De ‘boete op armoede’ voor wanbetalers van de zorgverzekering is geminimaliseerd. Een wetswijziging hiervoor van GroenLinks-PvdA, samen met de ChristenUnie, is met meerderheid van stemmen aangenomen in de Tweede Kamer.
Mensen die meer dan een half jaar hun zorgverzekeringspremie niet betalen, komen te boek te staan als wanbetaler. Zij betalen nu nog maandelijks een boete van 20 procent bovenop hun zorgverzekeringskosten en verliezen hun recht op hun aanvullende verzekering. Het gaat om een grote groep mensen: ruim 170.000 mensen betalen deze ‘bestuursrechtelijke premie’.
Een dreigende boete moet mensen ervan weerhouden hun verzekering niet te betalen. In de praktijk blijkt die prikkel echter niet te werken en jaagt het mensen alleen maar verder de schulden in, concludeert het onderzoeksbureau Andersson Elffers Felix.
De hoogte van de boete is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet en is een percentage tussen 10 procent en 30 procent van de gemiddelde premie. Bij ministeriële regeling was dit percentage op 20 procent gesteld. Dankzij het voorstel van GroenLinks en ChristenUnie is deze nu teruggebracht naar het minimaal mogelijke binnen de wet, namelijk 10 procent.
Een verbetering en eerste stap in de goede richting, maar uiteindelijk moet de boete helemaal van tafel, vindt GroenLinks-PvdA, samen met wethouders in heel Nederland.
GroenLinks-PvdA-Kamerlid Jesse Klaver: “Dit is een typisch voorbeeld van een wet waarmee de overheid mensen die het al moeilijk hebben, verder in de penarie duwt. Het zorgt voor onnodige stress en stigmatisering van mensen die als kwetsbaar zijn. Daarom blijven wij ons ervoor inzetten dit soort schadelijke wetgeving van tafel te krijgen.”