Een zeker bestaan staat of valt bij een eerlijke en groene samenleving. Nu en in de toekomst. Groen en sociaal zijn twee kanten van dezelfde medaille. De oneerlijke economie van vandaag zorgt ervoor dat veel mensen hun rekeningen niet kunnen betalen en heeft ons in een klimaatcrisis gestort. De verwoestende klimaatcrisis eist nu al veel slachtoffers. En treft juist mensen met een onzeker bestaan het hardst. Daarom horen mensen met een smalle beurs het eerst en het meest te profiteren van vergroening. Wij streven naar een nieuwe economie die zekerheid biedt van een goed inkomen en werk, een duurzame samenleving én goede voorzieningen. Door onze natuur, landbouw en daarmee voedselvoorziening te verbeteren kunnen mensen ook een gezonder en gelukkiger leven leiden.
Daarom investeren we in een toekomstbestendig en eerlijk Europa met een duurzame koers. Daar plukt iedereen de vruchten van. Wij staan voor een Europese Unie waarin we naar elkaar omkijken en waar bestaanszekerheid een gegeven is. Daarbij gaan sociale en groene vooruitgang hand in hand. Deze transitie kan alleen slagen als iedereen kan meedoen. Met een stevige en sociale aanpak van de klimaatcrisis garanderen we ook de bestaanszekerheid van de generaties na ons. Zo worden we betere voorouders.
1.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk
Het huidige economische systeem is oneerlijk en moet socialer. Miljoenen Europeanen hebben moeite de eindjes aan elkaar te knopen en een betaalbare woning te vinden. In goede tijden stromen miljardenwinsten naar grote bedrijven en aandeelhouders. In slechte tijden vangen juist gewone mensen en werknemers de klappen op. Waar multinationals vaak nauwelijks belasting betalen, zitten mensen vast in dit systeem van groeiende ongelijkheid. Het mag niet zo zijn dat marktwerking en bedrijfswinsten nog altijd boven sociale rechten en goede publieke voorzieningen worden geplaatst. Europa moet zorgen dat welvaart veel eerlijker wordt verdeeld: aandeelhouders, vermogenden en grote bedrijven moeten veel meer gaan bijdragen.
Daarom vergroten we de sociale rechtvaardigheid en maken we een stevige rode vuist tegen alle krachten die Europa vooral als een markt zien. Dit is essentieel voor onze vooruitgang en een toekomstbestendige samenleving. We zorgen voor een Europees sociaal fundament, gebouwd op bestaanszekerheid en sterke vangnetten. We vangen de meest kwetsbaren op en zorgen dat iedereen profiteert van een socialer Europa.
We bouwen voort op de Europese Pijler voor Sociale Rechten. We staan pal voor de rechten van werknemers en versterken hun positie. Loon- en arbeidsomstandigheden verbeteren we fors met stevige minimumvoorwaarden. We maken een einde aan asociale praktijken als onbetaalde stages, nulurencontracten, schijnzelfstandigheid, uitbuiting en ongezonde of gevaarlijke situaties op de werkvloer. Wij willen voor iedereen gelijk loon voor gelijk werk, en gelijke kansen en behandeling op de werkvloer. We staan daarom voor eerlijke lonen, fatsoenlijke werktijden, doorbetaalde pauzes. Hierbij horen ook sterke vangnetten zodat mensen ook een waardig bestaan hebben als ze niet kunnen werken. Een slagvaardig sociaal Europa betekent dat we onze behaalde resultaten voor toereikende minimumlonen en gelijke beloning voor mannen en vrouwen beschermen. Om dat te bereiken maken we sociale rechten in Europa minstens net zo hard als de financiële begrotingsregels.
We verzetten ons tegen Europese liberaliseringsdrang en versterken publieke voorzieningen, zoals toegang tot goede zorg, betaalbare woningen en goed onderwijs. De Europese marktregels dienen overheden voortaan meer ruimte te bieden om essentiële diensten terug in publieke handen te nemen en te versterken, van sociale huurwoningen tot betaalbaar openbaar vervoer. Publiek geld moet werken als hefboom voor verandering. Daarbij mogen groene en sociale vooruitgang nooit ondergeschikt raken aan een race naar de bodem voor de laagste prijs.
De EU draagt bij aan de herverdeling in Europa. De megawinsten van bedrijven, zoals die in de farmaceutische, fossiele of agro-industrie brengen we terug naar de huishoudens. We maken een einde aan belastingparadijzen binnen en buiten de EU. De Europese Unie moet de race naar steeds lagere winstbelastingen een halt toeroepen en de allergrootste vermogens eerlijk belasten. Zo versterkt de EU bestaanszekerheid in alle Europese landen. En zo dient de EU als steunpilaar waarop we de nationale sociale zekerheid versterken.
