6.4 Betaalbare en bereikbare zorg

Toegankelijke zorg voorop

  • Betaalbare zorg. We schaffen het eigen risico stapsgewijs af. Het vrijwillig eigen risico verdwijnt helemaal. De nominale zorgpremie wordt verlaagd voor iedereen, zodat we ook de zorgtoeslag kunnen afschaffen. Mondzorg, fysiotherapie en andere vormen van noodzakelijke zorg brengen we stapsgewijs terug in het basispakket zodat iedereen daar weer toegang toe heeft. De eigen bijdrage voor kraamzorg of een poliklinische bevalling schaffen we af. Zo krijgt elk kind, arm of rijk, dezelfde kans op een goede start. Zorg waarvan zorgverleners zeggen dat het niet werkt, halen we uit het pakket. We zorgen dat alle professionals in de zorg en het sociaal domein snel een tolk in kunnen schakelen wanneer dat nodig is om goede zorg te bieden aan mensen die de taal niet machtig zijn.
  • De zorgverlener als spil. We investeren structureel in de opleidingen, het salaris, de werkomstandigheden, zeggenschap en het perspectief van alle verpleegkundigen, verzorgenden en andere directe zorgmedewerkers in de ziekenhuiszorg, de thuiszorg, de gehandicaptenzorg, de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg. We stellen een grens aan het aantal zzp’ers dat een zorginstelling maximaal mag inhuren. De medisch specialisten komen in loondienst en dat onder de Wet normering topinkomens (Wnt). De huisartsen werken in niet-commerciële groepspraktijken en in samenwerking met nabije ziekenhuizen voor hun ondersteuning.
  • Gezamenlijke regie. Zorginstellingen moeten makkelijker kunnen samenwerken en de overheid moet de regie nemen waar dat nodig is. We ondersteunen zorginstellingen in de omvorming tot zorgcoöperaties en ondersteunen burgers en zorgverleners in de vorming van nieuwe zorgcoöperaties. We halen stapsgewijs de concurrentie en doorgeslagen marktwerking uit ons zorgstelsel en vormen zorgverzekeraars zodra dit mogelijk is om tot publieke zorgfondsen. In de overgangsfase van zorgverzekeraars naar zorgfondsen krijgt in iedere regio één zorgverzekeraar de taak om regionale zorgafspraken te maken met zorgaanbieders, die alle verzekeraars in die regio moeten volgen. Deze verzekeraar draagt zorg voor mens en milieu.
  • Andere financiering. Op dit moment wordt de zorg grotendeels gefinancierd op basis van ‘productie’. Dat maakt samenwerking moeilijk, leidt tot veel bureaucratie en maakt investeren in preventie onaantrekkelijk. Daarom kiezen we ervoor om de bevolking en de zorgvraag als uitgangspunt te nemen voor de financiering (populatiebekostiging), te beginnen met de eerstelijnszorg en de ouderenzorg.
  • Een brede eerstelijnszorg. In de eerste lijn worden zorg, preventie en het sociaal domein veel nadrukkelijker aan elkaar verbonden. In de buurten en wijken wordt meer gezamenlijk ingezet op de brede gezondheid van burgers, bijvoorbeeld via het opzetten van brede gezondheidscentra. Deze inzet wordt deels gefinancierd uit de zorgfondsen en deels door de gemeenten, onder andere vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In de centra is de rol van praktijkmanagers en -ondersteuners cruciaal.
  • Meer ruimte voor de huisarts. Goedlopende huisartsenzorg is cruciaal voor de hele zorg in Nederland. Maar veel huisartsen hebben het zwaar door administratie, weinig tijd met de patiënt en dure huisvesting. Daarom dringen we de administratielast voor huisartsen terug, komt er structurele bekostiging voor meer tijd voor de patiënt en werken we samen met gemeenten aan betaalbare huisvesting voor huisartsenpraktijken. Het aan banden leggen van de opkoop van huisartsenposten door buitenlandse beleggingsfondsen is voor ons een speerpunt. Als de inspectie onderzoek doet naar opkooppraktijken, krijgt de betrokken partij een tijdelijk verbod op verdere overnames.
