4.1 Zeker zijn van inkomen, goede voorzieningen en goed werk
- Minimuminkomen. We zien scherp toe op de naleving van de richtlijn voor toereikende minimumlonen. We handhaven streng en maken een minimumloon van minimaal 60% van het mediaan loon in heel Europa de norm. We pakken armoede in de EU verder aan door vast te leggen dat lidstaten hun inwoners een bestaansminimum garanderen en Europese minimumuitkeringen vaststellen voor mensen die afhankelijk zijn van een uitkering. Minimumuitkeringen moeten voorzien in het levensonderhoud. Het sociaal minimum moet in elk land adequaat zijn, en in ieder geval boven de armoederisicogrens. De EU steunt onderzoek naar en experimenten met een basisinkomen.
- Sturen op brede welvaart. Alle Europese regels moeten bijdragen aan een schone en eerlijke, sociale en gezonde toekomst voor mensen en de planeet. Bij nieuwe voorstellen kijken we naar de impact op en actieve bijdrage aan het klimaat en principes die zijn vastgelegd in de Europese Pijler van Sociale Rechten, zoals kansengelijkheid, gendergelijkheid, en toegang tot basisvoorzieningen, huisvesting, de zorg en het onderwijs.
- Huisvesting. Er komt een Europees Crisisplan voor de aanpak van de wooncrisis en een Eurocommissaris verantwoordelijk voor het recht op huisvesting. Daarbij wordt ingezet op woningen die betaalbaar, toegankelijk, van goede kwaliteit (vrij van vocht, schimmel, loden leidingen en bouwkundig in orde), duurzaam en in de buurt van voldoende voorzieningen zijn, én woonzekerheid bieden. We zetten ook vol in op het aan banden leggen van speculatie op de woningmarkt door grote investeringsfondsen zoals Blackstone via Europese wetgeving op vlak van banken, kapitaalmarkten, staatssteun, begroting, belasting en hypotheken. De nieuwe regels voor data-uitwisseling over vakantieverhuur worden snel uitgerold en steden die regels voor vakantieverhuur via platforms als Airbnb en Booking uitrollen worden niet langer tegengewerkt, maar ondersteund. Sociale huisvesting wordt gestimuleerd via Europese financiering en door de hindernissen weg te werken die Europese marktregels nu opwerpen bij de bouw van sociale huisvesting. Gedwongen huisuitzettingen, waarbij geen alternatieve huisvesting wordt verzekerd, worden verboden. Dit betekent dat niemand door huisuitzetting dakloos wordt.
- Nutsvoorzieningen. De EU dwingt nooit liberalisering af van nutsvoorzieningen en ondersteunt onderzoek naar het terugdraaien van privatiseringen. Het Europees economisch en interne marktbeleid moet de publieke sector steunen in plaats van aansporen tot marktwerking. We willen dat lidstaten vrij zijn om collectieve voorzieningen, zoals zorg, sociale huisvesting en openbaar vervoer, niet aan te besteden op de markt.
- Dakloosheid. In lijn met de verklaring van Lissabon streven we ernaar dakloosheid in 2030 te beëindigen. De EU draagt daar financieel aan bij. Om dit te bereiken wordt Housing First een van de belangrijkste pilaren en wordt ervaringskennis ingezet. Er is speciale aandacht voor extra kwetsbare groepen zoals (dreigend) dakloze jongeren, LHBTIQ+’ers, ongedocumenteerden, migranten en dakloze mensen uit een ander EU-land.
- Toegankelijkheid publieke voorzieningen. Bij een stevig sociaal fundament horen publieke voorzieningen die toegankelijk zijn voor iedereen. Om te voorkomen dat juist de meest kwetsbaren in onze samenleving tussen wal en schip raken, moeten basisvoorzieningen toegankelijk zijn voor iedereen, ook voor dakloze en ongedocumenteerde mensen.