Om Europa socialer te maken trekken we samen op met onze partners. Samenwerking tussen progressieve partijen, ngo’s en vakbonden in Europa werkt. Samen zorgden we al voor hogere minimumlonen, beter ouderschapsverlof, wetgeving tegen de loonkloof en een Europese arbeidsinspectie. En dit is pas het begin: onze strijd voor een eerlijker Europa gaat door.
1.2 Sociale ecologische transitie
We vormen ons economisch systeem om tot een groene en eerlijke welzijnseconomie. Zo beschermen we mens en natuur, en leggen we binnen de ecologische, planetaire grenzen een
stevig sociaal fundament. Het bevorderen van brede welvaart staat hierbij centraal: de kwaliteit
van leven nu, in de toekomst en in de rest van de wereld.
Een groener Europa gaat hand in hand met een socialer Europa. Mensen met een krappere beurs krijgen daarom als eersten toegang tot goedkope elektriciteit, schoon vervoer, energiezuinige woningen en betaalbaar en gezond voedsel. Op die manier zijn klimaatmaatregelen ook goed voor hun portemonnee. We bouwen het Sociaal Klimaatfonds fors uit en zorgen dat het terecht komt bij de meest kwetsbare inwoners.
Dat kunnen we in Nederland niet alleen; we hebben de Europese Unie erbij nodig. Met de Europese Green Deal en het Sociale Klimaatfonds is daarvoor de basis gelegd. GroenLinksPvdA speelde hierin een sleutelrol. Maar er is nog een lange weg te gaan. We moeten sneller overschakelen op schone technologie en tegelijk het verbruik van energie en grondstoffen fors terugdringen. In plaats van de laagste prijs voor goederen en diensten, horen mens en milieu voorop te staan.
Klimaatbeleid werkt en is van levensbelang. Terwijl de wereld tien jaar geleden nog afstevende op 3,7 graden opwarming, is dat nu 2,7 graden als gevolg van klimaatbeleid, waarin Europa koploper is. Maar ook deze temperatuurstijging heeft zeer grote gevolgen voor mens en natuur. Klimaatverandering leidt elk jaar tot meer hittegolven, droogtes en overstromingen. De zeespiegelstijging bedreigt dichtbevolkte kustgebieden. De aantasting van ecosystemen
veroorzaakt een uitstervingsgolf van dieren en planten en de klimaatcrisis bedreigt ook onze
volksgezondheid op allerlei manieren. Drinkwater wordt schaarser. En de vervuiling van lucht,
water en bodem eist jaarlijks miljoenen slachtoffers.
We versnellen daarom de aanpak van de klimaatcrisis. In lijn met het Klimaatakkoord van
Parijs beperken we de wereldwijde opwarming tot anderhalve graad. Klimaatrechtvaardigheid
staat daarbij voorop. Rijke landen die het meest hebben bijgedragen aan klimaatverandering
moeten verantwoordelijkheid nemen. Daarom vinden wij dat de EU in 2040 klimaatneutraal
moet zijn. Dit vereist solidariteit met mensen en EU-landen die een grotere achterstand en
minder middelen hebben.
Dit vraagt een snelle uitfasering van fossiele brandstoffen, energiebesparing en een versnelde
uitrol van zonne- en windenergie. We helpen huishoudens verduurzamen. In 2035 kan al onze
elektriciteit hernieuwbaar zijn. We versterken de grensoverschrijdende samenwerking om dit
mogelijk te maken.
De verschillen tussen arm en rijk doen ertoe, ook in de ecologische transitie. Zo stoot de rijkste
tien procent van de EU-burgers zestien keer meer CO2 uit dan de armste tien procent. Het kan
niet zo zijn dat de rijksten hun huidige levensstijl voortzetten, terwijl mensen met lage inkomens worstelen met de rekening voor voedsel, energie of vervoer. Wij nemen iedereen mee, waarborgen een eerlijke aanpak, en gaan overconsumptie van de vermogende klasse tegen. Dat is klimaatrechtvaardigheid.
Een eerlijke transitie kan niet zonder stevige arbeidsrechten. Duurzaam en eerlijk ondernemen vraagt om een aanpassing van het bestuursmodel van bedrijven, met meer oog voor de natuur en zeggenschap voor werknemers en hun vakbonden. Zo vergroten we de kans dat bedrijven hun klimaatplannen daadwerkelijk uitvoeren en stellen we veilig en goedbetaald werk zeker. We zorgen ervoor dat werkgevers én werknemers in elke sector actief meepraten over de toekomst. Als we fossiele banen niet kunnen omzetten in groene banen, helpen we mensen richting nieuw, duurzaam werk. We bieden een sociaal plan aan iedereen die hiermee te maken krijgt. Subsidies of investeringen verstrekken we alleen als er goede banen gecreëerd worden: vaste banen met stevig verankerde rechten.
