Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen

Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen

4.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen

  • Circulair voedselsysteem. We vormen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU om tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. Daarbij zetten we alle Europese beleidsinstrumenten in om te bouwen aan een circulair voedselsysteem dat ecologische grenzen respecteert, bodemkwaliteit en biodiversiteit verbetert, anticipeert op klimaatverandering, dierenwelzijn waarborgt, de eiwittransitie versnelt, gezond en betaalbaar voedsel biedt aan consumenten, toegang tot land, goed werk en een eerlijke beloning oplevert voor duurzame en biologische boeren en bijdraagt aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden.
  • Oog voor de regio. Het is belangrijk dat de landbouwtransitie in krimpgebieden gepaard gaat met investeringen in de leefbaarheid door gebruik te maken van de juiste Europese cohesiefondsen. Zo blijft het leven op het platteland aantrekkelijk voor komende generaties. De EU ondersteunt de voorzieningen op het platteland zoals onderwijs, openbaar vervoer, zorg, huisvesting, kunst en cultuur en sport om de ongelijkheid ten opzichte van drukker bevolkte gebieden te compenseren.
  • Gezond en betaalbaar eten. Het Gemeenschappelijk Voedselbeleid stelt nationale en lokale overheden in staat om te werken aan een gezonde voedselomgeving. Van goed en betaalbaar eten maken we een basisvoorziening, in lijn met initiatieven zoals de Volkskantine, waar mensen biologische en verse gerechten kopen tegen snackbarprijzen. Overheden mogen supermarkten verplichten om hun aanbod in overeenstemming te brengen met wetenschappelijke richtsnoeren voor gezonde en duurzame voeding.
  • Gezonde en duurzame voedselkeuze. Een Europees voedselkeuzelogo zoals de NutriScore moet de keuze van consumenten voor gezonde en duurzame productgroepen bevorderen.
  • Minder voedselverspilling. In 2030 wordt in de EU 50% minder voedsel verspild. Dat vraagt om actie in de hele keten, met specifieke doelen voor landbouw, voedselverwerkers, supermarkten, restaurants en huishoudens, alsook goede monitoring van de voortgang. Consumenten krijgen betere informatie over houdbaarheidsdata en duidelijker bewaaradvies op verpakkingen.
  • Vergroenen landbouwsubsidies. Vervuilende landbouwsubsidies nemen we op de schop. We vervangen de huidige inkomenssteun aan boeren door steun aan biologische, natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw, beloningen voor de maatschappelijke diensten die boeren leveren en ondersteuning van een gezonde voedselomgeving. De beloning voor diensten zoals natuurbeheer, landschapsonderhoud en waterberging moet toereikend zijn en worden vastgelegd in langjarige contracten, die meer zekerheid bieden voor boeren en natuur. We zien erop toe dat lidstaten bij de toekenning van subsidies controleren of werknemers volgens de cao worden betaald en sociale premies worden afgedragen.
  • Duurzaamheidslabel. De EU stelt normen op voor natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw. Deze vormen de grondslag voor een duurzaamheidslabel, naast het biolabel. De normen omvatten een afstandsnorm voor de herkomst van de reststromen waarmee landbouwdieren worden gevoerd. Deze reststromen komen uit de landbouw, voedingsmiddelenindustrie of landschapsonderhoud in de regio, niet van buiten de EU. Daarmee wordt ook het stikstofoverschot teruggedrongen.
  • Eerlijke prijzen voor eerlijk voedsel. We zetten supermarkten in beweging om een oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam geproduceerd voedsel te verkopen. Lange termijn prijsafspraken moeten meer zekerheid bieden aan boeren die willen verduurzamen.
  • Boeren voor de bouw. Om het verdienmodel van boeren te verbreden en de milieu-impact van de bouw te verminderen, bevorderen we de teelt van biobased bouw- en isolatiematerialen, zoals hout en hennep.
