2.4 Een toekomstbestendige financiële sector

  • Een financieel stelsel dat stabiel is. We pleiten in EU-verband voor hogere buffereisen voor banken. Er komt een strikte scheiding tussen zakenbanken en consumentenbanken en we vervolmaken de Europese bankenunie. We zetten ons in voor nationale en internationale regelgeving die de macht van de grootste banken, vermogensbeheerders en verzekeraars inperkt, en bieden zo ruimte voor pioniers die de sector aanzetten tot verandering. Met een Europese financiële transactietaks ontmoedigen we de speculatieve handel in financiële producten die handelaren en andere partijen in de financiële sector flinke winsten oplevert, maar de stabiliteit van het financiële stelsel ondermijnt. Door de invoering van een digitale euro via de Europese Centrale Bank, waarmee betaald en gespaard kan worden, verkleinen we de afhankelijkheid van commerciële banken. Contant geld blijft in omloop.
  • Een financiële sector die veilig is. Nieuwe financiële producten laten we testen door toezichthouders om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden van misleidende financiële producten, zoals woekerpolissen. Tegen piramidespellen en andere beïnvloeding door influencers wordt harder opgetreden door toezichthouders. De gedragscode waarin is geregeld hoe banken met betaalgegevens van klanten dienen om te gaan scherpen we aan, en banken mogen deze betaalgegevens niet verkopen aan derden. De Volksbank blijft een nutsbank met een maatschappelijke missie en gaat niet naar de beurs. Een administratiekantoor ziet erop toe dat het bestuur alle bij de bank betrokken partijen op een evenwichtige manier bedient.
  • Een financiële sector die groen is. We gaan zowel in Europa als in Nederland de financiële sector vergroenen. We vergroenen de bankenbelasting en gaan klimaat- en duurzaamheids-gerelateerde risico’s zwaarder meewegen in het macroprudentieel toezicht op financiële instellingen: hoe hoger de risico’s, hoe hoger de kapitaaleisen. Er komt een klimaatplicht voor financiële instellingen: zij moeten de impact op mens, milieu, natuur en klimaat als gevolg van de hele keten van hun financieringen en beleggingen afbouwen. De afbouwplannen moeten inzichtelijk maken wat het afbouwpad is en tenminste in lijn zijn met de Klimaatwet. Ze gaan transparant rapporteren over hun inspanningen en resultaten wat betreft de verduurzaming van hun beleggingsportefeuilles. De Europese Verordening met betrekking tot informatieverstrekking over duurzaamheid (SFDR) wordt van toepassing op alle investeringsfondsen. We maken het voor pensioenfondsen mogelijk om meer langetermijninvesteringen te doen in duurzaam vastgoed, infrastructuur voor hernieuwbare energie, en in aandelen van bedrijven die de duurzaamheidstransitie vooruithelpen. Daartoe passen we de in het toezicht gereguleerde rekenregels en modellen voor pensioenfondsen aan. De Nederlandse exportkredietverzekering stopt per direct met alle fossiele steun en richt zich op activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan mensen, klimaat en milieu. Financiële instellingen wordt verboden te investeren in nieuwe fossiele projecten. Er komt een vergelijkbaar verbod op de financiering van activiteiten die mensenrechten, biodiversiteit, dierenwelzijn en ecosystemen hier of elders in de wereld ernstige en onomkeerbare schade toebrengen. En we maken ons in Europees verband sterk voor een prominentere rol voor duurzaamheidsoverwegingen in het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.
  • De opbouw van een Nationale Investeringsbank. Investeringsfonds Invest-NL bouwen we uit tot een Nationale Investeringsbank waarmee we investeringen in duurzaamheidsprojecten (mede-)financieren (zowel in vreemd als eigen vermogen) die nu niet of onvoldoende van de grond komen. Denk bijvoorbeeld aan mkb-bedrijven die moeilijk aan het benodigde durfkapitaal komen. Ook kan de Nationale Investeringsbank activiteiten verrichten die het makkelijker maken voor grote institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, om zulke investeringen te doen.