Een eerlijke transitie stelt burgers ook in staat om zelf het voortouw te nemen. Initiatieven om gezamenlijk hernieuwbare energie op te wekken, auto’s te delen of voedsel te verbouwen in
coöperaties verdienen alle steun. Regels die burgerinitiatieven in de weg zitten, passen we aan.
In burgerberaden laten we Europeanen meebeslissen over energie, mobiliteit en voedsel. Want
wanneer mensen de kans krijgen om zelf mee te denken over oplossingen, blijkt het draagvlak
voor vergroening enorm.
In een eerlijke, ecologische transitie kunnen de uitwassen van de consumptiemaatschappij niet buiten schot blijven. Privéjets, superjachten, steeds zwaardere SUV’s, maar ook wegwerpartikelen en producten als fast fashion, met een zeer korte levensduur: het is niet houdbaar. De Europese Green Deal richt zich ook op het terugdringen van overconsumptie van energie en grondstoffen. Producten moeten langer meegaan. Verder stimuleren we de deeleconomie en collectieve oplossingen, geven we iedereen het recht op reparatie van zijn spullen en leggen we reclame aan banden. Zo maken we een einde aan de wegwerpmaatschappij
1.4 Europees investeren in een schone, sociale en veilige toekomst
We kunnen de bestaanszekerheid in Europa alleen garanderen als we investeren in een technologisch hoogwaardige en weerbare economie en een robuuste publieke sector. Europese vrede, veiligheid en welvaart zijn niet kosteloos of vanzelfsprekend. In een toekomstbestendig Europa moeten we flink investeren, vooral nu er een oorlog woedt op ons continent. Zo versterken we onze strategische autonomie en kunnen we in de toekomst klappen van crises makkelijker opvangen.
Om het groene Europese verdienmodel van de toekomst veilig te stellen, moeten overheden fors kunnen investeren. Dit vereist een nieuwe blik op begrotingsregels, die niet langer dwingt tot kortzichtige bezuinigingen. De nauwe focus op economische groei en het jaarlijkse begrotingssaldo moet plaatsmaken voor begrotingsregels die brede welvaart binnen planetaire grenzen op de lange termijn garanderen. Alleen daarmee maken we de Europese economie, en dus ook haar schulden, op de lange termijn houdbaar.
Hiervoor is een robuuste, hogere en grondig hervormde EU-begroting nodig. We gooien de huidige EU-begroting om. De forse bedragen die nu naar vervuilende en fossiele subsidies gaan, gebruiken we voor een duurzamere economie. We versoberen en verduurzamen landbouwsubsidies en investeren volop in de groene en sociale economie van morgen. Omdat de uitdagingen waar Europa voor staat groot en grensoverschrijdend zijn, zetten we in op gezamenlijke financiering van noodzakelijke uitgaven. We bouwen voort op het Europees herstelfonds en op de Europese werkloosheidsverzekering, die de gevolgen van de coronapandemie met succes hebben verzacht. Met nieuwe eigen Europese inkomsten, zoals uit het belasten van winsten van multinationals, maken we meer publieke investeringen mogelijk.
We versterken de muntunie. In onzekere tijden is een stabiele euro meer nodig dan ooit. Dit doen we door ons meer gezamenlijk te beschermen tegen financiële crises. Een Europees depositogarantiestelsel moet voorkomen dat falende banken hele landen meesleuren in hun val en dat speculanten gokken op een scheuring in de eurozone.
De EU draagt bij aan de herverdeling in Europa. Bedrijven die megawinsten maken, belasten we. De opbrengst investeren we in een groene en sociale toekomst, en brengen we terug naar huishoudens die snakken naar meer bestaanszekerheid. Denk bijvoorbeeld aan de farmaceutische, energie- of agro-industrie. We maken een einde aan belastingontwijking via belastingparadijzen binnen en buiten de EU. De Europese Unie moet de race naar steeds lagere winstbelastingen een halt toe roepen en de allergrootste vermogens eerlijk belasten. Zo versterkt de EU bestaanszekerheid in alle Europese landen.
We zijn kritisch op de grote afhankelijkheid van private partijen voor onze publieke voorzieningen. Bij grote overnames kijken we voortaan ook naar de bredere maatschappelijke effecten van machtsconcentraties. We stimuleren publieke alternatieven voor essentiële diensten, zoals infrastructuur voor de gezondheidszorg, om de doorgeslagen macht van de allergrootste bedrijven in onze samenleving te breken en de controle weer terug te leggen bij burgers en overheden.
