6.8 Kader : Wij investeren in alle regio’s

Landelijke aanpak voor sterke regio’s

  • Gemeenten en provincies voldoende geld. Sommige regio’s groeien, andere gemeenten hebben met krimp te maken. Wel hebben alle gemeenten één ding gemeen: ze hebben te weinig geld om hun taken te kunnen uitvoeren. Daarom investeren we in gemeenten en provincies, zodat zij kunnen zorgen voor voldoende goede voorzieningen. De groei van het Gemeentefonds moet voldoende zijn om de kosten te dekken die gemeenten maken. Dit geldt ook voor het provinciefonds. Hiermee houden we de basis op orde en kunnen we stoppen met de beauty contest tussen regio’s in de vorm van regiodeals.
  • Spreiding Rijksdiensten. De overheid is van ons allemaal. We spreiden Rijksdiensten, zoals uitvoeringsorganisaties, de Belastingdienst, gevangenissen, DUO en UWV zoveel mogelijk over het land. Zo neemt de werkgelegenheid in de regio toe en bovendien zijn grond en gebouwen buiten de Randstad vaak goedkoper. Ook investeren wij in kennis, overal in Nederland, door de samenwerking tussen mbo/hbo en wo te stimuleren en de regiorol van het mbo en het hbo te bekostigen.
  • Extra aandacht voor regionaal cultureel aanbod. Culturele voorzieningen moeten niet alleen in de Randstad van hoge kwaliteit zijn en gesubsidieerd worden, maar door heel Nederland. We zullen extra investeren om zo een breed publiek te bereiken en culturele rijkdom te verspreiden over het hele land.
  • Beschermen en bevorderen regionale of minderheidstalen. We zetten ons in voor behoud en bevordering van door Nederland erkende (streek)talen zoals het Frysk, Nedersaksisch, Jiddisj, Sinti-Romanes, en de op de BES-eilanden erkende talen Engels en Papiaments. We streven naar ambitieuzere naleving van het door Nederland geratificeerde Europees Handvest voor Regionale of Minderheidstalen. Er wordt in het bijzonder meer geïnvesteerd in het behouden en bevorderen van de Nedersaksische taal. Met betrekking tot het Frysk hebben we bijzondere aandacht voor de positie van het Frysk in de rechtbank en bij de overheid.

