3.3 Een sociaal vangnet en goed pensioen

  • Toegankelijkere, eerlijkere en duidelijkere sociale zekerheid. We zetten vol in op inkomenszekerheid en perspectief voor de mensen die een beroep moeten doen op het sociale vangnet. Daarvoor is het nodig om een langetermijnvisie te ontwikkelen op het sociale vangnet van de toekomst. We maken op termijn in ieder geval een Bestaanszekerheidswet die de huidige Participatiewet vervangt.
  • Overbodig maken van toeslagen. We willen het toeslagenstelsel op termijn overbodig maken door te zorgen voor fatsoenlijke uitkeringen en inkomens, lagere lasten voor werkenden en goede publieke voorzieningen. We verhogen het minimumloon naar € 16 per uur en de uitkeringen gaan hierin mee. De kinderopvang wordt in publieke handen gebracht, zodat de kinderopvang gratis is voor alle kinderen. De kinderopvangtoeslag verdwijnt daarmee. We vormen de kinderopvang om tot een publieke voorziening, zodat de kinderopvangtoeslag kan verdwijnen. We onderzoeken of het kindgebonden budget in de kinderbijslag geïntegreerd kan worden en hoe we ook de huurtoeslag kunnen afschaffen zonder dat huurders erop achteruitgaan. Met een lagere zorgpremie en lager eigen risico is ook de zorgtoeslag niet langer nodig. We onderzoeken hoe heffingskortingen, studiefinanciering en aftrekposten kunnen worden vervangen door een onvoorwaardelijk, maandelijks basisbedrag voor iedereen vanaf 18 jaar tot de AOW-leeftijd, uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank of een nieuw op te richten instantie gecombineerd met meer belasting voor de hogere inkomens. Hierbij blijft de studiefinanciering voor jongeren tot 18 jaar overeind.
  • Meer perspectief bij werkloosheid. We verlengen de kortdurende WW, voor mensen die een half jaar hebben gewerkt, van drie naar zes maanden. De langdurende WW, voor mensen met een langere werkgeschiedenis, verkorten we niet. Iedereen die zonder werk komt te zitten, krijgt een persoonlijk plan: bijvoorbeeld om- of bijscholing, verslavingszorg of een time-out. Ook de doelen kunnen verschillen. Een basisbaan, beschut werk via een Sociaal Ontwikkelbedrijf of vrijwilligerswerk biedt vaak een realistisch perspectief.
  • Meer zekerheid bij arbeidsongeschiktheid. Voor 35-minners komt er een WIA-drempelverlaging zodat deze mensen eerder een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen krijgen. In de beoordeling van arbeidsgeschiktheid tussen lage en hoge inkomens komt er gelijke behandeling. Voor het bepalen van een realistischer criterium voor arbeidsongeschiktheid wachten we de bevindingen af van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (die in 2024 verwacht worden). Bij een herkeuring worden nieuwe klachten voortaan meegenomen en we onderzoeken hoe meer samenhang met de Participatiewet kan worden bereikt.
  • Collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen voor alle werkenden. Veel zzp’ers hebben geen vangnet in geval van pech of ziekte. Daarom komt er op termijn een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zzp’ers, met een eerlijke bijdrage van de opdrachtgever en een inkomensafhankelijke premie. We zorgen voor een betaalbare premie. De overheid springt zo nodig financieel bij om te garanderen dat deze verzekering voor iedereen toegankelijk is. Wij scheppen de randvoorwaarden voor zzp’ers om toetreding tot pensioenfondsen zo makkelijk mogelijk te maken. Werknemers in loondienst houden dezelfde rechten en plichten die ze nu hebben, zoals loondoorbetaling bij de eerste twee jaar ziekte (de wachttijd) en eventueel via een cao vastgelegde bovenminimale verzekeringen. Alle werkenden – tot een bepaald inkomen – gaan voortaan verplicht vanaf dag één pensioen opbouwen. Opdrachtgevers van zelfstandigen betalen daaraan mee, zodat ook zzp’ers een fatsoenlijk pensioen opbouwen.