- Europees Sociaal Handvest. Om recht te doen aan haar toenemende verantwoordelijkheid voor de sociale en economische mensenrechten van haar burgers en ingezetenen, treedt de EU toe tot het herziene Europees Sociaal Handvest en verankert zij de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie in het EU-recht.
- Gelijk loon voor gelijk werk. We eisen gelijke beloning van gelijk werk voor iedereen, zonder discriminatie op basis van bijvoorbeeld gender, kleur of beperking. De EU zorgt samen met lidstaten voor betere handhaving van dit principe en treedt harder op tegen elke vorm van discriminatie in de beloning van geleverd werk. We zorgen voor zorgvuldige implementatie en sterke handhaving van de richtlijn voor loontransparantie en de minimumlonen-richtlijn.
- Technologie op de werkvloer. Er moet een Europese richtlijn komen over de inzet van technologie op de werkvloer, zodat technologie ten goede komt aan werknemers in plaats van de werkdruk verder op te voeren. Hierbij is altijd duidelijk voor werknemers en vakbonden hoe en waarom technologie wordt ingezet. Hierover krijgen zij ook vooraf instemmingsrecht. Surveillance als het registreren van je lichaamsbewegingen, het constant monitoren van je gedrag communicatie op werk en het bijhouden van je emoties maken we met wet- en regelgeving onmogelijk. Een mens neemt altijd de beslissingen die gevolgen hebben voor de werknemer, zoals evaluaties, salaris en ontslag. Winsten in tijd of middelen door digitalisering op de werkvloer verdelen we eerlijker tussen werknemer en werkgever.
- Recht op onbereikbaarheid en thuiswerken. Er komt een Europees recht op onbereikbaarheid na werkuren. Dit is essentieel voor een gezonde balans tussen het professionele leven en het privéleven. We willen een Europese wet over telewerken en het recht om niet bereikbaar te zijn. Daarin leggen we voor sectoren waar dat mogelijk is het recht om deels thuis te werken wettelijk vast.
- Europees socialezekerheidsnummer. Een Europees socialezekerheidsnummer moet grensoverschrijdende arbeid transparanter maken en daarbij duidelijkheid geven aan arbeidsinspecties en werknemers of en waar sociale premies betaald worden, en fraude door het niet afdragen van sociale zekerheidspremies bestrijden.
- Gezond werk. Niemand mag overlijden, ziek worden of slachtoffer worden van een arbeidsongeval op de werkplek of door het werk. Mentale problemen zijn de voornaamste ziekmaker op de werkplek. Daarom is er meer aandacht nodig voor mentale gezondheid bij regels rond werkomstandigheden, net als voor werkdruk en de verwachting van permanente bereikbaarheid. We werken aan fatsoenlijke werktijden en doorbetaalde pauzes. We streven ernaar een 32-urige werkweek met behoud van inkomen de norm te maken in heel Europa. We voegen burn-out toe aan de lijst van beroepsziekten. De lijst van gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen waarvan het gebruik aan banden moet worden gelegd, breiden we uit. We maken ook regels voor veilig werk bij warme weersomstandigheden.
- Platformwerk. De nieuwe wet voor de bescherming van platformwerkers moet snel leiden tot betere arbeidsomstandigheden. Met een snelle implementatie en strenge handhaving van deze wet stoppen we misbruik en schijnzelfstandigheid van platformwerkers en geven we platformwerkers meer inzage in, en controle en zeggenschap over de onderliggende algoritmen van digitale platforms.
- Vaardigheden en leren op werk. Europa investeert grootschalig in het scholen en omscholen van mensen, met name in de sectoren waar de mensen het hardst nodig zijn, bijvoorbeeld in de zorg, het onderwijs en de ICT-sector. Deze programma’s worden praktisch en financieel zo toegankelijk en inclusief mogelijk gemaakt. Deze Europese Skills Agenda moet zich niet eenzijdig richten op theoretisch opgeleiden, maar juist speciale aandacht geven aan mensen met sociale banen. De EU legt minimumrechten voor de scholing van werknemers vast, zodat werknemers van baan kunnen wisselen als banen verdwijnen en veranderen.
