In de wereld van vandaag is de Europese Unie als vredesproject van levensbelang. We moeten schouder aan schouder staan met iedereen die de democratie beschermt – binnen en buiten ons continent. Dat kan alleen als de EU een volwassen en geloofwaardige geopolitieke speler wordt, een maximale bijdrage levert aan internationale vrede, veiligheid en vooruitgang, en leiderschap toont in het helpen oplossen van de grote conflicten die wereldwijd spelen.
De Russische invasie van Oekraïne vormt een keerpunt voor Europa. Rusland heeft lak aan internationale grenzen en voert een brute oorlog met als doel om Oekraïens grondgebied in te lijven. Maar de Oekraïners vechten niet alleen voor hun eigen vrijheid en veiligheid. Ze vechten ook om onze Europese waarden te beschermen. Oekraïne verdient onze aanhoudende steun. De Europese Unie en Nederland moeten een leidende rol blijven spelen op het gebied van financiële, humanitaire en militaire steun aan het land.
De recente ontwikkelingen in het Israëlisch-Palestijns conflict schokken de wereld. Dat was zo bij de ijzingwekkende terroristische aanslag en het seksuele geweld van Hamas op onschuldige Israëlische burgers. Evenals bij de nietsontziende en disproportionele vergeldingsacties door
Israël die daarop volgden. De tienduizenden onschuldige Palestijnse doden en collectieve bestraffing van Palestijnen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever door de Israëlische regering zijn onacceptabel. Het internationaal recht is voor ons leidend. Alle schendingen van het internationaal humanitair recht zullen daarom onafhankelijk moeten worden onderzocht en bestraft. We steunen het feit dat het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof zich buigen over deze zaken en zullen deze uitspraken respecteren. We bevorderen naleving van deze uitspraken actief. Naast een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza, ongehinderde humanitaire hulp en de vrijlating van alle Israëlische gijzelaars, zal er ook een einde moeten worden gemaakt aan de illegale nederzettingen, het doelgerichte geweld tegen burgers op de Westelijke Jordaanoever en de Israëlische bezetting. Dat alles met het doel om een einde te maken aan het ongekende leed en toe te werken naar een rechtvaardige tweestatenoplossing – met de erkenning van een onafhankelijke Palestijnse staat, naast de staat Israël. GroenLinks-PvdA staat in dit proces aan de kant van Israëlische en Palestijnse partners die zich inzetten voor vrede.
Ondertussen zetten internationale crises het mondiale Zuiden verder onder druk. Terwijl samenlevingen worstelen met armoede en ongelijkheid, raken klimaatverandering, pandemieën en oorlogen hen extra hard. De sociale ontwikkeling die decennialang honderden miljoenen mensen aan armoede liet ontsnappen, dreigt voor velen tot stilstand te komen. Ons koloniale en slavernijverleden belast nog altijd de relatie tussen Europa en het mondiale Zuiden. Toch keert de EU het mondiale Zuiden te vaak de rug toe – met als pijnlijk voorbeeld het hamsteren van vaccins door rijke landen tijdens de coronapandemie. Ook daar stond winst voor farmabedrijven boven het delen van kennis en solidariteit. Daarom is het hoog tijd voor een effectief Europees buitenlandbeleid dat gelijkwaardigheid, solidariteit en vooruitgang voorop stelt.
3.1 Strategische autonomie, veiligheid en mensenrechten
De agressieoorlog van Rusland liet ons zien dat we ons te afhankelijk hebben gemaakt van
autoritaire regimes. Ook nu leunen we nog te sterk op andere landen voor energie, grondstoffen
en veiligheid. Onze afhankelijkheid van Russisch gas veroorzaakte een enorme energiecrisis en inflatie in de EU, die de bestaanszekerheid van Europeanen aantastten. Om zelfstandig te kunnen optreden op militair, economisch en politiek vlak moet de EU haar risicovolle afhankelijkheden van derde landen kritisch doorlichten en waar nodig afbouwen om onz weerbaarheid te vergroten.
