Het kabinet wil maar liefst 2 miljard euro bezuinigen op ons onderwijs. Dit betekent minder ondersteuning op de basis- en middelbare school, meer kansenongelijkheid in het onderwijs en minder ruimte voor innovatie en wetenschappelijk onderzoek. De impact is groot, en de gevolgen voor de toekomst van dit land kunnen niet onderschat worden.
Wij spraken met vier docenten uit het primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs. Zij delen hun zorgen over de bezuinigingen en vertellen vol passie over hun werk. Zij vertellen ons over de gevolgen van de bezuinigingen en het gebrek aan visie van dit kabinet.
Bewegen zorgt ervoor dat kinderen beter kunnen leren, waarom zou je daarop bezuinigen?
Nick geeft al bijna 20 jaar gymles op een basisschool. Hij is vakdocent bewegingsonderwijs en ambassadeur van de Beweegalliantie. Hij ziet dagelijks hoe belangrijk beweging is voor de ontwikkeling van kinderen. Daarom doet het hem pijn dat dit kabinet wil bezuinigen op bewegen in het onderwijs.
“Toen ik hoorde dat de politiek wil bezuinigen op bewegen, dacht ik echt: dit is onbegrijpelijk. Het is de wereld op z’n kop. We weten dat bewegen kinderen helpt beter in hun vel te zitten, met meer plezier naar school te gaan en beter te leren. Dat willen we toch allemaal voor onze kinderen?”
Nick werkt op een basisschool, waar ze een dynamische schooldag hebben ontwikkeld. “Bij ons wisselen we zittend leren bewust af met bewegen. Na maximaal een halfuur stilzitten, wordt er bewogen. Dat kan een gymles zijn, buitenspelen of een beweegtussendoortje. Ook na schooltijd bieden we allerlei activiteiten aan. Wij stimuleren bewegen vanuit het onderwijs, en het zou geweldig zijn als dat ook vanuit de politiek ook gebeurd. Maar dat is nu niet zo. Subsidies die scholen helpen om de verplichte twee keer 45 minuten gymles te realiseren, worden ingetrokken. Hoe kun je dat uitleggen? Scholen moeten beweging aanbieden, maar krijgen niet genoeg middelen om het te bekostigen. Dat is echt onbegrijpelijk.”
Volgens Nick moet het kabinet beweging net zo serieus nemen als rekenen en taal. “Rekenen en taal worden vaak gezien als dé basisvaardigheden, maar bewegen is dat ook. Het gaat niet alleen om de fysieke voordelen, maar ook om wat het doet met kinderen. Bewegen draagt bij aan hun welbevinden en sociale vaardigheden. Het zijn life skills die ze hun hele leven meenemen. Dit is waarom je juist niet mag bezuinigen op bewegen en sport in het onderwijs.”
Juist de armste kinderen zullen onder deze bezuinigingen lijden.
Anna geeft geschiedenis les op een middelbare school en ziet wat deze bezuinigingen gaan betekenen voor haar leerlingen. “Onze leerlingen komen vaak uit heel kansarme achtergronden. Voor hen is het geen gespreid bedje. Wij proberen ze te helpen, maar veel mogelijkheden worden nu door dit kabinet weggehaald. Je doet wat je kan voor de klas, maar je handen zijn gebonden.”
Maar ook heel Nederland gaat last krijgen van deze bezuinigingen, waarschuwt Anna. “We moeten juist in het onderwijs investeren. Dit schaadt niet alleen het kind, maar ook de Nederlandse economie. Misschien merk je dat niet meteen, maar over vijf of tien jaar wel. Wat ik mis bij dit kabinet is een visie.”
Anna’s school werkt met een driejarige brede brugklas, die voor haar leerlingen cruciaal is. “Die brugklas geeft leerlingen de tijd om zich te ontwikkelen. Maar dat lukt alleen met kleinere klassen, want je hebt veel verschillende niveaus tegelijk. Als de financiering daarvoor wegvalt, worden klassen groter en kunnen we die leerlingen niet meer goed begeleiden. Dan raken ze achter. Dat is funest voor hun toekomst.”
Ook het lerarentekort gaat door deze bezuinigingen erger worden, vertelt Anna. “In de Randstad is er al een groot tekort aan leraren. Nu is er nog speciale financiering voor tekortvakken via de functiemix, maar die gaan ze helemaal afschaffen. Dat betekent dat er geen extra geld meer is om mensen te verleiden het onderwijs in te gaan. Het tekort wordt zo alleen maar groter. En wie betaalt de prijs? De leerlingen. De werkdruk onder de bestaande leraren zal nog meer toenemen en leerlingen zullen nog minder lessen en begeleiding krijgen. Het zal maar je kind zijn. Wat betekent dat voor hun toekomst?”
