4.4 Democratie begint bij rechtvaardigheid en inclusie
- Effectieve gelijke behandeling voor gelijke gevallen. Artikel 1 van onze Grondwet is duidelijk: in gelijke gevallen wordt iedereen in Nederland gelijk behandeld. Toch worden grote groepen mensen in ons land structureel uitgesloten of bedreigd. Om wie ze zijn of om wat ze geloven, hun sekse of hun seksuele gerichtheid. Ook weten we inmiddels dat de helft van de vrouwen en één op de vijf mannen in hun leven te maken hebben met seksueel grensoverschrijdend gedrag of geweld. Voor jonge vrouwen en LHBTQIA+ jongeren liggen deze cijfers nog veel hoger. Ook scoort Nederland hoog als het gaat om huiselijk geweld en femicide. Wij blijven ons hiertegen verzetten en blijven strijden voor een inclusieve en veilige samenleving. Dat doen we middels brede campagnes, het opvolgen van overheidsadviezen om dit een halt toe te roepen, het agenderen van misstanden, het confronteren met aannames en vooroordelen en het controleren van systemen. Het Verdrag van Istanbul en het VN-Vrouwenverdrag worden nageleefd en de internationale implementatie van deze verdragen wordt bevorderd.
- Einde aan institutioneel racisme en genderongelijkheid. We vinden het onacceptabel dat structurele en georganiseerde vormen van discriminatie vanwege huidskleur, gender, religie, nationaliteit en cultuur voorkomen in Nederland. Dit zien we terug op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, volkshuisvesting en in het veiligheidsbeleid. We werken actief aan een cultuuromslag waarin de onderliggende vooroordelen en machtsmechanismen worden doorbroken. De overheid geeft het goede voorbeeld met divers en inclusief beleid bij benoemingen, handhaving van sociale (en seksuele) veiligheid en landelijke campagnes. Alle overheidsinstanties stoppen met het gebruik van risicoprofielen en algoritmes die fraude, criminaliteit of ongewenst gedrag ‘voorspellen’. We werken het nationale algoritmeregister, waarin alle algoritmen staan die overheden gebruiken, zo snel mogelijk bij. Ook schrappen we de zogenaamde Rotterdamwet (officieel: de Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek), die onderscheid maakt tussen mensen op basis van inkomen en culturele achtergrond.
- Samen herdenken, verwerken en herstellen. Nederland heeft excuses gemaakt voor het koloniale en slavernijverleden. Nu is het tijd om werk te maken van verbinding en herstel. Er komt een herstelfonds voor nazaten van tot slaaf gemaakten. Samen met de gemeenschappen wordt bepaald hoe dit fonds wordt ingevuld. We gaan verder met de gesprekken binnen de gemeenschappen in Europees Nederland en Caribisch Nederland over het koloniale en slavernijverleden, de doorwerking hiervan en het nodige herstel. In het hele onderwijs komt er voldoende aandacht voor het koloniale en slavernijverleden van ons land. En er komt een slavernijmuseum in Nederland en het Caribisch gebied, met aandacht voor de trans-Atlantische slavenhandel, de slavernij in Azië, in voormalig Nederlands-Indië en voor contractarbeid. 1 juli (Keti Koti) en 5 mei (Bevrijdingsdag) worden nationale vrije dagen. Historische figuren die misdaden tegen de menselijkheid hebben begaan of verantwoordelijk waren voor genocide, worden niet meer verheerlijkt. En we zorgen dat de verhalen over de helden van onze gedeelde geschiedenis worden verteld. We hebben oog voor de nog altijd onderbelichte bladzijden van ons koloniale verleden, waaronder de historische en actuele situatie in West-Papua en de Molukken. En wij spannen ons in om huidige misstanden in voormalige kolonies (zoals de mensenrechtenschendingen in Papua) te verhelpen. Wij zetten ons in om het teruggeven van tijdens het Nederlandse koloniale bewind, geroofde kunst van bevolkingsgroepen die geen zelfbeschikking hebben, alleen in overleg met en alleen met akkoord van die bevolkingsgroepen, te laten plaatsvinden. Waar mogelijk gebeurt dit in overleg met diaspora en nabestaanden in Nederland.