Strategische autonomie houdt ook in dat we de defensiecapaciteiten in de EU versterken. We zijn nu te afhankelijk van de Verenigde Staten voor onze militaire veiligheid en moeten zelf meer verantwoordelijkheid nemen – zeker gezien het risico op een nieuw presidentschap van Trump en de verschuivende aandacht van het Amerikaans buitenlands beleid van Europa naar Azië. De NAVO en ons trans-Atlantisch bondgenootschap blijven cruciaal voor onze zelfverdediging. Tegelijkertijd moeten we de Europese poot van de NAVO dringend versterken. We zetten daarom in op sterkere defensiesamenwerking binnen de EU. Daar hoort bij dat we extra defensie-investeringen doen en voldoen aan de NAVO-norm van 2%. We versterken onze defensiecapaciteit met extra uitgaven, meer gezamenlijke inkoop van materiaal en meer coördinatie en integratie van onze legers binnen Europa. We voorkomen dat extra defensieuitgaven in de zakken van aandeelhouders verdwijnen door overwinsten van het militair-industrieel complex te belasten. Verder willen we dat de EU meer druk zet op de naleving van afspraken over conventionele en nucleaire wapenbeheersing, en zetten we ons in voor een kernwapenvrije wereld.
In een multipolaire wereld lopen de spanningen tussen grootmachten op. Het is belangrijk dat
de EU een eensgezind Chinabeleid aanhoudt. We werken samen en drijven handel met China waar dat in ons belang is, zoals bij de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, maar doen meer om mensenrechten, onze veiligheid en eerlijke handel te waarborgen. China en andere grootmachten mogen geen technologie ontvangen die ze kunnen gebruiken voor wapensystemen of massasurveillance. We beëindigen de ongewenste invloed van China en andere staten binnen onze kritieke infrastructuur en Europese bedrijven.
Om tot een slagvaardig Europees veiligheids- en buitenlandbeleid te komen, is het van belang
om de Europese diplomatie te versterken. We maken meerderheidsbesluitvorming op het gebied van Europees buitenlandbeleid mogelijk zodat een veto van een enkele lidstaat niet meer mogelijk is, behalve bij de inzet van eigen troepen. De EU draagt bij aan collectieve veiligheid door te blijven deelnemen aan vredesoperaties en met partners als de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie te investeren in conflictpreventie, vredesopbouw, conflictbemiddeling en terrorismebestrijding.
3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid
Afbouwen van onacceptabele afhankelijkheden moet hand in hand gaan met de verdieping van strategische relaties met positieve krachten in de rest van de wereld. Het streven naar strategische autonomie mag er niet toe leiden dat we de rest van de wereld de rug toekeren. Een effectief Europees buitenlandbeleid heeft oog voor de gevolgen van onze keuzes voor anderen en is gebaseerd op samenwerking om gedeelde belangen te bevorderen. Pas wanneer we het koloniale verleden en de doorwerking daarvan in het heden onder ogen zien, kunnen we werken aan een gedeelde toekomst. De EU moet daarom haar geloofwaardigheid herstellen en werk maken van gelijkwaardige partnerschappen met landen in het mondiale Zuiden.
We pleiten voor een solidariteitspact waarin lidstaten toezeggen behalve hun defensie-uitgaven ook de bestedingen aan internationale samenwerking, klimaatsteun en compensatie voor
klimaatschade te laten stijgen totdat EU-lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. We
steunen landen die lijden onder de gevolgen van klimaatverandering bij het aanpassen aan de nieuwe omstandigheden en de uitrol van hernieuwbare energie. Door het opbouwen van een eigen groene industrie kunnen landen in het mondiale Zuiden meer inkomsten verwerven en betere banen scheppen.
We dragen bij aan de aanpak van grondoorzaken van conflict en instabiliteit en aan het realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. De EU geeft alleen ongebonden hulp en neemt het voortouw bij kwijtschelding van schulden. De afspraak dat EU landen minstens 0,7% van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan officiële ontwikkelingssamenwerking wordt bindend. Hier komen de uitgaven voor klimaatfinanciering bovenop. Daarnaast moderniseren we onze ontwikkelingssamenwerking: we gaan uit van de behoeften van landen zelf en verliezen de meest kwetsbaren niet uit het oog.
We willen naar voorbeeld van Nederland en andere lidstaten ook een feministisch Europees buitenlandbeleid met niet alleen woorden, maar ook daden, inclusief de inzet van concrete hulp, handelsafspraken, inspraak of sancties die gendergelijkheid ten goede komen. Bij al het externe beleid hebben we oog voor de meest kwetsbare groepen.