- Zekerheid op werk. Uitgangspunt is het vaste contract en direct in dienst treden bij de werkgever. Het rechtstreeks in dienst nemen wordt verplicht voor tenminste 85% van werknemers. Er komen strenge regels voor interimarbeid. Nulurencontracten schaffen we af en flexwerkers krijgen dezelfde arbeidsvoorwaarden en -rechten als vaste krachten. In heel Europa komen er normen voor uitzendbureaus door de uitzendrichtlijn te herzien. Uitzendkantoren moeten verplicht een vergunning hebben.
- Stages. De EU treedt op tegen uitbuiting van stagiairs. Onbetaalde stages worden in heel Europa niet meer toegestaan.
- Versterken vakbonden. Samen sta je sterker dan alleen, vooral tegen grote bedrijven. We stimuleren collectief onderhandelen en beschermen vakbondsrechten. Toegang van werknemers tot vakbondsvertegenwoordigers en van vakbonden tot de werkvloer is cruciaal. Sociale partners worden nauw betrokken bij veranderingen op de werkvloer, zoals faillissementen en overnames, en bij herstructurering op de werkvloer worden werknemers begeleid. We nemen maatregelen tegen vakbonden die niet onafhankelijk zijn (gele bonden).
- Werkomstandigheden transportsector. We erkennen dat fatsoenlijke arbeidsomstandigheden een essentiële rol spelen in de veiligheid en beschikbaarheid van vervoer. Het gebrek daaraan leidt tot een enorm tekort in het wegvervoer en de logistiek. We nemen wetgeving aan die goede en veilige werkomstandigheden verzekert voor de transportsector, zoals voor treinmachinisten en chauffeurs.
- Inspraak op de werkvloer. Werknemers moeten betrokken worden bij belangrijke bedrijfsbeslissingen. We versterken de richtlijn voor Europese ondernemingsraden, zodat die instemmingsrecht krijgen bij beslissingen als fusies, overnames, reorganisaties, beloningsverschillen en de besteding van de winst.
Sterke schouders dragen bij met eerlijke belastingen
- Crisiswinsten belasten en winstgedreven inflatie stoppen. Obscene winsten over de ruggen van mensen in tijden van crisis belasten we. Keer op keer zagen we dat bedrijven in tijden van grote onzekerheid hun marktmacht gebruiken om de prijzen ver op te drijven. De crisisheffing
- voor fossiele bedrijven ingevoerd na de Russische inval in Oekraïne breiden we uit naar andere sectoren zoals de farmaceutische industrie of supermarktketens die onder het mom van inflatie gigantische winsten hebben gemaakt. De Europese Commissie moet als mededingingsautoriteit
- harder en gerichter optreden tegen inflatie veroorzaakt door de enorme winsten van bedrijven.
- Bedrijven betalen eerlijk belasting. De Europese Commissie gaat bestaande regels ook
- daadwerkelijk handhaven en zorgt ervoor dat lidstaten die implementeren. De afgelopen jaren
- zetten we stappen richting transparantie en een internationale OESO-minimumbelasting. Er is
- een Europese grondslag voor winst- en vennootschapsbelasting nodig, zodat bedrijven niet meer
- kunnen kiezen in welk land ze belasting betalen. Met een Europese vennootschapsbelasting zorgen we ervoor dat multinationals – waaronder techgiganten – eerlijk belasting betalen, met een
- Europese minimumwinstbelasting van 18%.