Onze speerpunten per provincie

  • In Groningen is onverminderde inzet nodig voor de afhandeling van de schade als gevolg van gaswinning. Dit moet milder, menselijker en makkelijker. We investeren in Groningen als belangrijke speler in de transitie naar waterstof, via omscholingsfondsen en brede mbo-, hbo- en wo-scholingsprogramma’s. Met de Lelylijn komt er een betere bereikbaarheid per openbaar vervoer. De verbinding tussen de Waddenzee en het Lauwerskustgebied maken we meer open, zodat zoet en zout water zich daar kunnen mengen. Ter Apel wordt ontlast door meer aanmeldcentra voor asielzoekers elders in het land te openen.
  • Drenthe profiteert van de aanleg van de Nedersaksenlijn die de economische ontwikkeling versterkt en Noord- en Oost-Nederland via de grensregio verbindt. Investeringen in het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie zorgen voor een bloeiende lokale economie en werkgelegenheid.
  • Flevoland ligt in het hart van Nederland en een goede ov-verbinding met de omringende provincies is essentieel. We maken ons sterk voor de Lelylijn, een ondergrondse verbinding met Noord-Holland (de IJmeerverbinding), een busverbinding tussen Lelystad en Enkhuizen over de Houtribdijk en een intercity-verbinding met Utrecht. Verder moet snel een goede alternatieve bestemming worden gevonden voor de gebouwen en terreinen van Lelystad Airport. We realiseren het OostvaardersWold, zodat een ecologische verbindingszone ontstaat tussen de Oostvaardersplassen en het Horsterwold.
  • In Friesland beschermen we het unieke Waddengebied, dus geen gas- of zoutboringen, en we volgen de aanbevelingen van de Onderzoeksraad over veilig scheepvaartverkeer boven de eilanden voortvarend op. Samen met de provincie Fryslân richten we het Veenweidegebied in als Nationaal Park. Dat vermindert de uitstoot van CO2 en stikstof en behoudt het prachtige authentieke landschap. Ook Friesland profiteert van de Lelylijn.
  • In Utrecht gaat de verbreding van de A27 niet door. Daarmee behouden we het landschap Amelisweerd. We zorgen voor een robuuste ecologische verbindings­zone tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. We leggen de Noordelijke Randweg Utrecht ondergronds aan voor de leefbaarheid van Overvecht. Utrecht krijgt een 24-uurs OV-netwerk vergelijkbaar met de metro. We zijn tegen de komst van de nieuwe vliegroute (de vierde route) boven de provincie Utrecht.
  • In Zeeland wordt de Westerscheldetunnel per direct tolvrij voor personenvervoer. We willen dat de Westerschelde een schone rivier is voor mens en natuur, dus ook zonder vervuiling van PFAS. Ook in Zeeland blijven voorzieningen, waaronder goede zorg, dichtbij en goed bereikbaar voor alle Zeeuwse inwoners. Het recent opgericht Delta Climate Centrum krijgt een structurele financiering, zodat dit kenniscentrum voor water, voedsel en energie toekomstbestendig is.
  • In Noord-Brabant investeren we in een duurzaam verdienmodel voor lokale boeren en woningbouwers door te stimuleren dat bouwmaterialen van de toekomst geteeld worden rond verdroogde natuurgebieden (zie programma Building Balance). Tussen Eindhoven en het Duitse ICE-netwerk komt er een snelle treinverbinding. Omdat Brainport Eindhoven belangrijk is voor Nederland en Europa versterken we hier de nieuwe en schone economie. De inzet van het Brainport-bedrijfsleven voor sociale opgave zoals schulden en analfabetisme wordt geïntensiveerd.
  •  In Gelderland gaan we de speculatie met vakantieparken actief tegen. Met het Nationaal Programma Veluwe pakken Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen regie op de ruimtelijke ontwikkeling in en om het natuurgebied. Gezien de Veluwe het grootste Natura2000-gebied is op land, is voor het behalen van de stikstofdoelen een stevige gebiedsaanpak noodzakelijk.
  • Limburg krijgt spoorverbindingen naar Düsseldorf, Aachen en Hamont. De Maaslijn wordt toegevoegd aan het hoofdrailnet, het spoor wordt hier verdubbeld en door de aanleg van bovenleidingen verdwijnt de dieseltrein. Verder wordt er meer geïnvesteerd in de Limburgse taal en komt er specifiek aandacht voor de aanpak van georganiseerde, grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit.
  • Noord-Holland kent een groot landelijk gebied dat vaak wordt vergeten omdat het gezien wordt als Randstad. De leefbaarheid en mobiliteit hebben hier een impuls nodig. Zo moet de snelle treinverbinding tussen de Kop van Noord-Holland en Zuid-Holland snel terugkomen. Wat betreft leefbaarheid moet de geluidsoverlast van Schiphol verminderen en moet de omgeving van alle door de industrie hoogbelaste gebieden beschermd worden. Dat is breder dan alleen Tata Steel en de IJmondregio.
  • In Zuid-Holland gaan we veel woningen bijbouwen. We zorgen daarbij voor extra groen in en om de stad, zoals in het Nationaal Park Hollandse Duinen, Midden-Delftland en het Weizigtpark in Dordrecht. We verbeteren en vergroten de bestaande natuur- en recreatiegebieden, en deze blijven vrij toegankelijk. We herstellen het Haringvliet als riviermonding. Er worden voldoende middelen ter beschikking gesteld om het volledige Nationaal Programma Rotterdam-Zuid uit te voeren.
  • In Overijssel investeren we sterk in bereikbaarheid via het openbaar vervoer. We vervangen het enkel spoor tussen Deventer en Zwolle door dubbelspoor. Dat doen we ook voor het spoor van Zwolle naar Enschede (en Munster). De drie dieselsporen Zutphen-Oldenzaal, Almelo-Mariënber en Enschede-Munster worden geëlektrificeerd. Ook aan het spoor tussen Zwolle en Meppel wordt achterstallig onderhoud verricht. De afvalwaterinjecties van de NAM in Noordoost Twente worden definitief gestaakt. Vliegveld Twente wordt niet uitgebreid voor de (commerciële) burgerluchtvaart.