  • De maatschappelijke waarde van zorgcoöperaties. Juist in de zorg, met haar grote personeelstekorten, zijn burgerinitiatieven onmisbaar. Via het actieprogramma voor de coöperatieve samenleving en via de vernieuwde wijkteams gaan we zorgcoöperaties veel actiever aanmoedigen. We zorgen dat burgerinitiatieven gebruik kunnen maken van het initiatiefrecht, waarbij inwoners samen kunnen bepalen hoe ze de zorg en hulp in hun wijk kunnen regelen en we zorgen dat zij daar voldoende onafhankelijke ondersteuning bij krijgen.
  • Acute zorg en basiszorg voor iedereen. Waar je ook woont, de ambulance moet je altijd op tijd kunnen bereiken om je naar een ziekenhuis in de buurt te brengen. We gaan de verschraling van zorgvoorzieningen actief tegen en zetten in op het behoud van streekziekenhuizen. Door de basiszorg en diagnosecapaciteit goed te spreiden houden we de zorg voor iedereen toegankelijk. We zijn voor de samenwerking en de bundeling van expertise tussen ziekenhuizen en specialistenteams waar het gaat om de hoog-specialistische zorg. We stimuleren kennisdeling zodat patiënten in elk ziekenhuis toegang hebben tot de beste kennis en therapieën. De acute zorg gaan we financieren op basis van beschikbaarheid en niet langer per verrichte handeling. We geven de regionale en lokale politiek een belangrijke stem in de besluitvorming over de beschikbaarheid en zorgen dat hulpposten en basiszorg ook goed bereikbaar zijn voor mensen zonder auto in heel Nederland. Dit zal volgens landelijke normen gebeuren.
  • Hervorming jeugdzorg. We maken haast met het doorvoeren van de plannen van de Hervormingagenda Jeugd en houden daarbij de kwaliteit van de zorg en financiële effecten voor gemeenten scherp in de gaten. Specialistische zorg voor jongeren met de meest complexe problemen, jeugd-ggz en jeugdbescherming gaan we regionaal en soms nationaal regelen. We zetten de belangen van jongeren centraal door ze meer zeggenschap en eigen regie te geven over hun behandeling. We organiseren een jongerenberaad dat een zwaarwegend advies geeft bij de hervorming van de jeugdzorg. Ook bieden we ze het recht op een zelfgekozen vertrouwenspersoon. We voorkomen uithuisplaatsingen, zodat ze alleen plaatsvinden in het uiterste geval dat het kind niet veilig en/of gezond thuis kan blijven wonen, door onder andere in te zetten op kleinschalige woonvoorzieningen en betere ondersteuning voor pleegouders. Veel jongeren komen in de problemen bij de overgang van jeugdzorg naar volwassenzorg. Daarom versoepelen we de leeftijd­grens van 18 jaar, zodat jongeren nog tot minstens 21 jaar gebruik kunnen maken van jeugdhulp die ze al hebben, als ze dat willen. Daarna komt er een overgangstraject waar de benodigde zorg op maat wordt ingericht. We draaien de ingeboekte extra bezuiniging terug en het plan voor een eigen bijdrage in de jeugdzorg gaat van tafel. We zetten ons in voor eerlijke en gelijke tarieven in het hele land.
  • Grip op geestelijke gezondheidszorg. Ook in de ggz komt er coördinatie via regionale zorgtafels. We zorgen dat er voldoende zorg wordt ingekocht zodat lange wachtlijsten worden teruggedrongen. Voor de meest complexe ggz-behandelingen gaan we landelijke centra oprichten en breiden we het aantal plekken voor crisisopvang uit. We zorgen voor de uitwisseling van praktijkkennis tussen ggz, het sociale domein en politie-en hulpdiensten om te voorkomen dat personen met verward gedrag onnodig in de cel of op straat belanden. Voor de behandeling van psychische problemen, zoals PTSS, depressie en trauma, maken we meer ruimte voor behandeling in combinatie met MDMA en psychedelica, waarbij wetenschappelijke inzichten leidend zijn. We zorgen voor een landelijk dekkend netwerk en structurele financiering van zelfregie-en herstelorganisaties, die ervoor kunnen zorgen dat mensen laagdrempelig en dicht bij huis kunnen werken aan hun herstel. Wij zijn tegenstander van therapievormen die specifiek gericht zijn op het veranderen van gedrag of identiteit. Na uitkomst van het onderzoek naar ABA (Applied Behavourial Analysis) bekijken we welke wettelijke stappen mogelijk en wenselijk zijn.