- Het bevorderen van diversiteit. Voor een integrale aanpak van discriminatie, racisme, genderongelijkheid en seksueel geweld (nationaal actieplan) is het cruciaal om in alle sectoren diversiteit te bevorderen.Veel prioriteit geven we aan meer diversiteit bij de politie, zodat het een politie van en voor iedereen wordt (lees ons uitgebreidere programmapunt bij ‘Veiligheid voor leefbaarheid’). Ook ambtenaren en andere werknemers moeten in beginsel de zelfbeschikking hebben om zich vrij naar eigen levensovertuiging te kleden, inclusief religieuze uitingen. In tal van functies en beroepen streven we naar een zo evenredige mogelijke verdeling van vrouwen en mannen, mensen met een bi-culturele achtergrond en andere groepen. Dat geldt zeker voor politieke functies, en functies binnen de overheid. Ook in de publieke sector is nog veel werk te verzetten. Zo zien we bijvoorbeeld dat er nog steeds een grote achterstand is in het aantal vrouwelijke hoogleraren en hoogleraren met een bi-culturele achtergrond. Daarom wordt in de publieke sector de komende jaren ingezet op een transparant en modern loopbaanbeleid.
- Geen discriminatie door bedrijven. Bedrijven die zich schuldig maken aan (stage)discriminatie krijgen stevige boetes en worden uitgesloten van overheidsopdrachten. De Nederlandse Arbeidsinspectie wordt toegerust met capaciteit en financiële middelen voor onderzoek naar discriminatie en ongelijke kansen in werving en selectie. Bedrijven die verzoeken ontvangen om te discrimineren, bijvoorbeeld als uitzendbureau of makelaar, hebben de plicht om dat verzoek te melden. Bedrijven dienen ook te zorgen voor een veilig werkklimaat als onderdeel van hun arbeidsomstandigheden-verplichtingen; sociale veiligheid en het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag horen daarbij. We trekken de vergunning voor verhuurders in als zij discrimineren. Ook voor makelaars komen er vergunningen. We stimuleren de samenwerking en kennis-uitwisseling tussen de organisaties die discriminatie voorkomen en bestrijden, en daar expertise over opbouwen.
- Meer gelijkheid binnen bedrijven. We dichten de loonkloof tussen mannen en vrouwen definitief. De overheid geeft daarin het goede voorbeeld, en voor bedrijven voeren we zo snel mogelijk een Wet gelijke beloning in ter implementatie van de Europese wet loontransparantie. Hierbij wordt de bewijslast voor ongelijke beloning omgedraaid: de werkgever toont aan dat er geen loondiscriminatie is. Er komt een certificeringsstelsel waarmee bedrijven met meer dan 100 werknemers aantonen dat ze gelijk loon voor gelijk werk bieden: zo wordt het aan werkgevers om aan te tonen dat hun beloningsbeleid eerlijk is. De overheid ondersteunt zowel kleine als grote bedrijven actief bij het verkleinen van de loonkloof en het bevorderen van diversiteit binnen hun onderneming ten aanzien van met name biculturaliteit, gender, en seksuele en genderdiversiteit. Wij stimuleren bedrijven en instellingen om goede ervaringen hiermee uit te wisselen, onder andere door ‘Diversiteit in Bedrijf’ te goed te verankeren en steunen. We stimuleren om vast te leggen in CAO’s dat diversiteit wordt bevorderd en dat sociale uitsluiting of discriminatie onacceptabel is. Daarnaast handhaven we de wetgeving dat maximaal 60% van de raden van commissarissen bestaat uit personen van hetzelfde gender en breiden deze uit naar de raden van bestuur. Discriminatie op de arbeidsmarkt blijft, zelfs met vele openstaande vacatures, een reëel probleem. Wij overleggen met de vakbeweging over versterking van de instrumenten om discriminatie te bestrijden en, nog liever, te voorkómen.