- Belastingparadijzen. Er moet een einde komen aan belastingontwijking en belastingparadijzen buiten én binnen Europa. De EU-wijde race naar het laagste belastingtarief
- en de rol van Nederland als belastingparadijs moeten stoppen. De EU scherpt criteria aan voor
- de zwarte lijst van belastingparadijzen, maakt de selectieprocedure transparanter en zorgt dat
- ook alle EU-lidstaten zich niet als belastingparadijs gedragen. Er komt een Europese heffing op
- kapitaalstromen naar landen op de zwarte lijst. De EU scherpt ook Europese regels aan voor het
- belasten van winsten die verschoven worden naar belastingparadijzen (CFC-regels). Er komen
- Europese minimumstandaarden om belastingontwijking via investeringsverdragen te stoppen.
- Rechtvaardige belastingen op vermogen en vervuiling. De EU dringt aan op belastinghervormingen in de lidstaten, waarbij het zwaartepunt van belastingheffing in heel de EU komt te liggen op vervuiling en vermogen in plaats van arbeid. Er komt een minimumvermogensbelasting om te voorkomen dat EU-lidstaten vermogenden en kapitaal lokken met belastingvoordelen.
- Belastingtransparantie. De EU werkt aan een betere registratie van ondernemingen
- om brievenbusfirma’s te bestrijden, aan de hand van een transparant en functioneel Europees
- bedrijvenregister. We scherpen de verplichtingen van grote bedrijven aan om publiekelijk te
- rapporteren over hun effectieve belastingafdrachten, economische activiteiten en subsidies in
- ieder land waar ze actief zijn, inclusief belastingparadijzen als Bermuda en de Kaaimaneilanden.
- Belastingontduiking aanpakken. Er komen Europese regels waarmee het voor brievenbusfirma’s verboden wordt te profiteren van belastingconstructies die lidstaten aanbieden. Daarnaast maken we in Europees verband werk van een verbod op de trustsector, die belastingontwijking aantrekt en nauwelijks maatschappelijke meerwaarde heeft. De EU schaft alle belemmeringen voor lidstaten om op te treden tegen bedrijven zonder reële economische activiteit af. Banken, belastingadviseurs en andere instellingen die meewerken aan het faciliteren van witwassen, agressieve belastingontwijking en belastingontduiking door hun klanten krijgen sancties opgelegd. De EU zorgt voor minimumharmonisatie van een onvoorwaardelijke bronbelasting op dividend, rente en royalty’s.
- Btw-herziening voor gezondheid en milieu. De Europese regels over btw worden
- drastisch herzien zodat lidstaten de vrijheid krijgen om niet de aankoop van goederen en
- diensten te belasten maar hun effect op het milieu, gezondheid en het gebruik van grondstoffen
- (onttrokken waarde). De btw moet verlaagd kunnen worden voor reparaties en hergebruikte
- goederen en materialen.
4.5 Natuurherstel en eerlijk en gezond voedsel voor iedereen
- Circulair voedselsysteem. We vormen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU om tot een Gemeenschappelijk Voedselbeleid. Daarbij zetten we alle Europese beleidsinstrumenten in om te bouwen aan een circulair voedselsysteem dat ecologische grenzen respecteert, bodemkwaliteit en biodiversiteit verbetert, anticipeert op klimaatverandering, dierenwelzijn waarborgt, de eiwittransitie versnelt, gezond en betaalbaar voedsel biedt aan consumenten, toegang tot land, goed werk en een eerlijke beloning oplevert voor duurzame en biologische boeren en bijdraagt aan de ontwikkeling van plattelandsgebieden.
- Oog voor de regio. Het is belangrijk dat de landbouwtransitie in krimpgebieden gepaard gaat met investeringen in de leefbaarheid door gebruik te maken van de juiste Europese cohesiefondsen. Zo blijft het leven op het platteland aantrekkelijk voor komende generaties. De EU ondersteunt de voorzieningen op het platteland zoals onderwijs, openbaar vervoer, zorg, huisvesting, kunst en cultuur en sport om de ongelijkheid ten opzichte van drukker bevolkte gebieden te compenseren.