  • Klimaatneutraal. Landbouw en landgebruik in de EU moeten in 2040 klimaatneutraal zijn. Aan alle landbouwsubsidies koppelen we eisen voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. We belonen boeren voor de opslag van koolstof in landbouwbodems.
  • Minder kunstmest. We faseren het gebruik van sythetische kunstmest uit, onder meer door voedingsstoffen uit menselijke uitwerpselen op veilige wijze terug te brengen in de kringloop en de teelt van stikstofbindende voedselgewassen te stimuleren. Recycling van fosfaat en andere voedingsstoffen uit rioolwaterzuiveringsslib wordt verplicht. Ook voor fosfaat in batterijen komt er een recyclingverplichting.
  • Stoppen met pesticiden. We zetten ons in voor een Europees verbod op glyfosaat. Ook andere chemische pesticiden worden uiterlijk in 2040 uitgefaseerd. In 2030 gebruikt de landbouw de al helft minder pesticiden. We helpen boeren om minder chemische pesticiden te gebruiken en versnellen de toelating van alternatieven. Pesticiden die binnen de EU verboden zijn mogen niet langer worden geëxporteerd.
  • Landbouwrobots. We steunen boeren bij de inzet van lichte landbouwrobots. Die stellen hen in staat om onkruid te controleren zonder herbiciden te gebruiken of te ploegen, om strokenen pixelteelt te bedrijven, om te boeren bij een hoog waterpeil en om de inzet te beperken van zware tractoren die de bodem verdichten.
  • Klimaatbestendige landbouw. We steunen boeren bij de overgang naar landbouwsystemen die beter bestand zijn tegen weersextremen en zeespiegelstijging, waaronder natte en zilte landbouw, meerjarige voedselgewassen, voedselbossen en andere vormen van agrobosbouw.
  • Genetische diversiteit. We zetten ons in voor behoud van de genetische diversiteit van planten, mede met het oog op de noodzakelijke aanpassing op klimaatverandering. We verzetten ons tegen octrooien op levende organismen.
  • Minder vee en vlees. We verkleinen de Europese veestapel flink, mede door een verbod op megastallen, een graslandnorm en strengere dierenwelzijnseisen. We bevorderen de eiwittransitie, met als tussendoel dat in 2030 onze eiwitten voor 60% uit plantaardige bronnen komen en voor 40% uit dierlijke bronnen. Producenten worden gestimuleerd om dierlijke eiwitten te vervangen door plantaardige eiwitten in bewerkte voedselproducten. We bieden steun aan veehouders die willen stoppen of extensiveren.
  • Cellulaire landbouw. We investeren in technologieën die smakelijke en diervriendelijke alternatieven bieden voor het inefficiënte landgebruik door veeteelt. Daartoe ondersteunen we de ontwikkeling van vleesvervangers uit precisiefermentatie en van kweekvlees, op voorwaarde dat de opgedane kennis vrij gebruikt kan worden. We financieren fundamenteel onderzoek en helpen producenten bij het doorlopen van de markttoelatingsprocedure. We bevorderen ook de inpassing van precisiefermentatie en kweekvlees in eetculturen alsmede de samenwerking tussen producenten en boeren, bijvoorbeeld voor decentrale productie op het platteland. Dit schept ruimte voor meer natuur.
  • Genetische modificatie. We houden vast aan de strenge Europese regels voor transgenetische modificatie. Gewassen die gemodificeerd zijn zonder soortvreemd DNA (cisgenese), bijvoorbeeld met de CRISPR-Cas-techniek, worden alleen toegelaten als zij een toets op maatschappelijke waarde doorstaan. Daarbij draait het om hun bijdrage aan een duurzame, klimaatadaptieve voedselvoorziening. De etiketteringsplicht blijft bestaan.
  • Geen dumping. We gaan het dumpen van landbouwoverschotten in armere landen buiten de EU tegen, omdat dat ten koste gaat van lokale boeren en bedrijven. We ijveren voor wederkerigheid van standaarden bij de handel in voedsel. We ondersteunen de duurzame landbouw- en voedseltransitie in het mondiale Zuiden.


