Euro's in briefgeld en muntjes
8

Hoe gaan we dit betalen?

8.1 Ambitieus en realistisch

De hersteloperatie die we aangaan en ons streven naar een hoopvolle toekomst hebben een prijs. Onze investeringsagenda levert veel op in termen van onze eigen welvaart en bestaanszekerheid nu en in de toekomst. We vragen daarbij een redelijke bijdrage van de allerrijksten en van bedrijven die hoge winsten maken. Dat maakt onze samenleving eerlijker. Alle cijfers laten zien dat zij het gemakkelijk kunnen opbrengen én bovendien ook flink meeprofiteren van investeringen in publieke voorzieningen en het waarborgen van een gezonde samenleving en planeet. De kracht van onze samenleving staat of valt bij de kracht van het collectief. We doen het samen.

8.2 Financiële uitgangspunten

  • Investeren in een sterke samenleving. De uitdagingen van deze tijd vragen om investeringen in een sterke samenleving. Daarom komen we met een ambitieuze investeringsagenda in een duurzame economie, goede publieke voorzieningen en bestaanszekerheid voor iedereen. De rijksbegroting staat ten dienste van die agenda. Brede welvaart is ons kompas, we staren ons niet blind op het begrotingstekort op korte termijn. Bij economisch slechte tijden investeren we anticyclisch in behoud van baan en inkomen. Op Prinsjesdag verantwoorden we niet alleen de overheidsinkomsten en –uitgaven, maar willen we ook laten zien wat we daar als samenleving voor terugkrijgen.
  • Verantwoord begrotingsbeleid. We voeren een trendmatig begrotingsbeleid om de economie te stabiliseren. Financiële meevallers geven we niet zomaar uit; bij tegenvallers hoeven we niet te bezuinigen. Bij het begrotingsbeleid kijken we vooral naar de lange termijn, niet naar het begrotingssaldo op de korte termijn. Voor het oplossen van budgettaire opgaven kiezen we een verantwoord tijdpad.
  • De miljardenrekening van Rutte IV. We kopen geen problemen af met grote sommen geld en schuiven financiële problemen niet vooruit. Bovendien loopt de overheid al jarenlang miljarden mis door mazen in de wetten en door verkeerde keuzes. Denk aan de € 26 miljard die de Belastingdienst is misgelopen door dividendstrippen en de keuze om vervuilers niet stelselmatig te belasten, maar juist met miljarden te subsidiëren. Het volgende kabinet moet de komende jaren daarom verstandiger omgaan met belastinggeld.
  • Stabiliteit in het begrotingsbeleid. De afgelopen decennia heeft Nederland een begrotingsbeleid gevoerd dat schade deed aan de maatschappij: te hard op de rem met bezuinigingen in slechte tijden, te hard op het gas met uitgaven in goede tijden. Wij willen meer stabiliteit en Nederland kent een goede uitgangspositie waardoor we geen haast hoeven te hebben. Op lange termijn moet de schuld draagbaar zijn. Op korte termijn hard bezuinigen is onverstandig en leidt tot grote economische en maatschappelijke schade. Investeringen – zoals in onderwijs en klimaat – kunnen weliswaar op korte termijn zorgen voor een slechter saldo, maar maken ons op lange termijn als samenleving sterker. Er moet dus ruimte worden gemaakt voor investeringen die onze samenleving en economie verduurzamen en versterken. Dat doen we met hogere lasten op vervuiling en door een eerlijke bijdrage te vragen van topinkomens, vermogenden en multinationals. Voor ons geldt altijd: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.

Nieuwe Europese begrotingsregels. De afgelopen jaren laten zien dat het niet eenvoudig is om lidstaten te houden aan gemaakte begrotingsafspraken. Tegelijkertijd werden lidstaten soms gedwongen tot bezuinigingen die zowel hun economie als sociale stelsel verder verzwakten. We zijn voorstander van de vernieuwing van de Europese begrotingsregels, waarbij meer nadruk komt te liggen op duurzame investeringen en hervormingen die het perspectief op aflossing van schulden op de lange termijn vergroten. We willen tegelijkertijd bevorderen dat lidstaten nationale hervormingen doorvoeren die we breed beoordelen: vanuit economisch maar ook vanuit duurzaam, sociaal en rechtsstatelijk perspectief. We willen dat Europa daaraan ook financiële consequenties verbindt, en maken ons daarvoor sterk in onderhandelingen over Europese financiën.