- Aanpakken seksueel grensoverschrijdend gedrag. We zetten de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag door als onderdeel van het nationaal actieprogramma (NAP), wat zich uitstrekt van preventie tot de justitiële keten. Waar nodig worden onderdelen wettelijk verankerd (denk aan vertrouwenspersonen en gedragscodes). Het NAP wordt uitgebreid naar huiselijk geweld en femicide. Een regeringscommissaris zal ook de komende periode nog dienen als aanjager voor de noodzakelijke cultuurverandering. De aanpak wordt zowel uitgevoerd in de publieke als private sector met betrokkenheid van ervaringsdeskundigen. We zetten een onderzoeksraad voor Sociale en Seksuele veiligheid op die dient als kennis- en coördinatiecentrum van alle sectorale meldpunten en die onderzoek doet naar specifieke casussen. Er komt een wettelijk kader voor onderzoeksbureaus die onderzoek doen in opdracht van organisaties of bedrijven naar seksueel grensoverschrijdend gedrag of sociale veiligheid. Bedrijven zorgen ook voor een aanpak als onderdeel van hun arbeidsomstandigheden. Zij stellen daarvoor vertrouwenspersonen aan, hebben een transparante klachtenprocedure en werken met hun medewerkers aan het levend houden van een gedragscode en een veilige cultuur. Er komt meer aandacht voor de slachtoffers van seksueel- en huiselijk geweld. We trainen agenten zodat zij signalen van seksueel geweld herkennen en daar goed mee om kunnen gaan en investeren met prioriteit in de politiecapaciteit voor de behandeling van aangiften van haatdelicten en strafbaar seksueel overschrijdend gedrag. Ook breiden we bijvoorbeeld de Centra Seksueel Geweld en ‘veilig thuis’-huizen verder uit. Zo krijgen zedenslachtoffers betere psychologische begeleiding en kunnen aanwijzingen om verdachten te vervolgen beter veiliggesteld worden.
- Beschermen van LHBTQIA+-rechten. We scherpen het Wetboek van Strafrecht en de Algemene wet gelijke behandeling aan, zodat duidelijk wordt dat ook de discriminatie op basis van LHBTQIA+ strafbaar is (ook voor de BES-eilanden). We verbieden conversie-therapieën waarbij wordt geprobeerd mensen te ‘genezen’ van hun genderidentiteit en/of seksuele voorkeur. Mensen die gebruik willen maken van transzorg hoeven hier niet meer verplicht een diagnose voor te krijgen, maar hebben recht op directe zorg. De verplichte geslachtsregistratie bij de overheid schaffen we af en we maken het mogelijk om op identiteitspapieren geen geslacht te laten vermelden of een andere aanduiding dan M of V te kiezen. We blijven financiële ondersteuning bieden aan programma’s die zich specifiek richten op de emancipatie en het ondersteunen van oudere of bi-culturele LHBTQIA+-personen, mensen met een beperking en op het voorkomen van suïcide binnen deze groepen. In opvanglocaties voor vluchtelingen gaat speciale aandacht uit naar de veiligheid voor LHBTQIA+-personen. De procedure om in bestaande geboorteaktes de vermelding van het geslacht te wijzigen, wordt versimpeld; de nu nog verplichte “deskundigenverklaring” vervalt.
- Erkenning voor regenbooggezinnen. We introduceren zo snel mogelijk een nieuwe wettelijke regeling voor meerouderschap. Vruchtbaarheidsbehandelingen worden voortaan ook vergoed als een draagouder een kind draagt voor een regenbooggezin. Bij de implementatie van het kinderrechtenverdrag krijgen kinderen in beginsel recht op de nabijheid van alle ouders.
- Meer vrijheid om je te verbinden. Veel rechten en plichten zijn nog te nadrukkelijk verbonden aan het traditionele gezin en directe familie. Wij willen dat er meer keuzevrijheid komt in de formele verbintenissen die mensen aan kunnen gaan. We voegen de mogelijkheid van een neutrale geregistreerde verbintenisvorm toe aan het Burgerlijk Wetboek. Dat zorgt ervoor dat mensen kunnen vastleggen welke wederzijdse rechten, plichten en zorg zij ten opzichte van elkaar hebben, zonder dat zij daarvoor hoeven te trouwen of een geregistreerd partnerschap hoeven aan te gaan. Dit geldt voor zowel twee- als meerpersoons relaties waarin sprake is van wederzijdse instemming. Ook in het belastingstelsel streven we naar meer gelijkheid tussen verschillende vormen van samenleven.