  • Betere toegang tot ondersteuning thuis. Gemeenten moeten meer ruimte en middelen krijgen om de uitvoeringspraktijk van de Wmo te vereenvoudigen en te verbeteren. Voor mensen met een laag inkomen of een levensbrede en levenslange beperking komt er geen eigen bijdrage voor Wmo-hulp.
  • Zorg voor mensen met een beperking. In de zorg creëren we binnen de verschillende zorgwetten een aparte status voor mensen met een levensbrede en levenslange beperking. Binnen de Wet langdurige zorg (Wlz) schaffen we de eigen bijdragen af voor mensen met een levenslange en levensbrede beperking en we zorgen dat (sport)hulpmiddelen ruimhartig worden toegekend. Ook krijgen mensen recht op een gespecialiseerd vertrouwenspersoon die regelmatig langskomt.
  • Meer regie met een persoonsgebonden budget. We hervormen het persoonsgebonden budget (pgb) en gaan ook hier uit van vertrouwen. Mensen krijgen een onafhankelijke langdurige indicatie, hoeven minder administratie bij te houden en de informele tarieven worden verhoogd zodat de zorgverleners weer een fatsoenlijk loon kunnen krijgen. Daar waar zorgorganisaties pgb’s beheren, controleren we op fraude.
  • Een inclusiever zorgstelsel. We maken een einde aan de discriminatie in de zorg, zowel voor patiënten als professionals. We investeren daarom in cultuur- en gendersensitieve zorgverlening. Daarnaast lanceren we een breed onderzoeks- en voorlichtingsprogramma om de kennisachterstand in de zorg weg te werken waar het gaat om aandoeningen of klachten die vooral voorkomen bij vrouwen of mensen van kleur. We maken werk van de wachtlijsten in de transgenderzorg en zorgen dat deze zorg zoveel mogelijk regionaal beschikbaar wordt, met goede ondersteuning in plaats van poortwachterpsychologen. We verbieden medisch niet-noodzakelijke behandelingen van intersekse personen zonder hun eigen toestemming. We investeren in meer gender en genetische diversiteit in medisch onderzoek. We stellen eisen aan de deelnemers aan deze onderzoeken zodat de uitkomsten meer representatief zijn.
  • Niet langer een aanbestedingscircus. Door de gecoördineerde inkoop van zorg kunnen we stoppen met het verplicht Europees aanbesteden in gemeenten. We richten ons op samenwerking tussen aanbieders om een zo breed mogelijk palet aan zorg en ondersteuning te kunnen bieden waarmee langdurig wordt samengewerkt. De kwaliteit van zorg en ondersteuning is daarbij bepalend, en dus scherpen we de criteria aan om zorgaanbieder te worden, waarmee we de wildgroei aan nieuwe kleine aanbieders in delen van de eerstelijnszorg afremmen.
  • Invoeren winstverbod. Voor de hele gezondheidszorg voeren we een verbod op winstuitkering in. Zorgfraude en misbruik pakken we keihard aan. Het uitkeren van salaris aan zorgondernemers valt onder de regels van de Wnt. Positieve financiële resultaten worden in de eigen organisatie geïnvesteerd om de kwaliteit te verhogen en voldoende personeel beschikbaar te hebben.
  • Betere beschikbare geneesmiddelen. Op Europees niveau gaan we ons inzetten om geneesmiddelen gezamenlijk in te kopen, het bestaande patentrecht voor geneesmiddelen te herzien en een publieke infrastructuur op te zetten om nieuwe medicijnen, vaccins en hulpmiddelen te ontwikkelen. Wij staan voor een versimpeling van farmaceutische wetgeving zodat het makkelijker wordt geneesmiddelen tussen apotheken uit te wisselen en uit andere Europese landen te importeren. Wij bieden apothekers en andere bedrijven middels dwanglicenties de mogelijkheid om dure medicijnen goedkoop na te maken. Verder introduceren we een nationaal fonds voor geneesmiddelenonderzoek en leggen we de toe-eigening van publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek door private bedrijven aan banden. We introduceren een verplicht transparantieregister voor financiële transacties tussen de industrie en zorgverleners. We stimuleren apotheken om de verspilling van geneesmiddelen terug te dringen.
  • Meer buffers in de zorg. We werken toe naar een gezondheidszorg die snel opschaalbaar is. Dit betekent voldoende reservemiddelen, crisisbudgetten en regionale crisisteams die in actie komen bij een grote gezondheidscrisis.