8.3 Onze financiële keuzes

  • Werken moet lonen. Over inkomen waarvoor je hebt gewerkt, zou je minder belasting moeten betalen dan inkomen waarvoor je niets hebt hoeven doen. We maken werken lonend, door de belasting op inkomen uit arbeid te verlagen. Dat betalen we met een eerlijke bijdrage van mensen met veel vermogen en bedrijven die winst maken.
  • Een simpeler en eerlijker belastingstelsel. Jaarlijks deelt de Belastingdienst € 150 miljard uit aan fiscale kortingen. Die maken het stelsel complex en onrechtvaardig. Want vooral vermogenden en grootverdieners profiteren hiervan. We gaan deze aftrekposten en kortingen sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen. Denk bijvoorbeeld aan de expatkorting, de innovatiebox, de bedrijfsopvolgingsregeling, of de hypotheekrenteaftrek. Met de opbrengsten kunnen we de lasten verlagen voor mensen met een laag- en middeninkomen.
  • Progressieve inkomstenbelasting. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. We maken de tarieven in de inkomstenbelasting weer progressief. Als je meer verdient, kun je relatief ook meer bijdragen aan voorzieningen die belangrijk zijn voor ons allemaal. Lagere inkomens gaan minder bijdragen. We introduceren een hoger toptarief voor topinkomens. Er komt een onderzoek naar een progressiever belastingstelsel met een zeer hoog tarief voor de hoogste vermogens.
  • Eerlijke bijdrage vermogenden. Mensen die veel bezitten, worden rijker door te beleggen of te speculeren. Mensen die weinig hebben, werken hard, maar zien dat de tweedeling steeds groter wordt. Een kleine groep bezit een groot deel van het vermogen. Een grote groep heeft heel weinig spaargeld, of zelfs (problematische) schulden. We zorgen dat mensen eerlijk belasting gaan betalen over hun inkomen uit vermogen. Ook voeren we een miljonairsbelasting in voor mensen met vermogens boven € 1 miljoen (waarbij de waarde van het eigen huis niet wordt meegerekend).
  • Eerlijke bijdrage winstgevende bedrijven. De afgelopen decennia daalde de financiële bijdrage van het bedrijfsleven aan onze samenleving. We vinden dat bedrijven die winst maken meer kunnen bijdragen aan onze collectieve voorzieningen. Ook het bedrijfsleven profiteert van veilige straten, goede spoorverbindingen en investeringen in onderwijs en onderzoek. Daarom verhogen we de bijdrage die we vragen van bedrijven die winst maken.
  • Financiële transactietaks. De speculatieve handel in financiële ‘producten’ is de afgelopen decennia sterk gegroeid. Veel van deze producten hebben als doel om belasting te ontwijken of te speculeren op schommelingen in de markt. Dat levert handelaren en andere partijen in de financiële sector flinke winsten op, maar zorgt voor instabiliteit in het financiële stelsel. Met een internationale financiële transactietaks willen we de uitwassen van de handel in financiële producten ontmoedigen en de financiële sector een eerlijke bijdrage laten leveren.
  • Techreuzen dragen bij. Terwijl techgiganten veel verdienen in Nederland, betalen ze nu te weinig belasting omdat ze hier geen kantoor hebben. We voeren een belasting in over de digitale omzet van techbedrijven, zodat ze eerlijk bijdragen aan de samenleving.
  • Eerlijke erfbelasting. We willen de erf- en schenkbelasting eerlijker maken. Nu ontvangt één procent van de mensen bijna dertig procent van het geld. We zorgen ervoor dat mensen die een bescheiden erfenis ontvangen geen belasting betalen. Voor grote vermogens gaat de belasting omhoog. Daarnaast schaffen we constructies af die het mogelijk maken om erfbelasting te ontwijken.
  • Afbouw fossiele subsidies. Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie bouwen we af. De miljarden die nu vanuit de schatkist naar vervuilende bedrijven vloeien gaan we voor andere dingen gebruiken.
  • Grote vervuilers betalen mee. We laten grote vervuilers een eerlijke bijdrage leveren aan de kosten van de duurzaamheidstransitie. Dat doen wij door het principe van ‘de vervuiler betaalt’ centraal te stellen in al ons klimaatbeleid. Dat bedrijven die veel CO2 uitstoten meer gaan meebetalen aan de kosten van de duurzaamheidstransitie is wat ons betreft niet meer dan logisch. Bovendien stimuleert het ze om hun bedrijfsprocessen zo snel mogelijk te verduurzamen. Zo zorgen we dat onze bedrijven en sectoren vooroplopen in de transitie naar de economie van de toekomst.
  • Overwinsten belasten. Olie- en gasbedrijven hebben enorme winsten gemaakt door de oorlog in Oekraïne. We belasten dit soort overwinsten voortaan voor een groot deel weg en gebruiken dit geld voor bijvoorbeeld het compenseren van energiearmoede of voor de verduurzaming van huizen.