- VN-verdrag Handicap als norm. We bouwen aan een inclusieve samenleving waarin ook mensen met een beperking volwaardig mee kunnen doen door het VN-verdrag inzake de rechten voor personen met een handicap volledig uit te voeren. De definitie van algemene toegankelijkheid in dit verdrag wordt de norm. We maken vaart met de ratificatie van het Facultatieve Protocol van het VN-verdrag. Ervaringsdeskundigen worden betrokken in het volledige beleidsproces. Het openbaar vervoer, de publieke ruimte, bedrijfsruimten en overheidsgebouwen worden breed toegankelijk voor ouderen en mensen met een beperking. Toegankelijkheid voor mensen in een rolstoel of met een beperking, conform het vereiste van artikel 9 VN-verdrag Handicap, wordt geborgd in het verlenen van bouw- en omgevingsvergunningen. In de zorg garanderen we dat zorglocaties ook geschikt zijn voor mensen met een meervoudige beperking. Organisaties en werkgevers worden ondersteund om de overstap naar brede toegankelijkheid te maken. Alle overheidscommunicatie, informatie van organisaties die een overheidstaak vervullen, informatie die wordt gefinancierd met publiek geld en het (digitale) betalingsverkeer zijn breed toegankelijk voor mensen met een beperking of worden dat gemaakt.
- Betere aanpak van discriminatie. De activiteiten die nodig zijn om het werk van de Nationaal Coördinator Racisme en Discriminatie tot uitvoering te brengen, kunnen rekenen op structurele financiering. Het College voor de Rechten van de Mens versterken we, zodat zij actief onderzoek kan doen bij partijen die worden verdacht van discriminatie of seksisme. Ook ondersteunen en versterken we initiatieven van emancipatie- en doelgroeporganisaties.
- Oprichting landelijke antidiscriminatievoorziening. Vergelijkbaar met Bureau Slachtofferhulp komt er eenlandelijke organisatie (met decentrale locaties) voor melding van discriminatie. Naast klachtenbehandeling worden hier ook preventieve taken ondergebracht. De organisatie krijgt ruimte om onderzoek te doen en de mogelijkheid om te beboeten. Ook voegen we mogelijkheden om racisme en discriminatie te bestrijden toe aan als bevoegdheid van burgemeesters.
- Stoppen van moslimdiscriminatie en islamofobie. Middels strengere controles voorkomen we de discriminatie van moslims door banken en financiële instellingen. Ook treden we harder op tegen vormen van discriminatie op de woningmarkt, de arbeidsmarkt, stagemogelijkheden, de zorg en de openbare of particuliere maatschappelijke diensten (zoals bij toegang tot culturele instellingen, cafés en discotheken). We werken aan bewustwording omtrent islamofobie, bijvoorbeeld door voorlichting op scholen en maatschappelijke organisaties. We schaffen het gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding af.
- Stoppen van anti-zwart racisme. Wij steunen het Europees Parlement in zijn oproep en zien anti-zwart racisme als specifieke discriminatiegrond. Naast aandacht in het onderwijs voor ons koloniaal- en slavernijverleden is het belangrijk dat er meer bewustwording komt over hoe die geschiedenis en mensbeelden nog steeds in de maatschappij doorwerken. We gaan harder optreden tegen vormen van discriminatie tegen zwarte mensen, bijvoorbeeld binnen de arbeidsmarkt, het onderwijs en de woningmarkt. We continueren het VN-programma ‘Internationaal decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst’ dat in 2024 afloopt.
- Stoppen van antisemitisme. Antisemitisme pakken we hard aan. Op scholen wordt meer aandacht besteed aan de Holocaust, hedendaags antisemitisme en de Joodse geschiedenis en cultuur. Daarnaast zetten we ons de komende jaren in voor een brede Europese aanpak van antisemitisme, onder andere door sociale internetplatforms te verplichten hiertegen op te treden.
- Stoppen van anti-aziatisch racisme. Anti-Aziatisch racisme wordt integraal opgenomen in anti-discriminatiebeleid en onderzoek naar racisme in Nederland. Er komt meer aandacht voor arbeidsdiscriminatie, de specifieke zorgbehoeften van Aziatische Nederlanders in de gezondheidszorg, een het bestrijden van schadelijke stereotypen en racisme in de media. In het onderwijs wordt ingezet op inclusief lesmateriaal en een veilige leeromgeving.
- Harder straffen van discriminatie en racisme. We geven het Openbaar Ministerie meer ruimte om discriminatiezaken te vervolgen. Ook verhogen we de strafmaat voor haatmisdrijven, zoals discriminerend geweld, femicide bedreigingen en intimidatie. Zaken als online haat en discriminerende spreekkoren pakken we harder aan.
- Aanpak mensenhandel. Er komt een eenduidige, landelijke aanpak op het gebied van mensenhandel. De huidige aanpak is te versnipperd en gemeenten kunnen het probleem niet altijd de prioritering geven die het verdient.