- Gezond en betaalbaar eten. Het Gemeenschappelijk Voedselbeleid stelt nationale en lokale overheden in staat om te werken aan een gezonde voedselomgeving. Van goed en betaalbaar eten maken we een basisvoorziening, in lijn met initiatieven zoals de Volkskantine, waar mensen biologische en verse gerechten kopen tegen snackbarprijzen. Overheden mogen supermarkten verplichten om hun aanbod in overeenstemming te brengen met wetenschappelijke richtsnoeren voor gezonde en duurzame voeding.
- Gezonde en duurzame voedselkeuze. Een Europees voedselkeuzelogo zoals de NutriScore moet de keuze van consumenten voor gezonde en duurzame productgroepen bevorderen.
- Minder voedselverspilling. In 2030 wordt in de EU 50% minder voedsel verspild. Dat vraagt om actie in de hele keten, met specifieke doelen voor landbouw, voedselverwerkers, supermarkten, restaurants en huishoudens, alsook goede monitoring van de voortgang. Consumenten krijgen betere informatie over houdbaarheidsdata en duidelijker bewaaradvies op verpakkingen.
- Vergroenen landbouwsubsidies. Vervuilende landbouwsubsidies nemen we op de schop. We vervangen de huidige inkomenssteun aan boeren door steun aan biologische, natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw, beloningen voor de maatschappelijke diensten die boeren leveren en ondersteuning van een gezonde voedselomgeving. De beloning voor diensten zoals natuurbeheer, landschapsonderhoud en waterberging moet toereikend zijn en worden vastgelegd in langjarige contracten, die meer zekerheid bieden voor boeren en natuur. We zien erop toe dat lidstaten bij de toekenning van subsidies controleren of werknemers volgens de cao worden betaald en sociale premies worden afgedragen.
- Duurzaamheidslabel. De EU stelt normen op voor natuurinclusieve en dierwaardige kringlooplandbouw. Deze vormen de grondslag voor een duurzaamheidslabel, naast het biolabel. De normen omvatten een afstandsnorm voor de herkomst van de reststromen waarmee landbouwdieren worden gevoerd. Deze reststromen komen uit de landbouw, voedingsmiddelenindustrie of landschapsonderhoud in de regio, niet van buiten de EU. Daarmee wordt ook het stikstofoverschot teruggedrongen.
- Eerlijke prijzen voor eerlijk voedsel. We zetten supermarkten in beweging om een oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam geproduceerd voedsel te verkopen. Lange termijn prijsafspraken moeten meer zekerheid bieden aan boeren die willen verduurzamen.
- Boeren voor de bouw. Om het verdienmodel van boeren te verbreden en de milieu-impact van de bouw te verminderen, bevorderen we de teelt van biobased bouw- en isolatiematerialen, zoals hout en hennep.
- Klimaatneutraal. Landbouw en landgebruik in de EU moeten in 2040 klimaatneutraal zijn. Aan alle landbouwsubsidies koppelen we eisen voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. We belonen boeren voor de opslag van koolstof in landbouwbodems.
- Minder kunstmest. We faseren het gebruik van sythetische kunstmest uit, onder meer door voedingsstoffen uit menselijke uitwerpselen op veilige wijze terug te brengen in de kringloop en de teelt van stikstofbindende voedselgewassen te stimuleren. Recycling van fosfaat en andere voedingsstoffen uit rioolwaterzuiveringsslib wordt verplicht. Ook voor fosfaat in batterijen komt er een recyclingverplichting.
- Stoppen met pesticiden. We zetten ons in voor een Europees verbod op glyfosaat. Ook andere chemische pesticiden worden uiterlijk in 2040 uitgefaseerd. In 2030 gebruikt de landbouw de al helft minder pesticiden. We helpen boeren om minder chemische pesticiden te gebruiken en versnellen de toelating van alternatieven. Pesticiden die binnen de EU verboden zijn mogen niet langer worden geëxporteerd.