1.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen
Het Europees landbouwbeleid is oneerlijk en moet op de schop. Tachtig procent van de huidige inkomstensteun gaat naar de twintig procent grootste agrobedrijven, in plaats van lokale boeren die de steun hard nodig hebben. Dat is onacceptabel. Veel van dat geld eindigt bovendien in de zakken van veevoer-, kunstmest- en pesticidenfabrikanten. Het beleid heeft boeren in de richting geduwd van schaalvergroting en intensieve landbouw met te veel pesticiden, kunstmest, stikstof en dierenleed. Slechts een klein aantal voedselgiganten bepaalt wat er op ons bord ligt en strijkt grote winsten op, maar ondertussen is goed voedsel voor tientallen miljoenen Europeanen onbetaalbaar.
Wij maken Europa de bondgenoot van boeren en consumenten door goed voedsel tegen een eerlijke prijs voor iedereen bereikbaar te maken. Wij kiezen voor lokaal en kleinschalig. Daartoe vormen we het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid om tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid, dat nationale en lokale overheden helpt om te werken aan een gezonde voedselomgeving.
De EU moet de volgende generaties boeren weer hoop geven op een goed leven en goed werk op het platteland. Wij staan pal achter boeren die de omslag willen maken naar natuurinclusieve kringlooplandbouw, zonder schadelijke chemie en geïmporteerd krachtvoer. Zij krijgen een eerlijke prijs voor eerlijke producten – niet alleen voor voedsel, maar ook voor hernieuwbare materialen voor bouw en industrie. Een duurzaam voedselbeleid geeft forse extra steun aan boeren die bijdragen aan herstel en instandhouding van natuur en landschap, en aan het vasthouden van water. Boeren krijgen steun om te stoppen met pesticiden. Bovendien krijgen ze er een gezondere bodem voor terug. Dankzij minder broeikasgassen uit vee en mest en meer vastlegging van CO2 in bodems en natuur, wordt de EU sneller klimaatneutraal. We investeren in technologieën die smakelijke alternatieven bieden voor vlees. Door een einde te maken aan de industriële veeteelt verkleinen we bovendien het risico op ziektes die van dier op mens overgaan en tot ontwrichtende pandemieën kunnen leiden.
Wij herstellen de natuur in Europa en breiden haar uit. Tachtig procent van de natuurgebieden
in de EU verkeert in slechte staat door neerslag van stikstof, verdroging van de bodem,
landbouwgif en versnippering. Dat is zorgwekkend omdat de natuur de basis is van ons bestaan,
onze gezondheid en onze voedsel- en drinkwatervoorziening. Bedrijven maken mensen in de
omgeving ziek door giftige stoffen in water en natuur te lozen. Het stoppen van deze gevaarlijke
uitstoot beschermt mens en natuur. Tegelijkertijd beperkt gezonde natuur de klimaatverandering en de gevolgen daarvan. En door te genieten van de natuur verrijken we ons leven.
Daarom verbinden we natuurgebieden met elkaar en vergroten we de overlevingskans van
bedreigde soorten. Door niet tégen maar mét de natuur te boeren, brengen we insecten, vogels
en bodemleven terug. We zorgen voor een kleinere veestapel en een verschuiving van dierlijke
naar plantaardige eiwitten op ons bord. In 2030 beslaan beschermde natuurgebieden dertig
procent van het land- en zeeoppervlak. Ook steden vergroenen we. Zo geven we uitvoering
aan het internationale akkoord over de bescherming van biodiversiteit uit 2022, waarvan de EU
voortrekker is.
1.6 Betaalbaar en groen vervoer
Wij kiezen voor de trein als het schone maar ook betaalbare alternatief voor vliegen binnen Europa. Een eerlijke transitie is nog ver te zoeken in de manier waarop Europeanen zich verplaatsen. Vervuilende vormen van vervoer zijn goedkoper dan schone alternatieven: treinreizen zijn vaak twee keer zo duur als vliegreizen. Wij staan voor schoon, toegankelijk en betaalbaar vervoer in Europa. We investeren in openbaar vervoer en gaan privatisering tegen, zodat ook minder rendabele bus- of treinverbindingen blijven bestaan. De belastingvoordelen voor de luchtvaart moeten verdwijnen. Een Europees treinboekingssysteem moet het makkelijker maken om het goedkoopste treinticket te vinden. Ook pakken we de uitstoot van de scheepvaart en de luchtvaart aan. Dat doen we met hogere accijnzen voor kerosine en stookolie, en snelle uitfasering van uitstootrechten voor deze sectoren. We zetten het Sociaal Klimaatfonds in om het openbaar vervoer goedkoper te maken.
Dankzij de Europese Green Deal schakelt de autoindustrie over van fossiele naar elektrische auto’s. Dit verduurzaamt de Europese autoindustrie en zorgt voor een markt voor elektrische auto’s die betaalbaar zijn voor iedereen. Europese normen moeten grenzen stellen aan de omvang en het gewicht van nieuwe fossiele én elektrische auto’s. Zo voorkomen we onnodige verspilling in de omslag naar elektrisch rijden. Bovendien verbetert dit de veiligheid van fietsers en voetgangers.