Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst

Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst

4.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst


Een stabiele en duurzame financiële sector

  • Bankenunie. Spaargeld moet veilig zijn. Een volwaardige bankenunie maakt het financiële systeem weerbaarder en is belangrijk voor de stabiliteit van de eurozone. Banken moeten substantieel meer eigen vermogen aanhouden ten opzichte van leningen die ze verstrekken, en zich via een Europees depositogarantiestelsel verzekeren tegen bankruns. Zo draait de bankensector zelf op voor mogelijke verliezen en faillissement en wordt spaargeld veiliggesteld. Om te voorkomen dat problemen in de bankensector overslaan op de overheidsfinanciën van eurolanden en dat banken elkaar in een economische val meesleuren, pakken we blootstellingen aan nationale obligaties op bankbalansen aan. Banken moeten bij wanbeheer worden afgerekend op hun beleid, niet op in welk land ze gevestigd zijn.
  • Stabiele euro. In onzekere tijden hebben we een stabiele euro meer dan ooit nodig. Met een slagvaardige, eigentijdse EU-begroting zijn we beter in staat om de klappen van toekomstige crisis op te vangen. We moeten de muntunie ook versterken door ons meer gezamenlijk te beschermen tegen financiële crises. Een Europees depositogarantiestelsel moet voorkomen dat falende banken hele landen meesleuren in hun val en speculanten gaan gokken op een scheuring in de eurozone.
  • Too big to fail aanpakken. We zorgen ervoor dat banken niet langer too big to fail zijn, waardoor ze onbeheersbare risico’s voor de financiële stabiliteit vormen. Falende banken worden in principe afgewikkeld. We stimuleren concurrentie tussen banken, grote banken worden opgeknipt en er komt een scheiding tussen de nutsactiviteiten van banken en risicovolle handelsactiviteiten. Zo verminderen we risico’s en kan de bankensector economische klappen zelf opvangen, in plaats van dat de belastingbetaler daarvoor moet opdraaien.
  • Spaarders profiteren van renteverhoging. We voeren een extra bankenbelasting in voor bankenwinsten die uitsluitend doorschuiven naar aandeelhouders en spaarders niet mee laten profiteren. Ook moeten belastingbetalers meeprofiteren van de grote meevallers die banken innen door rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Door de hoge rentestanden keerde de ECB in 2023 een bedrag van naar schatting 146 miljard euro uit aan commerciële banken. Dit gaat indirect ten koste van de belastingbetaler, omdat de ECB normaal winsten aan nationale schatkisten uitkeert. We stoppen deze subsidiestroom door de drempel van niet-vergoede reserves voor banken flink te verhogen.
  • Groene rente. Bij renteverhogingen door de ECB worden groene investeringen, zoals in zonne-energie, warmtepompen en aardwarmte, duurder en dus disproportioneel hard afgeremd. Dit brengt de groene transitie en daarmee de prijsstabiliteit in gevaar. De ECB mag groene activa bevoordelen in het monetair beleid als dit past binnen het doel om inflatie rond de 2% te houden. Daarom maakt de ECB, waar nodig, onderscheid tussen de algemene rente en een specifieke groene rente voor duurzame investeringen. De ECB komt zijn verplichtingen onder het Europees Verdrag en het Klimaatakkoord van Parijs na en stopt haar steun aan fossiele activiteiten.
  • Bescherming voor consumenten. Voor particuliere beleggers moeten investeringsadviezen altijd in openheid en zonder belangenverstrengeling verstrekt worden. Toezichthouders onderwerpen nieuwe financiële producten aan een risicotoets, waaronder een begrijpelijkheidstoets voor consumenten. De overstap tussen banken moet makkelijker worden gemaakt. Online advertenties voor investeringen, financiële producten en praktijken van finfluencers, zoals piramidespelen, worden strenger aangepakt en aan banden gelegd.
  • Duurzame investeringen. Om consumentenvertrouwen in duurzaam beleggen te versterken, om de Europese kapitaalmarktunie voor duurzaam beleggen te verdiepen en om geld te mobiliseren voor de groene transitie, handhaven we strenge Europese criteria voordat financiële producten als ‘duurzaam’ in de markt worden gezet. Gas en kernenergie mogen niet langer als duurzaam worden bestempeld. Bovendien komen er definities voor niet-duurzame investeringen. Op basis daarvan neemt de EU maatregelen om de financiering van niet-duurzame investeringen af te bouwen. Iedere euro die financiële instellingen in fossiele investeringen of leningen steken moet met 100% kapitaal gedekt zijn, zodat de echte kosten en risico’s van investeringen in een onleefbare planeet voelbaar worden bij investeerders.
  • Digitale euro. De EU garandeert het voortbestaan van cash geld. Daarnaast voert de EU de digitale euro in, die een publiek betaalsysteem biedt als alternatief voor private initiatieven als bitcoin en stablecoins en voor private commerciële banken, zowel voor betaalverkeer als voor het stallen van geld. De EU zorgt ervoor dat het gebruik van de digitale euro voor burgers veilig, gratis en universeel toegankelijk is. Dit systeem moet aan strenge eisen voldoen als het gaat om privacy, toegankelijkheid en democratische inspraak.
  • Verantwoording ECB. De ECB is onafhankelijk maar legt beter verantwoording af over de invulling van haar mandaat om prijsstabiliteit te garanderen en het EU-beleid te ondersteunen. Zij gaat impactanalyses publiceren van verstrekkende monetaire besluiten en meer toegang verschaffen tot vertrouwelijke ECB-documenten, en biedt zo het Europees Parlement en onafhankelijke partijen de mogelijkheid om monetair beleid te evalueren.
  • Kapitaalmarktunie reguleren. We voltooien de kapitaalmarktunie. De Europese toezichthouder (ESMA) krijgt meer bevoegdheden. We dichten gaten in het reguleren van de kapitaalmarkt, zeker als het gaat om het onderwaarderen van klimaatrisico’s en in gevallen waar niet-banken onder lichtere regels en toezicht bancaire taken uitvoeren (shadow banking). Ook moet binnen de kapitaalmarktunie de vooringenomenheid voor schuldfinanciering boven financiering uit eigen middelen (debt-equity bias) worden aangepakt.
  • Cryptomunten. Cryptomunten moeten aan strenge regulering onderhevig zijn. Banken moeten voldoende geld aanhouden om de risico’s van crypto-assets te dekken. De energieuitstoot van crypto is excessief en moet stevig aan banden worden gelegd.