Duurzame visserij

  • Einde aan overbevissing. We staan commerciële visvangst alleen toe als het ecosysteem gezond is en uitsluitend de natuurlijke aanwas aan vis wordt weggevangen. Uiterlijk in 2025 gelden voor alle commerciële vissoorten wetenschappelijk verantwoorde quota die zorgen voor spoedig herstel van een overvloedige visstand.
  • Geen sleepnetvisserij. We faseren zware sleepnetvisserij uit en stoppen met bodemverstorende visserij in zeereservaten. Er komen weer experimenten met pulsvisserij. Gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de ecologische neveneffecten en het effect op vissenwelzijn is nodig voordat vissen met stroomstoten wordt toegestaan. Zowel sleepnetvisserij als pulsvisserij worden streng getoetst aan dierenwelzijnsnormen.
  • Eerlijke transitie. We dringen het overschot aan vangstcapaciteit terug met een rechtvaardig transitieplan. We geven niet langer subsidie voor de bouw van vissersschepen. De vrijstelling van brandstofaccijns voor de visserij wordt geschrapt.|
  • Visserijakkoorden. Akkoorden met landen buiten de EU mogen niet ten koste gaan van een gezonde visstand of van de bestaansmogelijkheden van de lokale bevolking. Import van vis gevangen door lokale vissers heeft de voorkeur boven visserij in wateren van landen buiten de EU door de Europese vissersvloot.

Volksgezondheid

  • Voorbereiden op pandemieën. We maken ons sterk voor een eerlijke toegang tot medicijnen en vaccins, onder meer door het opschorten van octrooien, het delen van kennis en technologie in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het verlenen van steun aan de opbouw van productiecapaciteit in het mondiale Zuiden. Dit is ook onze inzet bij de onderhandelingen over een internationaal pandemieverdrag. Dit verdrag moet tevens het risico op overdracht van besmettelijke ziekten van dier op mens verkleinen, op basis van de one healthbenadering: de gezondheid van mensen is verweven met die van dieren en ecosystemen. Bij het bestrijden van pandemieën dient een zorgvuldige en transparante afweging van mensenrechten te worden gemaakt.
  • Beter beschikbare geneesmiddelen. We breken de macht van Big Pharma. We zetten ons in voor gezamenlijke inkoop van medicijnen en vaccins op Europees niveau, naar het voorbeeld van de coronavaccins. We maken het gemakkelijker om medicijnen uit andere Europese landen te importeren. We gaan medicijnverspilling tegen door versoepeling van de regels. Apothekers en andere bedrijven geven we middels dwanglicenties de mogelijkheid om dure medicijnen goedkoop na te maken. We verkorten de octrooien op medicijnen en vaccins, leggen de toeëigening van publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek door private bedrijven aan banden en zetten een publieke infrastructuur op voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, vaccins en hulpmiddelen.
  • Antibiotica. Met verantwoord gebruik van antibiotica gaan we het ontstaan en de verspreiding van multiresistente ziektekiemen tegen. We dringen het antibioticagebruik in de veeteelt terug, onder meer door de huisvesting van landbouwdieren te verbeteren en groepsbehandeling te beperken. We maken een eind aan de import van dierlijke producten waarbij in de EU verboden antibiotica zijn gebruikt. De lijst van reserve-antibiotica, die alleen bij mensen mogen worden ingezet, stemmen we af op de criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie. We bevorderen de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en alternatieve behandelmethoden.
  • Geneesmiddelen voor het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor de ontwikkeling van vaccins en medicijnen tegen ziektes die een grote impact hebben in lage- en middeninkomenslanden, zoals hiv/aids, tuberculose, malaria en gele koorts. We stellen voorwaarden aan de prijs van vaccins en medicijnen die met Europees onderzoeksgeld ontwikkeld zijn om de toegankelijkheid te verzekeren, zeker in lage- en middeninkomenslanden. Zo nodig stellen we octrooien buiten werking.
  • Schone leefomgeving. We brengen de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit in overeenstemming met de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. De normen voor de uitstoot van fijnstof, stikstofoxiden en andere vervuilende stoffen door voer-, vaar- en vliegtuigen worden aangescherpt. We bevorderen schoon water en scherpen de regelgeving ter voorkoming van medicijnresten en andere chemische stoffen in water aan.