- Landbouwrobots. We steunen boeren bij de inzet van lichte landbouwrobots. Die stellen hen in staat om onkruid te controleren zonder herbiciden te gebruiken of te ploegen, om strokenen pixelteelt te bedrijven, om te boeren bij een hoog waterpeil en om de inzet te beperken van zware tractoren die de bodem verdichten.
- Klimaatbestendige landbouw. We steunen boeren bij de overgang naar landbouwsystemen die beter bestand zijn tegen weersextremen en zeespiegelstijging, waaronder natte en zilte landbouw, meerjarige voedselgewassen, voedselbossen en andere vormen van agrobosbouw.
- Genetische diversiteit. We zetten ons in voor behoud van de genetische diversiteit van planten, mede met het oog op de noodzakelijke aanpassing op klimaatverandering. We verzetten ons tegen octrooien op levende organismen.
- Minder vee en vlees. We verkleinen de Europese veestapel flink, mede door een verbod op megastallen, een graslandnorm en strengere dierenwelzijnseisen. We bevorderen de eiwittransitie, met als tussendoel dat in 2030 onze eiwitten voor 60% uit plantaardige bronnen komen en voor 40% uit dierlijke bronnen. Producenten worden gestimuleerd om dierlijke eiwitten te vervangen door plantaardige eiwitten in bewerkte voedselproducten. We bieden steun aan veehouders die willen stoppen of extensiveren.
- Cellulaire landbouw. We investeren in technologieën die smakelijke en diervriendelijke alternatieven bieden voor het inefficiënte landgebruik door veeteelt. Daartoe ondersteunen we de ontwikkeling van vleesvervangers uit precisiefermentatie en van kweekvlees, op voorwaarde dat de opgedane kennis vrij gebruikt kan worden. We financieren fundamenteel onderzoek en helpen producenten bij het doorlopen van de markttoelatingsprocedure. We bevorderen ook de inpassing van precisiefermentatie en kweekvlees in eetculturen alsmede de samenwerking tussen producenten en boeren, bijvoorbeeld voor decentrale productie op het platteland. Dit schept ruimte voor meer natuur.
- Genetische modificatie. We houden vast aan de strenge Europese regels voor transgenetische modificatie. Gewassen die gemodificeerd zijn zonder soortvreemd DNA (cisgenese), bijvoorbeeld met de CRISPR-Cas-techniek, worden alleen toegelaten als zij een toets op maatschappelijke waarde doorstaan. Daarbij draait het om hun bijdrage aan een duurzame, klimaatadaptieve voedselvoorziening. De etiketteringsplicht blijft bestaan.
- Geen dumping. We gaan het dumpen van landbouwoverschotten in armere landen buiten de EU tegen, omdat dat ten koste gaat van lokale boeren en bedrijven. We ijveren voor wederkerigheid van standaarden bij de handel in voedsel. We ondersteunen de duurzame landbouw- en voedseltransitie in het mondiale Zuiden.
Duurzame visserij
- Einde aan overbevissing. We staan commerciële visvangst alleen toe als het ecosysteem gezond is en uitsluitend de natuurlijke aanwas aan vis wordt weggevangen. Uiterlijk in 2025 gelden voor alle commerciële vissoorten wetenschappelijk verantwoorde quota die zorgen voor spoedig herstel van een overvloedige visstand.
- Geen sleepnetvisserij. We faseren zware sleepnetvisserij uit en stoppen met bodemverstorende visserij in zeereservaten. Er komen weer experimenten met pulsvisserij. Gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de ecologische neveneffecten en het effect op vissenwelzijn is nodig voordat vissen met stroomstoten wordt toegestaan. Zowel sleepnetvisserij als pulsvisserij worden streng getoetst aan dierenwelzijnsnormen.
- Eerlijke transitie. We dringen het overschot aan vangstcapaciteit terug met een rechtvaardig transitieplan. We geven niet langer subsidie voor de bouw van vissersschepen. De vrijstelling van brandstofaccijns voor de visserij wordt geschrapt.|
- Visserijakkoorden. Akkoorden met landen buiten de EU mogen niet ten koste gaan van een gezonde visstand of van de bestaansmogelijkheden van de lokale bevolking. Import van vis gevangen door lokale vissers heeft de voorkeur boven visserij in wateren van landen buiten de EU door de Europese vissersvloot.