3.3 Eerlijke handel
We zetten ons in voor de ontwikkeling van een nieuw EU-handelsbeleid gebaseerd op gelijkwaardigheid, duurzame en sociale ontwikkeling. Eerlijke en duurzame handel kan zowel Europa als handelspartners veel opleveren: het versterkt onze samenwerking, draagt bij aan welvaart in lage- en middeninkomenslanden en maakt landen minder kwetsbaar voor manipulatie door autoritaire machten. Handelsverdragen moeten afdwingbare bepalingen over democratie, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, klimaat, natuur, voedselstandaarden en eerlijke belastingafdrachten bevatten.
Kennisdeling stelt het mondiale Zuiden in staat om zelf batterijen of vaccins te produceren. Grondstoffenpartnerschappen die de EU sluit, moeten de ontwikkeling van hernieuwbare energie en verantwoorde recycling bevorderen, lokaal eigenaarschap versterken en fatsoenlijke banen scheppen. Winning van en handel in strategische grondstoffen vinden plaats tegen eerlijke prijzen en binnen internationaal vastgelegde normen voor de bescherming van mens en milieu.
3.4 Integratie, verdiepen en uitbreiden
Nu vrede in Europa niet langer vanzelfsprekend is, wordt steeds duidelijker dat de EU een grotere verantwoordelijkheid moet nemen voor de vrede en vooruitgang in onze directe omgeving. De meeste buurlanden van de EU willen hun eigen democratische en vrije toekomst vormgeven. Toenadering tot de EU is een geopolitieke noodzaak. Zowel wijzelf als onze buurlanden zijn erbij gebaat. We willen dat de EU potentiële lidstaten veel actiever ondersteunt. Landen die dat willen, moeten concreet uitzicht hebben op toetreding. Dit mag niet ten koste gaan van de kracht van de EU zelf. We tornen niet aan de voorwaarden voor toetreding op het gebied van rechtsstaat, democratie en mensenrechten. Met het Turkije van Erdoğan blijven de onderhandelingen bevroren.
De toekomst van Oekraïne ligt in de EU, zoals dat ook geldt voor Moldavië en de landen op de Westelijke Balkan. Van alle landen die toe willen treden, verwachten we dat ze handelen in lijn met onze waarden en het buitenland- en veiligheidsbeleid van de EU. Landen die zich niet aan de basisregels van de democratie houden en onrust stoken in EU-buurlanden, pakken we harder aan. Dat betekent strengere maatregelen tegen Servië, dat de veiligheid van buurlanden als Kosovo en Bosnië-Herzegovina bedreigt. Met sterke Europese diplomatie dragen we bij aan stabiliteit en vrede in de regio. Voor het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland blijft de deur naar de EU openstaan.
We willen subsidies uit het toetredingsfonds sterker koppelen aan democratische en rechtsstatelijke hervormingen. Toetreding moet een stapsgewijs proces worden, waarbij landen al vóór het lidmaatschap voordelen ervaren en niet meteen volledig hoeven toe te treden. Het maatschappelijk middenveld krijgt een grotere rol in het toetredingsproces. Toetreding van nieuwe lidstaten vereist ook hervormingen binnen de EU, om de EU zelf slagvaardig te houden. Het biedt bovendien een kans om de sociale rechten in kandidaat-lidstaten op EU-niveau te brengen
3.5 Grip op arbeidsmigratie
Migratie is van alle tijden en veelzijdig. Maar – zoals de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 schetst – een toekomstbestendig migratiebeleid vergt regie en grip. Daarbij vormen mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking maar een klein deel van het migratiecijfer. Arbeidsmigranten vormen verreweg de grootste groep.
Op arbeidsmigratie kunnen en moeten we veel steviger regie voeren. Arbeidsmigratie is nu steeds vaker een verdienmodel om op de laagste prijs te concurreren met schandalige uitbuiting tot gevolg. Hieraan stellen we paal en perk door stevige arbeidsvoorwaarden te verankeren voor iedere werknemer, deze streng te handhaven en de arbeidsmigratie vanuit landen buiten de EU strikt te reguleren. We rekenen af met sectoren die draaien op uitbuiting.
Door migratie beter te reguleren kunnen we de rechten van migranten beter waarborgen, de maatschappelijke bijdrage van migratie vergroten en de impact verkleinen. Door de regie te nemen, voorkomen we dat enkele bedrijven profiteren van migratie terwijl de rest van de samenleving opdraait voor de kosten van hun huisvesting en benodigde voorzieningen. Dit vergt een politiek gebaseerd op feiten, met respect voor fundamentele waarden en internationale afspraken, en gericht op een realistische en humane aanpak.
