Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

6.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

  • Solidariteitspact. We sluiten een solidariteitspact binnen de EU waarin lidstaten toezeggen behalve hun defensie-uitgaven ook de bestedingen aan internationale samenwerking, internationale klimaatsteun en compensatie voor klimaatschade te laten stijgen totdat de EU en de lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. Dit betekent dat EU-landen ten minste 0,7% van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Uitgaven voor klimaatfinanciering komen daar bovenop.
  • Ongebonden hulp. Ontwikkelingsgeld moet terechtkomen bij de mensen die dit het hardst nodig hebben, en is niet bedoeld om het Europese bedrijfsleven te spekken. We geven alleen ongebonden hulp. Grensbewaking en de terugkeer van uitgeprocedeerde migranten worden niet gefinancierd met Europees ontwikkelingsgeld.
  • Coherent beleid. We voeren een duurzame coherentietoets in: besluiten op het gebied van bijvoorbeeld handel, investeringen, landbouw, veiligheidsbeleid en wapenhandel mogen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) niet ondermijnen, maar moeten deze juist ondersteunen. Belastingontwijking door bedrijven die hun winsten wegsluizen uit het mondiale Zuiden – onder andere via doorsluisland Nederland – pakken we steviger aan.
  • Schuldkwijtschelding. We zetten ons in voor kwijtschelding van de torenhoge schuldenlast van de armste landen en maken hier afspraken over met hen.
  • Ontwikkelingsbanken. We vergroten de beschikbare financiering van de Europese en overige multilaterale ontwikkelingsbanken voor lage- en middeninkomenslanden. Daarnaast zetten wij ons in voor structurele democratisering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie en oefenen we maximale druk uit om de hervormingsagenda voor deze banken in de praktijk te brengen. Deze omvat meer middelen voor klimaatfinanciering en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s), meer aandacht voor de houdbaarheid van schulden en betere coördinatie tussen de banken. Verdere hervormingen richten zich op het verminderen van de afhankelijkheid van externe financiering en het mondiale Zuiden in staat stellen om hun eigen ontwikkelingsprioriteiten vast te stellen en te implementeren. Het IMF en de Wereldbank geven landen in hun financieringsvoorwaarden de ruimte voor het beschermen van de eigen industrie.
  • Global Gateway. We breiden het Global Gateway-programma voor Afrika, Azië en Zuid-Amerika uit en stellen daarin de belangen van het mondiale Zuiden sterker centraal. Dit programma is een goede eerste stap om tegenwicht te bieden aan de schadelijke Chinese invloed in het mondiale Zuiden, waar deze schadelijk is, maar vergt dringend extra middelen. Hierbij moet Europa de belangen van het mondiale Zuiden expliciet meewegen. Daartoe belegt de EU een top met regeringsleiders én vertegenwoordigers van regionale en lokale gemeenschappen, het maatschappelijk middenveld en kwetsbare groepen. Grote infrastructuurprojecten vereisen Inspraak en komen in publieke handen. De toegang tot drinkwater, sanitatie en andere basisvoorzieningen krijgt hogere prioriteit.
  • Klimaatschadefonds. De EU neemt het voortouw in het verder ontwikkelen en uitbreiden van het klimaatschadefonds, dat hulp biedt aan landen die lijden onder de gevolgen van klimaatverandering.
  • Gelijkwaardige partnerschappen. We erkennen dat ontwikkelingssamenwerking gestoeld is op een gelijkwaardige relatie en tweerichtingsverkeer moet zijn. Europa gaat leren van het mondiale Zuiden, bijvoorbeeld over de verbondenheid tussen mens en natuur of de omgang met extreme droogte. We onderzoeken samen met de lokale gemeenschappen en kwetsbare groepen in het mondiale Zuiden wat zij nodig hebben voor de uitvoering van hun concrete plannen. Daartoe stelt de EU een adviesgroep in, die gevraagd en ongevraagd de Europese instellingen adviseert op het gebied van de doelmatigheid en effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking.
  • Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We komen wereldwijd op voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. We financieren ontwikkelingsprogramma’s die geweld tegen vrouwen – waaronder vrouwenbesnijdenis – bestrijden, moedersterfte terugdringen, de toegang tot voorbehoedsmiddelen verbeteren, seksuele voorlichting promoten, veilige abortus mogelijk maken, en mensen met een beperking toegang geven tot werk en onderwijs.
  • Mondiale voedselzekerheid. We investeren in mondiale voedselzekerheid door kennisdeling met landen in het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor verhoging van de landbouwproductiviteit in partnerlanden in het mondiale Zuiden. Duurzame voedselproductie voor lokale markten staat daarbij centraal, onder meer door klimaatadaptieve landbouw. We bevorderen de samenwerking tussen boeren en bieden meer kredieten aan voor duurzame investeringen. We komen op voor het recht van kleinschalige boeren om zaaigoed op te slaan, te bewaren, te ruilen en te verhandelen.
  • Sociale zekerheid. Met het oog op mondiale bestaanszekerheid steunen we initiatieven voor de invoering van sociale zekerheid in lage en middeninkomenslanden, zoals ziektekostenverzekeringen, binnen het verband van de Internationale Arbeidsorganisatie.
  • Regionale samenwerkingsverbanden. We versterken de samenwerking tussen de EU en andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de Afrikaanse Unie. Daarbij zetten we in op cocreatie en gelijkwaardige samenwerking, voorbij het eigenbelang.