Begrotingsregels

  • Begrotingsregels voor welzijn en veerkracht. Voor een toekomstbestendige economie krijgen lidstaten de ruimte om te investeren in hun publieke en sociale voorzieningen en in de ecologische transitie, om de economie van een land te versterken en toekomstbestendig te maken. We zorgen voor beheerste ontwikkeling van schuld met meer ruimte voor publieke investeringen. Begrotingsregels en nationale hervormingsprogramma’s worden, naast schuldhoudbaarheid, sterker gebaseerd op indicatoren als welzijn, sociale voorzieningen, planetaire grenzen, zorg, onderwijs en een rechtvaardige klimaattransitie. Het sturen op een laag tekort werkt onnodig procyclisch. Bij het bepalen van schuldhoudbaarheid wordt de lange termijn sterker meegenomen en meer gekeken naar de inkomsten en investeringen in de maatschappij, in plaats van verwoestende bezuinigingen. Daarnaast worden klimaat- en duurzaamheidsrisico’s in de schuldhoudbaarheid meegewogen.
  • Sociale rechten in de begrotingsregels. De 20 principes van de Europese Pijler voor Sociale Rechten (EPSR) en de doelstellingen van het actieplan worden volledig geïntegreerd als doelen in de nieuwe begrotingsregels. De Europese Commissie doet een grondige evaluatie van de voortgang van de lidstaten. Meer structureel maakt de Commissie de Sociale Pijler onderdeel van de landenspecifieke aanbevelingen en moet het ‘kader voor sociale convergentie’ ervoor zorgen dat sociaal beleid op gelijke voet komt met de economische en fiscale doelstellingen van het begrotingsbeleid.
  • Een slagvaardige EU-begroting. De EU-begroting stelt ons in staat te reageren op grote overkoepelende uitdagingen. We breiden daarom de slagkracht van de EU-begroting uit. De Europese meerjarenbegroting (MFK) moet gemoderniseerd, herschikt en verhoogd worden om de EU socialer, duurzamer en strategisch onafhankelijker te maken. Er moet een verschuiving plaatsvinden van de oude cohesie- en landbouwfondsen naar toekomstgericht beleid, met het zwaartepunt op klimaat, innovatie en bestaanszekerheid. Hierbij wordt het innovatiebudget verdrievoudigd.
  • Een EU-begroting met eigen inkomsten. Een grotere EU-begroting moet uit meer eigen inkomsten bestaan, niet alleen uit hogere nationale bijdragen. Deze eigen inkomsten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het belasten van vervuiling, het belasten van overwinsten, een digitale dienstenbelasting, een financiële transactietaks of een ‘interne-marktheffing’ voor de allergrootste bedrijven. Die eigen middelen zoeken we dus niet direct bij de individuele belastingbetaler, maar bij partijen die het meeste voordeel halen uit Europese samenwerking: multinationale bedrijven.
  • Strategische en crisisbestendige investeringen. We bouwen voort op het succes van het Europees Herstelfonds (herstel- en veerkrachtfaciliteit of RRF) en de Europese werkloosheidsverzekering (SURE), waarbij Europees geld lidstaten de ruimte geeft om groene, digitale, sociale en geopolitieke investeringen te doen. Deze programma’s waren essentieel als antwoord op de coronacrisis en verdienen opvolging. We richten daarom een permanent Europees investeringsfonds op met bindende voorwaarden om de transitie te versnellen, stabiliteit en solidariteit te waarborgen en om toekomstige crises op te vangen. Dit wordt bij voorkeur ingebed in de EU-begroting. We steunen gezamenlijke Europese leningen om de slagkracht van deze fondsen te verhogen. Respect voor de rechtsstaat en duurzame hervormingen zijn een voorwaarde voor financiële steun, net als sterke groene en sociale waarborgen. Het Europees Parlement krijgt een toezichthoudersrol over de uitgaven. Nu zijn lidstaten grotendeels zelf verantwoordelijk: een slager die zijn eigen vlees keurt.