Deze bezuinigingen vergroten de kloof tussen de praktijk en wat je leert op school.
Jac. is docent én loopbaanadviseur op het mbo. Elke dag zet hij zich in om zijn studenten te begeleiden en ze klaar te stomen voor de praktijk. Maar met de geplande bezuinigingen van dit kabinet op het mbo vreest Jac. dat de kloof tussen school en praktijk groter wordt.
“De RIF-gelden worden gekort. Dat is het geld waarmee we de verbinding leggen tussen school en praktijk. Met die middelen bezoeken we bedrijven, spreken we leidinggevenden en vertalen we praktijkervaringen naar het klaslokaal. Als die middelen verdwijnen, missen studenten die essentiële aansluiting.”
Maar dat is niet alles. Volgens Jac. krijgen studenten door de bezuinigingen ook minder begeleiding. Begeleiding die onmisbaar is, vooral voor jonge mbo-studenten. “Mbo’ers beginnen vaak al op hun zestiende. Ze hebben extra begeleiding nodig van docenten die ook de rol van pedagoog vervullen op school en in de praktijk. Maar zonder extra middelen kunnen docenten zich alleen nog bezighouden met het primaire proces: lesgeven. De tijd en ruimte om de brug te slaan tussen theorie, praktijk en stagebegeleiding verdwijnt.”
Jac. maakt zich zorgen. Zonder de juiste middelen wordt de kloof tussen school en praktijk groter, raken studenten kansen kwijt, en blijft het onderwijs achter.
We moeten juist investeren in wetenschappelijk talent om grote problemen zoals klimaatverandering aan te kunnen pakken.
Dit kabinet wil 1 miljard bezuinigen op het hoger onderwijs. Universitair docent Charisma maakt zich grote zorgen over de toegankelijkheid van onderwijs, de gevolgen voor jong wetenschappelijk talent én de toekomst van Nederland.
We vroegen aan Charisma hoe ze hierover denkt: “We hebben juist nú meer kennis en onderzoek nodig om tot duurzame oplossingen te komen voor de grote problemen in onze maatschappij. Denk aan oplossingen voor armoede, klimaatverandering en gezondheidsproblemen. Maar deze bezuinigingen zorgen ervoor dat we juist minder onderzoek én langdurig onderzoek kunnen doen. De gevolgen daarvan zie je misschien niet direct volgend jaar, maar zeker wel over vijf of tien jaar. Ik mis echt een langetermijnvisie bij dit kabinet.”
Charisma waarschuwt dat de kansenongelijkheid in het onderwijs door deze bezuinigingen alleen maar groter wordt. “Onderwijs is een recht voor iedereen, en ik maak me echt zorgen over de toegankelijkheid ervan. Door deze bezuinigingen wordt het verschil tussen studenten uit bevoorrechte gezinnen en anderen alleen maar groter. Kijk naar de langstudeerboete. Die treft vooral studenten voor wie studeren niet vanzelfsprekend is, zoals studenten met een zorgtaak. Dat is verschrikkelijk. We willen toch een generatie opleiden met gelijke kansen?”
Om ongelijkheid in het onderwijs tegen te gaan, heeft Charisma het Eerste Generatie Fonds opgericht. Dit fonds helpt studenten die als eerste uit hun omgeving gaan studeren. “Met dit fonds steun ik studenten bij essentiële kosten, zoals de aanschaf van een laptop of het volgen van een taal- of schrijftraining. Studenten uit het dorp, de stad, van het platteland, met of zonder migratieachtergrond: iedereen in Nederland kan financiële uitdagingen tegenkomen. Dit is waarom we juist niet moeten bezuinigen op onderwijs, maar moeten investeren in een toekomst waarin iedereen gelijke kansen krijgt.”
Tijd voor actie
De bezuinigingen die dit kabinet wil doorvoeren op het onderwijs, raken niet alleen de scholen, docenten en jongeren, maar ook de toekomst van ons land. Onderwijs is de basis voor een succesvolle en duurzame samenleving. Daarom zeggen wij: stop deze bezuinigingen en investeer in onderwijs dat toegankelijk is voor iedereen. Daarom komen wij samen met andere linkse oppositiepartijen met een voorstel om alle geplande bezuinigingen op het onderwijs te schrappen.