Het Caribisch deel van het koninkrijk

  • We gaan in het hele Koninkrijk verder met de gesprekken over het koloniale- en slavernijverleden, de doorwerking hiervan en het nodige herstel. Ook investeren we in versterking van de democratische rechtsorde in het hele Koninkrijk. Zo creëren we een solide basis voor vertrouwen in de overheid, diversiteit in de samenlevingen en rechtszekerheid door gelijkheid van de wet in ons Koninkrijk.
  • In de Caribische landen binnen ons Koninkrijk zetten we in op het verbeteren van de situatie van de burgers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten met hulp en geld. We gebruiken de door de Verenigde Naties ontwikkelde Sustainable Development Goals (SDG’s) als leidraad. De machtsbalans tussen Nederland en de Caribische landen binnen ons koninkrijk wordt rechtgetrokken en het democratisch tekort wordt opgelost. Onze rijkswetten worden door het Nederlandse parlement behandeld. Gevolmachtigde ministers van de Caribische landen en gedelegeerde Statenleden van de parlementen van deze landen hebben nu weliswaar de mogelijkheid van inspraak, maar kunnen niet zelf een rijkswet indienen en niet stemmen. Het is hoog tijd om het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden aan te passen zodat dit wel mogelijk wordt. Daarnaast schaffen we de registratieplicht voor verkiezingen bij inwoners van Curaçao, Aruba en Sint Maarten af. We zorgen ervoor dat de toegang tot de Europese Parlementsverkiezingen voor kiesgerechtigden op deze eilanden even eenvoudig wordt als in Nederland. We zijn voor het invoeren van een geschillenregeling tussen de landen van het Koninkrijk met een ‘rechter’ die bindende oordelen kan geven. We stimuleren de ontwikkeling van twee regio’s (bovenwinden en benedenwinden) waarbij we zoveel mogelijk voorbijgaan aan de staatsrechtelijke structuren die hieraan in de weg staan. We laten bedrijven zoveel mogelijk profiteren van Nederlandse regelingen als garantiebepalingen, milieusubsidies en investeringsfondsen. We ondersteunen studenten uit Caribische landen in Nederland met huisvesting, aanpassing aan taal en cultuur, studiekeuze en begeleiding en terugkeer na de studie. Het onderwijs in de Caribische landen ondersteunen we financieel en met kennis. We versterken en ondersteunen digitalisering met nadruk op veiligheid en vaardigheid voor iedereen.
  • Voor de inwoners van de bijzondere gemeenten van Nederland Bonaire, St. Eustatius en Saba stellen we een sociaal minimum in en voeren we maatregelen in die garanderen dat niemand onder dit minimum leeft. Samen met de eilanden werken we aan een stevige aanpak om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan en investeren we in het beschermen van de kwetsbare natuur op en rond de eilanden. We bieden de samenlevingen de nodige ruimte en ondersteuning om naar eigen inzicht richting en invulling te geven aan hun toekomst. De klassieke en sociale grondrechten gelden onverkort voor de inwoners van dit Caribische deel van Nederland. We ondersteunen de wens tot het versterken van de eigen identiteit en cultuur. We zorgen dat er ruimte komt voor een op ieder eiland toegesneden aanpak. Maatregelen worden alleen genomen in samenspraak met vertegenwoordigers en deskundigen van deze eilanden, rekening houdend met hun prioriteiten en beperkte capaciteit. We ondersteunen actief de (vervolg)opleiding en indienstneming van lokale mensen. De financiering van het lokale bestuur moet afdoende zijn. We organiseren extra tegenmacht, zoals bijvoorbeeld een gezaghebbende adviescommissie, die de rol op zich neemt van organisaties zoals VNG en IPO. Op St. Eustatius herstellen we zo snel mogelijk de volledige democratie. We nemen alle belemmeringen voor de handel tussen de landen en eilanden van het Koninkrijk weg, al dan niet door invoering van een Douane-unie.