Volksgezondheid
- Voorbereiden op pandemieën. We maken ons sterk voor een eerlijke toegang tot medicijnen en vaccins, onder meer door het opschorten van octrooien, het delen van kennis en technologie in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het verlenen van steun aan de opbouw van productiecapaciteit in het mondiale Zuiden. Dit is ook onze inzet bij de onderhandelingen over een internationaal pandemieverdrag. Dit verdrag moet tevens het risico op overdracht van besmettelijke ziekten van dier op mens verkleinen, op basis van de one healthbenadering: de gezondheid van mensen is verweven met die van dieren en ecosystemen. Bij het bestrijden van pandemieën dient een zorgvuldige en transparante afweging van mensenrechten te worden gemaakt.
- Beter beschikbare geneesmiddelen. We breken de macht van Big Pharma. We zetten ons in voor gezamenlijke inkoop van medicijnen en vaccins op Europees niveau, naar het voorbeeld van de coronavaccins. We maken het gemakkelijker om medicijnen uit andere Europese landen te importeren. We gaan medicijnverspilling tegen door versoepeling van de regels. Apothekers en andere bedrijven geven we middels dwanglicenties de mogelijkheid om dure medicijnen goedkoop na te maken. We verkorten de octrooien op medicijnen en vaccins, leggen de toeëigening van publiek gefinancierd geneesmiddelenonderzoek door private bedrijven aan banden en zetten een publieke infrastructuur op voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, vaccins en hulpmiddelen.
- Antibiotica. Met verantwoord gebruik van antibiotica gaan we het ontstaan en de verspreiding van multiresistente ziektekiemen tegen. We dringen het antibioticagebruik in de veeteelt terug, onder meer door de huisvesting van landbouwdieren te verbeteren en groepsbehandeling te beperken. We maken een eind aan de import van dierlijke producten waarbij in de EU verboden antibiotica zijn gebruikt. De lijst van reserve-antibiotica, die alleen bij mensen mogen worden ingezet, stemmen we af op de criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie. We bevorderen de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en alternatieve behandelmethoden.
- Geneesmiddelen voor het mondiale Zuiden. We zetten ons in voor de ontwikkeling van vaccins en medicijnen tegen ziektes die een grote impact hebben in lage- en middeninkomenslanden, zoals hiv/aids, tuberculose, malaria en gele koorts. We stellen voorwaarden aan de prijs van vaccins en medicijnen die met Europees onderzoeksgeld ontwikkeld zijn om de toegankelijkheid te verzekeren, zeker in lage- en middeninkomenslanden. Zo nodig stellen we octrooien buiten werking.
- Schone leefomgeving. We brengen de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit in overeenstemming met de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. De normen voor de uitstoot van fijnstof, stikstofoxiden en andere vervuilende stoffen door voer-, vaar- en vliegtuigen worden aangescherpt. We bevorderen schoon water en scherpen de regelgeving ter voorkoming van medicijnresten en andere chemische stoffen in water aan.
Dierenwelzijn
- Dierenrechten. Dieren hebben intrinsieke waarde. Daarom hebben zij recht op een respectvolle behandeling en moet met hun belangen zorgvuldig rekening worden gehouden. De EU legt dit vast in een bindend handvest van dierenrechten. We leggen diertransporten aan banden en verbeteren het toezicht hierop. Dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen, zowel in kwekerijen als bij de visvangst in open water.
- Einde bio-industrie. We maken een einde aan de bio-industrie. Alle huisvesting voor landbouwdieren moet gaan voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Koeien moeten kunnen grazen, kippen scharrelen, varkens wroeten. Aan nodeloze verminking van landbouwdieren, zoals het castreren van biggen, komt een einde. Om te beginnen verplichten we een Beter Leven-keurmerk voor alle producten met dierlijke ingrediënten op de Europese markt.
