raadsel waarom centrumrechtse partijen, die tachtig jaar lang samen met centrumlinkse partijen de Europese integratie hebben geschraagd, nu het steven wenden naar radicaal rechts, dat openlijk verklaard de Europese integratie te willen ondermijnen. Ze zetten er niet alleen hun eigen toekomst mee op het spel, ze brengen ook de Europese verzoening in gevaar die zij altijd hebben gesteund en bevorderd.

Essentieel voor vrede en stabiliteit in Europa is de democratische rechtsstaat, gebaseerd op democratie, het respect voor de scheiding der machten en het respect voor de rechten van burgers, zoals vervat in nationale wetgeving en internationale verdragen. Dat betekent dat je je aan de wet houdt, ook als het moeilijk is. Dus dat je niet valselijk een crisissituatie uitroept om je aan de regels van de rechtsstaat te onttrekken, zoals PVV, VVD, NSC en BBB kennelijk van plan zijn rond asiel en migratie. Neem je hier een loopje met de rechtsstaat, ben je bereid het ook elders te doen en lopen de onvervreemdbare burgerrechten gevaar.

Dat is wat er op het spel staat op 6 juni: laten we ons in de val lokken van het aloude nationalisme, waarmee de valsemunters van radicaal rechts ons proberen te verleiden, of kiezen we voor de voortzetting en modernisering van het unieke en historische Europese verzoeningsproces? Voor groene en sociaaldemocratische partijen is de keuze glashelder: ons Europa moet eensgezinder en sterker de vele uitdagingen aangaan waarvoor we staan. Tachtig jaar geleden kozen gezworen Europese vijanden voor vriendschap en verzoening en schonken ons daarmee vrede en welvaart. Laten wij onze erflaters eren door hetzelfde te doen.