Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

3.2 Internationale solidariteit en strategische verbondenheid

Afbouwen van onacceptabele afhankelijkheden moet hand in hand gaan met de verdieping van strategische relaties met positieve krachten in de rest van de wereld. Het streven naar strategische autonomie mag er niet toe leiden dat we de rest van de wereld de rug toekeren. Een effectief Europees buitenlandbeleid heeft oog voor de gevolgen van onze keuzes voor anderen en is gebaseerd op samenwerking om gedeelde belangen te bevorderen. Pas wanneer we het koloniale verleden en de doorwerking daarvan in het heden onder ogen zien, kunnen we werken aan een gedeelde toekomst. De EU moet daarom haar geloofwaardigheid herstellen en werk maken van gelijkwaardige partnerschappen met landen in het mondiale Zuiden.

We pleiten voor een solidariteitspact waarin lidstaten toezeggen behalve hun defensie-uitgaven ook de bestedingen aan internationale samenwerking, klimaatsteun en compensatie voor
klimaatschade te laten stijgen totdat EU-lidstaten aan de internationale afspraken voldoen. We
steunen landen die lijden onder de gevolgen van klimaatverandering bij het aanpassen aan de nieuwe omstandigheden en de uitrol van hernieuwbare energie
. Door het opbouwen van een eigen groene industrie kunnen landen in het mondiale Zuiden meer inkomsten verwerven en betere banen scheppen.

We dragen bij aan de aanpak van grondoorzaken van conflict en instabiliteit en aan het realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) van de Verenigde Naties. De EU geeft alleen ongebonden hulp en neemt het voortouw bij kwijtschelding van schulden. De afspraak dat EU landen minstens 0,7% van hun bruto nationaal inkomen (bni) besteden aan officiële ontwikkelingssamenwerking wordt bindend. Hier komen de uitgaven voor klimaatfinanciering bovenop. Daarnaast moderniseren we onze ontwikkelingssamenwerking: we gaan uit van de behoeften van landen zelf en verliezen de meest kwetsbaren niet uit het oog.

We willen naar voorbeeld van Nederland en andere lidstaten ook een feministisch Europees buitenlandbeleid met niet alleen woorden, maar ook daden, inclusief de inzet van concrete hulp, handelsafspraken, inspraak of sancties die gendergelijkheid ten goede komen. Bij al het externe beleid hebben we oog voor de meest kwetsbare groepen.