5.3 Nederland waterland

  • Betere waterkwaliteit. Om ons te behoeden voor grote problemen met het watersysteem leven we de Europese afspraken na: samen met de waterschappen en natuur- en agrarische organisaties zetten we een kwaliteitsoffensief in, zodat onze wateren in 2027 voldoen aan de Europese normen. Duurzame natuurinclusieve land- en tuinbouw is hiervoor de sleutel. Deelname aan het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en het hebben van een water- en bodemplan wordt verplicht voor alle agrariërs, waarbij zij zelf de voor hun bedrijf best passende maatregelen kunnen bepalen. Ook grote bedrijven als Tata, Chemelot of Chemours vervuilen ons water. We scherpen de regels voor toelating en lozing van stoffen als staalslakken, granuliet en PFAS aan en we laten het voorzorgsprincipe voor natuur en volksgezondheid strenger meewegen in het vergunningenbeleid. Alle vergunningen voor onbepaalde tijd worden uitgefaseerd en we gaan strenger handhaven. We verbieden niet-toetsbare stoffen die pas meetbaar zijn als de toxiciteitsgrens al overschreden is. Alle vormen van onttrekking van grondwater door bedrijven, boeren en burgers worden vergunningplichtig.
  • We laten de vervuiler betalen. We voeren een eerlijker belastingstelsel in voor waterbeheer, waterwinning en de waterzuivering, zodat de landbouw en industrie een reële prijs betalen voor de maatschappelijke kosten die ze maken. We schaffen de vrijstelling voor grootverbruikers op drinkwaterbelasting af. We zorgen voor strengere normen voor producenten die verantwoordelijk zijn voor medicijnresten, microplastics en chemische stoffen in het water. Ook benutten we de kansen voor het terugwinnen van grondstoffen uit rioolwater en het hergebruik van gezuiverd afvalwater, zodat de waterkringloop wordt gesloten.
  • Goed waterbeleid is goed veiligheidsbeleid. Gemeenten krijgen voldoende middelen in handen voor klimaatadaptatie. We leggen in steden en dorpen extra parken en waterpartijen aan voor verkoeling, verbeteren de opvang van water, vergroenen de daken en tuinen van woningen en planten meer bomen. We helpen huishoudens bij het opvangen van regenwater en het aanleggen van grijswatersystemen en leggen dit, naar Vlaams voorbeeld, als verplichting vast in het bouwbesluit. We stappen over van water afvoeren naar slim water vasthouden, waarbij we maximaal kiezen voor natuurlijke maatregelen: meanderen van beken, natuurlijke klimaatbuffers, en het scheppen van natte natuur en natuurlijke oevers. Bij dijkversterkingsprojecten maken we werk van meekoppelkansen. We ondernemen actie om de grondwatervoorraad en de dijken voor de lange termijn, ook na 2050, te beschermen en reserveren daarvoor voldoende budget. Beregening van landbouw in kwetsbare gebieden gaan we tegen.
  • Ook Bonaire, St. Eustatius en Saba doen mee. Er komt een klimaatadaptatieplan voor Bonaire, St. Eustatius en Saba, net als voor andere Nederlandse gemeenten. Inwoners worden betrokken en er komen voldoende kennis en financiële middelen beschikbaar.
  • Hoger waterpeil in veenweidegebieden. In de veenweidegebieden (met een maximale drooglegging van -20 cm waar het kan tot -40 cm waar het moet), voorkomen we de oxidatie van het veen en daarmee bodemdaling en CO2-uitstoot. We geven prioriteit aan de gebieden waar de kosten voor waterbeheer nu al (vrijwel) net zo hoog zijn als de opbrengsten van de landbouw of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw.
  • Passend waterpeil. We passen het uitgangspunt ‘functie volgt peil’ toe. Dat betekent dat we het waterpeil kiezen dat past bij het bodem- en watersysteem van een gebied en niet het peil dat past bij het huidige grondgebruik. In navolging van de provincie Noord-Brabant, met een grondwaterconvenant tussen alle waterpartners, komt er een nationaal Actieplan Verdroging.
  • Bescherming van onze zeeën. De Waddenzee is onderdeel van het Unesco Werelderfgoed. Ook de Noordzee en kwetsbare mariene natuur in Caribisch Nederland beschermen we als uniek zeegebied. Voor bescherming van de koraalriffen en de biodiversiteit in Caribisch Nederland blijven we de nodige financiering beschikbaar stellen. Er komt een verbod op diepzeemijnbouw in onze zeeën; zoutwinning in de Waddenzee wordt gestopt. Op de Waddenzee en Noordzee gaat de energietransitie voor wind en zon hand in hand met natuurontwikkeling, met heldere kaders voor de traditionele economie zoals transport en visserij. We gaan verder met opvolging van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad over veilig scheepvaartverkeer boven de eilanden. Langs de gehele Nederlandse kust beschermen we de natuurgebieden beter en wordt er niet onnodig gebouwd. We stimuleren waar mogelijk zachte overgangen tussen zee en achterland voor herstel van biodiversiteit, zoals het leefgebied van migrerende vissen.
  • Bescherming van onze deltanatuur. Net zoals de Waddenzee is de Zuidwestelijke Delta een belangrijk natuurgebied behorend aan onze Nederlandse deltanatuur, met de Westerschelde als uniek estuarium (waar zoet rivierwater en zout zeewater vermengd worden) dat in open verbinding staat met de zee. Behoud en herstel van de estuariene natuur krijgt prioriteit, waarbij natuurlijke processen en verbindingen tussen wateren hersteld worden. Specifiek voor de Westerschelde gaan we meer ruimte geven voor het estuarium.