  • Strenge voorwaarden voor publiek geld. Voor alle bestedingen van publiek geld, of het nu gaat om staatssteun van landen of EU-subsidies, gaan strenge voorwaarden gelden op gebied van mensenrechten, duurzaamheid, sociale rechten, werknemersrechten en dierenrechten voor zowel lidstaten als bedrijven. Waar bedrijven met EU-subsidies zich niet aan de voorwaarden blijken te houden, worden deze subsidies stopgezet. Als bedrijven met subsidies en dus belastinggeld binnen vijf jaar substantiële winsten maken of zich niet houden aan de vooraf gestelde voorwaarden, betalen zij op basis daarvan de subsidie geheel of deels terug.
  • Sturende publieke aanbestedingen. Publiek geld moet gaan naar de beste optie, niet alleen de goedkoopste. We herzien de Europese aanbestedingsrichtlijn, zodat onder andere sociale, duurzaamheids-, en privacyfactoren strikte voorwaarden zijn. Ook moet strategische autonomie kunnen worden meegenomen in afwegingen, in plaats van alleen de laagste prijs. Dit soort criteria gaat voortaan ook gelden voor sectoren waar nu een licht regime voor geldt, zoals de zorg. Minimumcriteria, zoals de aanwezigheid van een cao, fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, klimaatneutrale projecten, eigen controle over infrastructuren en het voldoen aan milieunormen kunnen daarbij worden gehanteerd. De voorwaarden bij overheidsaanbestedingen en-inkoop lopen in de tijd op en houden rekening met de omvang van de meedingende bedrijven. Zo steunen we koplopers in de groene welzijnseconomie.
  • Aanmelden voor investeringen. We versimpelen het aanvragen van steun uit innovatieen onderzoeksprogramma’s. Zo kunnen burgercoöperaties, mkb en familiebedrijven makkelijker deelnemen aan Europese programma’s.
  • Investeren in een groene toekomst. Minstens de helft van de EU-begroting moet ten goede komen aan duurzame investeringen en het op een rechtvaardige manier behalen van de doelen van het Klimaatverdrag en biodiversiteitsafspraken. Daarvoor moderniseren en verduurzamen we onder andere het Europees landbouwbeleid en investeren we in duurzame energie, in het isoleren van huizen in heel Europa en in onderzoek en innovatie. Gezamenlijke Europese investeringen en de EU-begroting moeten consistent zijn met het Klimaatakkoord van Parijs.
  • Investeren in innovatie. We doen grootschalige investeringen in innovatie. De EU formuleert publieke doelen, zoals de duurzame energietransitie, een circulaire economie, betaalbare medicijnen en ethische en veilige technologie en digitale infrastructuur, die richting geven aan onderzoek en innovatie. De EU bouwt actief aan publiek-private partnerschappen en clusters, zoals rond Leuven en Eindhoven, voor optimale baten voor zowel bedrijven als de maatschappij bij investeringen in innovatie.
Hoog contrast