Dierenwelzijn

  • Dierenrechten. Dieren hebben intrinsieke waarde. Daarom hebben zij recht op een respectvolle behandeling en moet met hun belangen zorgvuldig rekening worden gehouden. De EU legt dit vast in een bindend handvest van dierenrechten. We leggen diertransporten aan banden en verbeteren het toezicht hierop. Dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen, zowel in kwekerijen als bij de visvangst in open water.
  • Einde bio-industrie. We maken een einde aan de bio-industrie. Alle huisvesting voor landbouwdieren moet gaan voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Koeien moeten kunnen grazen, kippen scharrelen, varkens wroeten. Aan nodeloze verminking van landbouwdieren, zoals het castreren van biggen, komt een einde. Om te beginnen verplichten we een Beter Leven-keurmerk voor alle producten met dierlijke ingrediënten op de Europese markt.
  • Verbod op bont. We verbieden het fokken van pelsdieren en de import van bont in de hele EU, in lijn met het Europees burgerinitiatief dat gesteund wordt door 1,7 miljoen EU-burgers.
  • Proefdiervrij onderzoek. Dierproeven worden uitgefaseerd. Als eerste stap staan we zulke proeven alleen nog maar toe als dat de enige manier is om een substantiële verbetering van de volksgezondheid te bereiken. Er komt meer geld voor dierproefvrij onderzoek.
  • Klonen. We verbieden het genetisch modificeren en klonen van dieren, alsmede de import van gemodificeerde en gekloonde dieren en de producten daarvan. Daarbij geldt een uitzondering voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van medicijnen tegen levensbedreigende ziekten.


Natuurherstel

  • Veerkrachtige natuur. We voeren de Europese Natuurherstelwet voortvarend uit. Uiterlijk in 2050 moeten alle ecosystemen in goede staat zijn.
  • Meer natuurgebieden. We verbinden natuurgebieden met elkaar. In 2030 beslaan beschermde natuurgebieden 30% van het land- en zeeoppervlak in de EU, zoals afgesproken binnen de Verenigde Naties. We nemen het voortouw bij de instelling van zeereservaten in internationale wateren, opdat in 2030 ook 30% van de oceanen beschermd gebied is.
  • Schoon water. We verbeteren de waterkwaliteit, van het water in onze meren en rivieren tot ons grondwater. We houden de lidstaten aan de gemaakte afspraken en ondersteunen hen op Europees niveau door bronmaatregelen te nemen, zoals het aan banden leggen van het gebruik van pesticiden, microplastics en andere schadelijke chemicaliën en verkleining van de veestapel. Chemische en andere vervuiling door bedrijven pakken we hard aan.
  • Gezonde bodems. Er komt een Europese bodemwet die bodems weer gezond maakt. Dat draagt bij aan biodiversiteit, voedselzekerheid, koolstofopslag, waterberging en bescherming tegen droogte.
  • Klimaatadaptatie. We werken beter samen in Europa om ons aan te passen aan klimaatverandering. Dat gaat hand in hand met versterking van de natuur. Om overstromingen te voorkomen geven we rivieren meer ruimte, terwijl we oevers natuurvriendelijk maken. Natuurbranden pakken we samen aan. Dit vergt samenhangende en grensoverschrijdende brandbestrijdingsstrategieën en uitwisseling van best practices.
  • Natuurbescherming wereldwijd. We geven voortvarend uitvoering aan de mondiale akkoorden over de bescherming van biodiversiteit en oceanen. We breiden de Europese wet tegen ontbossing uit. Europese financiële instellingen mogen geen bedrijven financieren die wereldwijd bossen vernietigen. Producten die gemaakt zijn ten koste van ernstige aantasting van ecosystemen, verlies van biodiversiteit en daarmee samenhangende mensenrechtenschendingen, weren we van de Europese markt.
  • Grond in publieke handen. We stimuleren Europese overheden om meer grond in publieke of gemeenschapshanden te brengen.
  • Strafbaarstelling ecocide. De grootschalige beschadiging, vernietiging of verlies van natuur en ecosystemen wordt strafbaar.
  • Rechten voor de natuur. We kennen in Europees verband rechten toe aan de natuur. We organiseren een Europees burgerberaad de manier waarop dit vorm moet krijgen.