– Door Kati Piri (Tweede Kamerlid GroenLinks-PvdA)
Bombardementen op Jabalia, het grootste vluchtelingenkamp in Gaza, met tientallen slachtoffers tot gevolg. Het nog steeds niet toelaten van humanitaire hulpgoederen voor 2,3 miljoen mensen. En de beschrijving van Gaza door UNICEF als een ‘begraafplaats van kinderen en een levende hel voor alle anderen’. Achter de kille cijfers gaat verschrikkelijk leed schuil.
- 1400 Israëliërs vermoord en 240 gegijzeld door Hamas op 7 oktober.
- Minstens 8525 doden in Gaza als gevolg van Israëlische bombardementen.
- 130 Palestijnen gedood door kolonisten en Israëlische soldaten op de Westelijke Jordaanoever.
Intussen kijkt de wereld toe. Het Nederlandse kabinet onthoudt zich binnen de Verenigde Naties van stemmen voor een humanitair staakt-het-vuren, zodat dringend hulp kan worden geboden aan slachtoffers en er politieke ruimte komt om gijzelaars vrij te krijgen. Ook de Europese Unie is tot op het bot verdeeld. Hierdoor faalt het pijnlijk om consequent de kant van het internationaal recht te kiezen. Terecht dat veel mensen zeggen dat er met dubbele maten wordt gemeten.
Stop het geweld
Wat is er nu nodig? Een onmiddellijk staakt-het-vuren, de onvoorwaardelijke en directe toegang van humanitaire hulp tot Gaza, de vrijlating van alle gijzelaars en een scherpe veroordeling van alle schendingen van het internationaal humanitair recht. Dat is waar de fractie van GroenLinks-PvdA voor pleit. En dat zou ook de opstelling van het demissionaire kabinet moeten zijn! We dienden gezamenlijke moties in met D66 voor een humanitair staakt-het-vuren. En voor het niet hanteren van dubbele standaarden bij schendingen van het internationaal recht door alle partijen in het conflict. Maar deze kregen geen meerderheid in het parlement.
Nu moet alles op alles gezet worden door onze regering om deze humanitaire catastrofe te stoppen. Het kabinet kan zich niet langer afzijdig houden.
Schriftelijke vragen door GroenLinks-PvdA
Doordat er geen meerderheid was in de Tweede Kamer om een debat over de situatie in het Midden-Oosten te houden, hebben we vandaag schriftelijke vragen gesteld. Die vragen gaan niet alleen over de Nederlandse onthouding in de Algemene Vergadering van de VN, het veroordelen van alle schendingen van het oorlogsrecht, het toelaten van humanitaire hulp, de bombardementen op het vluchtelingenkamp Jabalia, de vrijlating van de gijzelaars, en de bescherming van ziekenhuizen. Maar ook over de drukmiddelen die de EU kan inzetten (zoals het associatieverdrag met Israël), toezeggingen dat er nu geen sprake kan zijn van militaire samenwerking met de Israel Defense Forces (IDF), de suggesties van een gedwongen volksverplaatsing, de evacuatie van Nederlanders uit Gaza, en de zorgelijke situatie op de Westelijke Jordaanoever.
Israëlische gijzelaars
Gisteren sprak ik met familieleden van Israëlische gijzelaars. De gesprekken gingen over het laatste contact met hun geliefden en de tergende onzekerheid over hun welzijn. Hamas heeft het Rode Kruis nog geen toestemming gegeven om überhaupt vast te stellen of de gijzelaars, onder wie dertig kinderen, nog in leven zijn. Er moeten uiterste inspanningen worden gedaan om alle gijzelaars veilig thuis te krijgen.
De woorden en daden van Hamas tonen dat zij uit zijn op de totale vernietiging van Israël. In alles is duidelijk dat Hamas nietsontziend is en moet worden uitgeschakeld. Maar geeft dat Israël het recht om de grenzen van het oorlogsrecht te overschrijden? Nee! Zoals de onderdrukking van de Palestijnen geen excuus is voor de pogrom op joden die door de terreurgroep werd aangericht. Zo heeft Israël bij het beschermen van zijn burgers niet het recht onschuldige Palestijnen collectief te bestraffen en duizenden doden als ‘collateral damage’ te beschouwen.
De absolute prioriteit van de internationale gemeenschap en dus ook van Nederland moet nu het helpen en beschermen van burgers zijn en te voorkomen dat er nog meer onschuldige slachtoffers vallen!