  • Effectieve behandeling voor post-covid. Voor effectieve behandeling en diagnostiek van post-covid (of long covid) is een forse en langjarige investering in onderzoek van groot belang. Op de korte termijn moeten patiënten toegang hebben tot post-covid expertisecentra. We breiden deze expertisecentra zo mogelijk uit voor ook andere post-infectieuze aandoeningen. Daarnaast zetten we in op betere bekendheid over post-covid onder artsen, burgers, scholen, werkgevers en andere relevante instellingen en organisaties. Voor werknemers met een cruciaal beroep die tijdens de coronacrisis door hun werk long-covid hebben opgelopen moet de beoogde financiële regeling worden verruimd, verhoogd en vereenvoudigd.
  • Snellere uitwisseling van zorggegevens. Wanneer het nodig is en toegestaan door de patiënt, moeten zorggegevens snel gedeeld kunnen worden tussen zorgverleners en verschillende aanbieders. Dit geldt binnen het zorgdomein, maar ook tussen het zorgdomein en het sociaal domein. Voor acute zorg van groot gezondheidsbelang krijgen zorgverleners inzage in informatie, tenzij je aangeeft toestemming te onthouden (opt-out). Voor alle andere zorg geef je actief toestemming voor inzage door zorgverleners. Je moet op elk moment kunnen bekijken welke zorgverleners informatie van je hebben ingezien, en wanneer dat was.
  • Terugdringen administratieve lasten. We maken een einde aan het verantwoordingscircus waarbij zorgverleners aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, aan de Nederlandse Zorgautoriteit en aan de verschillende verzekeraars eindeloze verantwoording moeten afleggen. Enkel verantwoording die nodig is voor het tegengaan van ernstige zorgfraude en voor de kwaliteit van zorg blijft bestaan.
  • Meer duurzaamheid in de zorg. Meer dan 7% van de totale CO2-uitstoot in Nederland wordt veroorzaakt door de zorgsector. Veel zorgverleners en zorgaanbieders willen verduurzamen maar lopen tegen belemmeringen aan. Wij zorgen daarom voor goede ondersteuning bij het verduurzamen van de zorg.
  • Organisatie, invloed en zeggenschap van zorggebruikers. Aan beleid, regelgeving én uitvoering wordt altijd gewerkt met input van ervaringsdeskundigen en zorgvragers. Dit wordt een vereiste en er worden middelen, ook in de uitvoering, voor beschikbaar gesteld. In alle lagen van de zorg – van de jeugdzorg tot de verslavingszorg – komen onafhankelijke patiëntenverenigingen die worden betrokken bij het beleid en die inspraak en zeggenschap krijgen. Patiënten(organisaties) die inbreng leveren bij de verbetering van zorg, deelnemen aan verbetertrajecten voor organisatie- of overheidsbeleid en meedoen aan onderzoek, moeten kunnen rekenen op een financiële tegemoetkoming in de vorm van vacatiegeld of middelen om de achterban te raadplegen.

Samen ouder worden

  • Regie terugpakken op de ouderenzorg. De ouderenzorg piept en kraakt en de problemen dreigen groter te worden in plaats van kleiner. Veel ouderen en hun naasten raken verdwaald in het zorgstelsel of staan lang op een wachtlijst voor het verpleeghuis. Een groeiende tweedeling tussen welgestelde ouderen en ouderen met een kleine portemonnee is het gevolg. Daarom bouwen we extra verpleeghuisplekken. En pakken we de complexiteit van de ouderenzorg aan, die wordt veroorzaakt door een grote wettelijke versnippering en doorgeschoten marktwerking. Voor ouderen die lange tijd ziek zijn, brengen we alle langdurige ouderenzorg – of het nu gaat om verzorging, (wijk-)verpleging, dagbesteding of huishoudelijke hulp – onder in de Wet langdurige zorg. De zorgkantoren krijgen de taak om samen met de zorgaanbieders in de regio de langdurige zorg in samenhang te organiseren en om de zorg te bekostigen op basis van het aantal hulpbehoevende ouderen in de regio. De wijkverpleegkundige krijgt een belangrijke rol in de vaststelling van de benodigde zorg en ondersteuning in de thuissituatie.
