Grip op arbeidsmigratie

Grip op arbeidsmigratie

6.5 Grip op arbeidsmigratie

  • Een einde aan uitbuiting. Voor ondernemingen die van uitbuiting van arbeidsmigranten een verdienmodel hebben gemaakt, zien we geen plek in de EU. We laten het minimumloon stijgen en stimuleren bedrijven om te verduurzamen en goede arbeidsomstandigheden te bieden. Met een Europees socialezekerheidsnummer en strenge handhaving tegen oneigenlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, gaan we sociale dumping tegen. Bedrijven die nationale arbeidswetgeving via grensoverschrijdende (schijn)constructies ontwijken, belanden op een zwarte lijst.
  • Tegengaan schimmige constructies. We herzien de Europese uitzendrichtlijn, zodat enkel fatsoenlijke uitzendbureaus nog op de interne markt kunnen opereren met een vergunning. We zorgen voor ketenaansprakelijkheid en transparantie over wie de werkgever is van arbeidsmigranten. Nu worden er vaak schimmige constructies met uitzendbureaus of onderaannemers gebruikt waardoor het niet altijd duidelijk is wie aansprakelijk is voor de misstanden.
  • Gelijke rechten. We beschermen werknemers, en daarmee ook arbeidsmigranten, beter tegen uitbuiting door werkgevers, bijvoorbeeld door werkgevers te verplichten tenminste 85% van hun Nederlandse en EU-werknemers rechtstreeks in dienst te nemen. Werknemers van buiten de EU worden altijd rechtstreeks in dienst genomen bij de werkgever voor wie zij gaan werken. Uitgangspunt is de gelijke behandeling met EU-burgers, bijvoorbeeld op beloning en arbeidsvoorwaarden. Lidstaten moeten ervoor zorgen dat arbeidsmigranten goed geïnformeerd zijn over hun rechten. Er wordt strenger op toegezien dat lidstaten (waaronder Nederland) EU-burgers toegang bieden tot sociale voorzieningen als zij daar recht op hebben. Waar werkgevers voorzien in huisvesting, moet die fatsoenlijk zijn en arbeidsmigranten uit derde landen krijgen dezelfde huurrechten als EU-burgers. Werkgevers mogen de kosten voor huisvesting niet meer van hun loon aftrekken. Werkgevers moeten zorgen voor taallessen onder werktijd om bij te dragen aan integratie. Vakbonden krijgen meer mogelijkheden om bij te dragen aan gelijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden in de EU. Fiscale regelingen die zorgen voor oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, zoals belastingvoordeel voor expats, schaffen we af. Derdelanders die hier al langer dan vijf jaar verblijven en een Europese permanente verblijfsvergunning hebben verworven, krijgen recht op vrij verkeer.
  • Betere handhaving. Brievenbusfirma’s en lange ketens met onderaannemingen gaan we tegen om oneerlijke concurrentie op loonkosten en andere sociale dumping te voorkomen over de ruggen van arbeidsmigranten. Om misstanden aan te pakken en grensoverschrijdende fraude- en uitbuitingsconstructies aan te pakken, versterken we het mandaat van de Europese Arbeidsinspectie. Het is belangrijk dat de Europese Arbeidsinspectie ook bevoegdheden krijgt om zelf misstanden te onderzoeken, inspecties te coördineren en de uitbuiting van derdelanders aan te pakken. Ook stelt de EU een minimumnorm voor het aantal inspecties in verhouding tot de beroepsbevolking.
  • Gerichte arbeidsmigratie. In essentiële sectoren die bijdragen aan onze brede welvaart kan arbeidsmigratie bijdragen aan het oplossen van arbeidstekorten. Maar dat kan alleen wanneer we arbeids goed reguleren en er sprake is van eerlijk, veilig en goed(betaald) werk. We kiezen bij arbeidsmigratie van buiten de EU voor gerichte arbeidsmigratie gestuurd vanuit de overheid. De samenleving houdt de regie, in plaats van uitzendbureaus of bedrijven die draaien op uitbuiting. Overheden selecteren samen met sociale partners gericht de essentiële sectoren waar er op dat moment mensen nodig zijn. Hierbij dekken werkgevers verplicht de arbeidsmigratiekosten om naar de EU te komen en om terug te gaan. Arbeidsmigranten kunnen hun opgebouwde sociale rechten bij terugkeer meenemen naar hun land van herkomst.