  • Een rechtvaardige bijstand. We accepteren geen armoede. We verhogen het niveau van de bijstand in lijn met het voorstel daarover van de commissie Sociaal Minimum. Ook voor Caribisch Nederland stellen we een sociaal minimum vast dat voorziet in een fatsoenlijk bestaan. We trekken het bijstandsniveau voor jongeren tussen de 18 en 21 jaar gelijk met dat voor volwassenen. We stoppen met de verplichting om een maand zonder uitkering naar werk of een opleiding te zoeken voor jongeren onder de 27 die bijstand aanvragen. We schaffen de kostendelersnorm af en geven mensen meer ruimte om mantelzorg te verlenen zonder gevolgen voor hun uitkering. Omdat niemands wereld ophoudt bij gemeentegrenzen, trekken we de ondergrens bij gemeentelijke armoederegelingen gelijk door het hele land. Overal wordt de doelgroep voor gemeentelijke minimaregelingen gelijkgesteld op minimaal 120% van het wettelijk sociaal minimum. Voor mensen net boven die grens komen er ruimere mogelijkheden binnen de bijzondere bijstand. Waterschappen en gemeenten kunnen lokale belastingen kwijtschelden. Voor mensen met een uitkering en een vermogensgrens die gelijk is aan die van de bijstand, komt er automatisch kwijtschelding van deze belastingen. Wanneer gepensioneerden met een laag inkomen of enkel AOW een kwijtschelding krijgen, krijgen ze die bij een ongewijzigde situatie (inkomensstijging of samenwonen) voor de rest van hun leven.
  • Vertrouwen bij uitvoering van de Participatiewet. Mensen zonder werk behandelen we met vertrouwen. De verstikkende eis van de verplichte tegenprestatie, de taaleis en de zoektermijn voor jongeren schaffen we af en we versoepelen de sollicitatie- en inlichtingenplicht. We dringen de hoeveelheid formulieren terug. Als mensen foutieve informatie aanleveren, wordt dat gecorrigeerd zonder dat direct automatisch een boete volgt. Als begeleiding naar regulier werk niet mogelijk is, geven we mensen recht op een basisbaan op maat, met goede arbeidsvoorwaarden en het minimumloon. Zolang een toereikend sociaal minimum nog niet georganiseerd is, gaan we in de Participatiewet verlichte eisen toepassen, zoals de ruimte om tot € 2400 per jaar aan giften te mogen ontvangen. Het huis en de auto vallen niet langer onder de vermogenstoets. We stimuleren dat mensen gaan werken vanuit een uitkering, onder andere door ze de mogelijkheid te geven om tot 15% boven op hun uitkering bij te verdienen. We introduceren een terugvaloptie in de sociale zekerheid, zodat mensen weer werk kunnen aanvaarden zonder angst dat ze daarmee hun recht op uitkering verliezen als het tegenvalt.
  • Een stevige basis voor iedereen. We zorgen voor een effectieve en doelmatige manier om armoede te bestrijden en een basis in ieders bestaan te leggen zonder geld over te maken aan mensen die het helemaal niet nodig hebben. We zijn voor een negatieve inkomstenbelasting. Binnen de huidige Belastingdienst is dit niet uitvoerbaar. We gaan onderzoeken wat nodig is om dit wel te kunnen uitvoeren. We evalueren de pilots omtrent ‘gewoon geld geven’ om te bezien welke groepen hier daadwerkelijk voor in aanmerking kunnen komen.
  • Een fatsoenlijke oude dag voor iedereen. We verplichten werkgevers om een adequate pensioenregeling aan te bieden voor hun werknemers, en we verplichten zelfstandigen om zelf pensioen op te bouwen. Onnodig complexe regels in de AOW willen we wegnemen. Zoals afgesproken in het Pensioenakkoord kunnen mensen met zware beroepen als ze dat willen eerder stoppen met werken. We willen het pensioengeld inzetten voor verduurzaming en maatschappelijk verantwoorde activiteiten. Van de pensioenfondsbesturen verwachten we dat ze meer ruimte maken voor vrouwen, jongeren en meer diversiteit kennen.

Hoog contrast