  • Zorg en ondersteuning voor ouderen thuis en in de wijk. Eén wettelijk kader en één bekostiging voor verpleging, verzorging en ondersteuning maakt het voor ouderen aantrekkelijker thuis te wonen. Het is daardoor ook makkelijker voor zorgverleners en sociaal werkers om samen te werken en in te zetten op preventie. De wijkverpleegkundige krijgt een leidende rol bij de indicatie van de zorg- en sociale vraag van de thuiswonende oudere en vervult daarmee een spilfunctie in de wijk. Bij een complexe zorgvraag kan ook de specialist ouderengeneeskunde inspringen vanuit de wijk en zo de huisarts ontlasten. Voor initiatieven die gericht zijn op het bieden van (medisch-specialistische) ouderenzorg in de wijk zoals de WijkKliniek is financiering beschikbaar.
  • Investeren in verpleeghuizen. Als de zorgvraag te zwaar wordt om thuis te kunnen opvangen, moet er ruimte zijn in een verpleeghuis. We gaan de komende jaren investeren in de uitbreiding van het aantal verpleeghuisplekken. We blijven toezicht houden op de kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen, verzorgingshuizen en hospices.
  • Verzorging wordt weer een aantrekkelijk vak. De loonachterstand van verpleegkundigen maken we ongedaan door de salarissen in de verpleeghuizen en de thuiszorg op zijn minst weer aan te sluiten bij andere sectoren. We maken het werk aantrekkelijker door ervoor te zorgen dat zorgverleners niet langer dertig procent van hun tijd hoeven te besteden aan de verantwoording van hun ‘productie’. Zij krijgen de ruimte om zelf in te schatten wat nodig is voor de mensen die zij verzorgen.
  • Zorgzame gemeenschappen. Zorgen voor elkaar doen we met elkaar. Ook voor en met ouderen. En dat gebeurt al op allerlei plekken in het land. Burgerinitiatieven en informele netwerken verdienen betere ondersteuning. Zij moeten aanspraak kunnen maken op financiering. Dat geldt ook voor mantelzorgers. We breiden het mantelzorgverlof uit. Het kortdurend zorgverlof verlengen we naar twee weken, waarbij we zorgen dat mensen met een laag inkomen deze volledig vergoed krijgen. Het langdurige zorgverlof gaat voortaan deels vergoed worden, afhankelijk van het inkomen. Verder maken we het mogelijk om zorgverlof aan te vragen om voor een buurtbewoner te zorgen.

Gezondheid is beter dan de zorg

  • De gezonde samenleving. De zorg voor onze gezondheid begint bij het organiseren van een gezonde samenleving. Of het nu gaat om schulden, geestelijke gezondheid of problematisch overgewicht, het is cruciaal om problemen aan te pakken voordat mensen gezondheidsproblemen krijgen. Daarom investeren we in publieke voorzieningen, zorgen we dat iedereen kan rondkomen en garanderen we dat iedereen toegang heeft tot schone lucht, schoon water, goed voedsel en een fijne leefomgeving.
  • Meer aandacht voor collectieve preventie. De regionale zorgfondsen worden gestimuleerd om 5% van hun budgetten te besteden aan preventie. Ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat meer geld uitgeven aan preventie. Preventie is vaak gericht op individuele leefstijlveranderingen, maar wij willen ook meer aandacht voor collectieve preventie. Daarom verankeren we een integrale aanpak van suïcidepreventie in de wet. Daarnaast formuleren we, analoog aan de klimaatdoelen, wettelijke gezondheidsdoelen die richtinggevend zijn voor landelijke, regionale en lokale partijen. De inzet van culturele participatie in de vorm van muziek, theater of schilderen zijn hierbij beproefde middelen. Ook voor jongeren zijn er langs deze weg mogelijkheden als alternatief voor uitgaan. 
  • De sportende samenleving. In een nieuwe Sportwet leggen we wettelijk vast dat iedere gemeente voldoende sportverenigingen en faciliteiten moet hebben. Gemeenten vergoeden lidmaatschapskosten voor mensen met een laag inkomen. De leeftijdsgrens in het Jeugdfonds Sport en Cultuur verhogen we naar 21 jaar. Sport en beweging wordt een standaard onderdeel van de inrichting van onze openbare ruimte. Verder zorgen we dat er op iedere school weer gymles wordt gegeven door een gecertificeerde leraar en is ons doel dat ieder kind een zwemdiploma haalt. We zorgen voor vitale verenigingen en en bieden ondersteuning, ook aan de ‘kleine’ verenigingen.