Voor een gezonde samenleving is gematigde bevolkingsgroei essentieel. Het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 beveelt aan scherpe keuzes te maken, met name op het gebied van arbeidsmigratie. Het recht om vrij te reizen, te wonen en te werken binnen Europa is een groot goed, waar ook veel Nederlanders gebruik van maken. Maar het recht om elders te werken mag geen vrijbrief zijn voor uitbuiting en asociale arbeidspraktijken. Ook mag arbeidsmigratie geen onevenredige druk op publieke voorzieningen leggen. We accepteren niet langer dat hele economische sectoren, die vaak ook nog weinig bijdragen aan de brede welvaart, misbruik maken van goedkope en kwetsbare arbeidskrachten. Op arbeidsmigratie moeten we meer regie voeren, in het voordeel van mensen en onze groene economie. We maken daarom scherpe keuzes en willen af van arbeidsmigratie als verdienmodel.
In lijn met onze groene en sociale industriepolitiek kiest GroenLinks-PvdA voor bedrijvigheid en
banen die maatschappelijk van toegevoegde waarde zijn en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden bieden. Door de inzet van arbeidsmigranten beter te reguleren, maken we niet alleen een einde aan een bedrijfsmodel gebaseerd op uitbuiting en oneerlijke praktijken, maar zal ook het aantal arbeidsmigranten gericht afnemen. Door de sociale lat voor iedereen hoger te leggen, kiezen we voor veilig en gezond werk. Dat biedt zekerheid en gaat uitbuiting van arbeidsmigranten tegen. We rekenen af met sectoren die arbeidsmigranten uitknijpen en weinig bijdragen aan de brede welvaart. We pakken de schimmige uitzend- en arbeidsconstructies aan waarmee werkgevers steeds goedkopere arbeidskrachten van buiten de EU kunnen inzetten onder slechte werkomstandigheden. We maken arbeidsmigranten minder afhankelijk van hun werkgevers. Zo doorbreken we oneerlijke concurrentie tussen werknemers op de werkvloer en de race naar de bodem wat betreft arbeidsvoorwaarden. Deze misstanden zetten ook de leefbaarheid van vaak al kwetsbare gemeenschappen en stadswijken onder druk door ondermaatse en overbevolkte huisvesting van arbeidsmigranten. We gaan streng handhaven op werkgevers die arbeidsmigranten misbruiken om hun eigen kosten te drukken en te concurreren op arbeidsvoorwaarden.
Tegelijkertijd erkennen wij dat er essentiële sectoren zijn met grote tekorten aan werknemers, waarbij gerichte arbeidsmigratie – ook van buiten de EU – nodig is. Denk bijvoorbeeld aan de zorg, de bouw en de energietransitie. Maar dat kan alleen goed gereguleerd en onder fatsoenlijke voorwaarden van eerlijk, veilig en goed (betaald) werk. Europa moet dan ook scherpere regels stellen voor gerichte arbeidsmigratie uit derde landen, waarbij mens en maatschappij vooropstaan. Zo voorkomen we ongereguleerde arbeidsmigratie van buiten de EU.
Arbeidsmigranten verdienen dezelfde bescherming als lokale werknemers. Met versterkte rechten en hogere lonen voor werknemers en intensievere handhaving tillen we de bescherming van alle werkenden in de EU naar een hoger niveau. Betere naleving van arbeidsrecht is nodig door een sterker mandaat voor de Europese Arbeidsinspectie, meer capaciteit voor nationale arbeidsinspecties, beter beschermde Europese vakbonden en een Europese zwarte lijst voor bedrijven die arbeidswetgeving ontwijken. We trekken in de hele EU lessen uit goede lokale
voorbeelden, zoals werkgevers die investeren in de bouw van sociale huurwoningen of taallessen en opleidingen onder werktijd.
3.6 Een rechtvaardig, humaan en realistisch asielbeleid
Wij staan pal voor het Vluchtelingenverdrag en de humane opvang van vluchtelingen. Dat vraagt een solidair Europees beleid gericht op veilige routes en snelle duidelijkheid en terugkeer voor iedereen die geen recht heeft op asiel. De realiteit is dat er altijd mensen zijn die moeten vluchten voor oorlog, onderdrukking en geweld. Door in de volle breedte bij te dragen aan conflictpreventie, eerlijke handel, noodhulp, schuldkwijtschelding, ontwikkelingssamenwerking en klimaatbeleid kan Europa veel meer doen om de noodzaak om te vluchten weg te nemen. Momenteel vangen buurlanden en regio’s van conflictgebieden het overgrote deel van de vluchtelingen wereldwijd op. Voor hen die toch een veilig heenkomen moeten zoeken in Europa staat het recht op het aanvragen van asiel als een paal boven water. Een humaan asielbeleid betekent dat we de opvang van vluchtelingen beter organiseren. Voor veel Nederlanders is de opvang van vluchtelingen vanzelfsprekend, maar er leven ook veel zorgen. Het gevoel van controle mist, de kwaliteit van opvanglocaties zakt steeds vaker onder de humane grens, lange wachttijden bemoeilijken de integratie, de terugkeer van mensen die geen recht hebben op asiel hapert en een kleine groep die vaak geen perspectief heeft op asiel veroorzaakt overlast. Landen concurreren met elkaar om zo onaantrekkelijk mogelijk te worden voor asielzoekers. Alleen extreemrechts spint hier garen bij.
Het gebrek aan veilige routes leidt ertoe dat mensensmokkelaars goud geld verdienen en vluchtelingen hun leven moeten wagen in gevaarlijke bootjes op de Middellandse Zee. Tegelijk lukt het nog onvoldoende om mensen die om andere redenen dan asielgronden naar Europa proberen te komen, te ontmoedigen de gevaarlijke en dure tocht te ondernemen. Op zoek naar bescherming stuiten vluchtelingen op muren en gewelddadige pushbacks. Mensen op zee worden aan hun lot overgelaten en verdrinken. Ondertussen worden humanitaire organisaties en hulpverleners vervolgd als ze op zee mensen redden. De EU financiert zelfs de dubieuze Libische kustwacht en sluit schimmige migratiedeals met landen als Tunesië, waar de rechten van migranten op grove wijze geschonden worden. Wie het wel lukt om de EU te bereiken, krijgt te maken met schrijnende situaties van Lampedusa tot Ter Apel. Dat moet anders. We moeten daarom het asielstelsel beter en eerlijker organiseren, in het belang van vluchtelingen en de samenleving als geheel. Dat helpt ook het draagvlak te behouden. Een rechtvaardig, humaan en realistisch vluchtelingenbeleid is hard nodig in Europa.
Omdat Nederland deel uitmaakt van het gemeenschappelijk Europees asielsysteem met één gezamenlijke Europese buitengrens, moeten we deze uitdagingen Europees aanpakken. We zetten in op een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen alle EU-lidstaten, zowel voor de spreiding van asielzoekers over Europa als voor humane opvang en fatsoenlijke asielprocedures met juridische waarborgen en snelle duidelijkheid. We bevorderen dat wie geen recht op asiel heeft, snel terugkeert naar het land van herkomst. Met meer reguliere en veilige routes en hervestiging van de meest kwetsbare vluchtelingen via de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR), voorkomen we dat mensen een levensgevaarlijke tocht moeten afleggen voor een asielaanvraag. Zo bieden we alternatieven om irreguliere migratie te verminderen ten gunste van reguliere, veilige routes voor vluchtelingen. Eenmaal in Europa is betere integratie van nieuwkomers van groot belang. Zij moeten daartoe snel toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en taallessen. We trekken lessen uit de succesvolle opvang van Oekraïense vluchtelingen, toen de EU liet zien dat we tot grote solidariteit in staat zijn. We passen die lessen toe op asielzoekers uit andere landen.
Eerlijk beleid betekent ook dat mensen die geen recht hebben op asiel snel duidelijkheid krijgen en terugkeren naar het land van herkomst. Door te werken aan gelijkwaardige relaties met herkomstlanden, worden ook afspraken over terugkeer effectiever. Daar komt bij dat we opvang in de regio’s waar vluchtelingen vandaan komen actief ondersteunen. Zij verdienen daarbij substantieel grotere steun van Europa om aan deze vluchtelingen een toekomstperspectief te kunnen bieden. Afspraken met andere landen over migratie moeten altijd voldoen aan waarborgen voor de rechten en veiligheid van vluchtelingen en migranten, in lijn met internationale verdragen.