  • Grotere rol voor de GGD. De GGD’s hebben een cruciale rol in de preventie van ziekten en het stimuleren van de publieke gezondheid. Hun belangrijke consultatietaak voor baby’s en jonge kinderen wordt uitgebreid naar jongvolwassenen en volwassenen. Er komt een landelijke basisfinanciering voor de GGD voor een publieke gezondheidszorg die overal op peil is. De GGD gaat een grotere ondersteunende rol spelen voor gemeenten en aansluiten op de beweging van de brede eerstelijnszorg in buurten en wijken.
  • Terugdringen ongezonde reclame. We stellen een verbod in op reclames voor ongezonde zaken als (online) gokken, alcohol en fastfood. Ook richten we ons op de marketing van ongezonde producten via sociale media. Waar het gaat om de gezondheid van kinderen, treden we hard op tegen influencers die bewust schadelijke producten aanprijzen.
  • Terugdringen schadelijke producten. We breiden het aantal rookvrije omgevingen uit en zetten de verhoging van de accijnzen door, ook voor e-sigaretten. Ook zetten we de afbouw van het aantal verkooppunten door en gaan we streng handhaven op de verkoop aan minderjarigen en illegale reclame op sociale media. Ontmoedigingsbeleid wordt vooral via wetgeving geregeld in plaats van vrijblijvende afspraken met belanghebbende industrieën. Het is voor winkeliers verboden om alcohol te schenken. We stellen grenzen aan de maximale hoeveelheid suiker in producten.
  • Jongeren moeten kunnen uitgaan. We willen geen samenleving waar jongeren onder de 18 jaar, die geen alcohol mogen drinken, alleen maar in de schaduw kunnen samenkomen en er geen sociale controle is. We bevorderen daarom dat er in steden en dorpen meer uitgaansmogelijkheden voor jongeren komen. In buurthuizen, sportverenigingen of gewoon horeca die wel toegankelijk voor jongeren is.
  • Voorkomen van gokverslavingen. Net als in België voeren we een limiet in van maximaal € 200 die mensen per week mogen inzetten via gokwebsites. Het preventiebeleid van gokbedrijven maken we minder vrijblijvend: vanuit de overheid krijgen de gereguleerde websites een onafhankelijke deskundige toegewezen die het preventiebeleid van de bedrijven controleert. Bedrijven worden verplicht data te delen over problematische spelers. We trekken de licentie van bedrijven in als zij de regels overtreden. We zorgen bovendien dat alle loterijen in Nederland proportioneel gaan bijdragen aan de belastingen. We verhogen de afdracht van de Staatsloterij en zorgen dat de kansspelbelasting voortaan op alle loterijen van toepassing is.
  • Een veilige en goede seksuele gezondheid. Anticonceptie, zoals de pil en het spiraaltje, komen in het basispakket. Voor jongeren tot 25 jaar maken we condooms gratis beschikbaar bij de apotheek en de soatest bij de huisarts zonderen we uit van het eigen risico. We versoepelen de criteria voor gratis en anonieme soa-tests via de GGD’s en verminderen daarmee de werkdruk voor de huisartsen. We verruimen het budget voor aanvullende seksuele gezondheidszorg en daardoor de capaciteit bij de GGD. Zo kunnen mensen hier makkelijker terecht, komt er meer tijd en capaciteit vrij voor outreach en preventie en wordt op termijn de reguliere zorg ontlast. De hiv-preventiepil PrEP en bijbehorende zorg worden laagdrempelig verstrekt en vergoed. Alle scholen geven voorlichting over relaties, (online) seksualiteit, het aangeven van wensen en grenzen en sekse-, gender- en seksuele diversiteit. We herintroduceren grote publiekscampagnes om jongeren en anderen voor te lichten over prettige en veilige seks. Menstruatieproducten gaan we gratis aanbieden op scholen en in overheidsgebouwen.
  • Een versterkt recht op abortus. We maken ons hard voor het verwijderen van abortus uit het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast willen we investeren in goede hulpverlening en nazorg voor mensen die een abortus laten verrichten en treden we streng op tegen intimidatie bij abortusklinieken.
  • Zelf beschikken over het levenseinde. Wie ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, ongeacht of dat lichamelijk of geestelijk is, kan een beroep doen op het recht op zelfbeschikking. Daarom halen we euthanasie uit het strafrecht.