- Verbod op bont. We verbieden het fokken van pelsdieren en de import van bont in de hele EU, in lijn met het Europees burgerinitiatief dat gesteund wordt door 1,7 miljoen EU-burgers.
- Proefdiervrij onderzoek. Dierproeven worden uitgefaseerd. Als eerste stap staan we zulke proeven alleen nog maar toe als dat de enige manier is om een substantiële verbetering van de volksgezondheid te bereiken. Er komt meer geld voor dierproefvrij onderzoek.
- Klonen. We verbieden het genetisch modificeren en klonen van dieren, alsmede de import van gemodificeerde en gekloonde dieren en de producten daarvan. Daarbij geldt een uitzondering voor wetenschappelijk onderzoek en voor de productie van medicijnen tegen levensbedreigende ziekten.
Natuurherstel
- Veerkrachtige natuur. We voeren de Europese Natuurherstelwet voortvarend uit. Uiterlijk in 2050 moeten alle ecosystemen in goede staat zijn.
- Meer natuurgebieden. We verbinden natuurgebieden met elkaar. In 2030 beslaan beschermde natuurgebieden 30% van het land- en zeeoppervlak in de EU, zoals afgesproken binnen de Verenigde Naties. We nemen het voortouw bij de instelling van zeereservaten in internationale wateren, opdat in 2030 ook 30% van de oceanen beschermd gebied is.
- Schoon water. We verbeteren de waterkwaliteit, van het water in onze meren en rivieren tot ons grondwater. We houden de lidstaten aan de gemaakte afspraken en ondersteunen hen op Europees niveau door bronmaatregelen te nemen, zoals het aan banden leggen van het gebruik van pesticiden, microplastics en andere schadelijke chemicaliën en verkleining van de veestapel. Chemische en andere vervuiling door bedrijven pakken we hard aan.
- Gezonde bodems. Er komt een Europese bodemwet die bodems weer gezond maakt. Dat draagt bij aan biodiversiteit, voedselzekerheid, koolstofopslag, waterberging en bescherming tegen droogte.
- Klimaatadaptatie. We werken beter samen in Europa om ons aan te passen aan klimaatverandering. Dat gaat hand in hand met versterking van de natuur. Om overstromingen te voorkomen geven we rivieren meer ruimte, terwijl we oevers natuurvriendelijk maken. Natuurbranden pakken we samen aan. Dit vergt samenhangende en grensoverschrijdende brandbestrijdingsstrategieën en uitwisseling van best practices.
- Natuurbescherming wereldwijd. We geven voortvarend uitvoering aan de mondiale akkoorden over de bescherming van biodiversiteit en oceanen. We breiden de Europese wet tegen ontbossing uit. Europese financiële instellingen mogen geen bedrijven financieren die wereldwijd bossen vernietigen. Producten die gemaakt zijn ten koste van ernstige aantasting van ecosystemen, verlies van biodiversiteit en daarmee samenhangende mensenrechtenschendingen, weren we van de Europese markt.
- Grond in publieke handen. We stimuleren Europese overheden om meer grond in publieke of gemeenschapshanden te brengen.
- Strafbaarstelling ecocide. De grootschalige beschadiging, vernietiging of verlies van natuur en ecosystemen wordt strafbaar.
- Rechten voor de natuur. We kennen in Europees verband rechten toe aan de natuur. We organiseren een Europees burgerberaad de manier waarop dit vorm moet krijgen.
4.6 Betaalbaar en groen vervoer
- Groen en sociaal mobiliteitsbeleid. Openbaar vervoer, deelvervoer, fietsen en lopen krijgen voorrang in het Europese mobiliteitsbeleid. De vergroening van onze mobiliteit moet hand in hand gaan met de verwezenlijking van betaalbare en toegankelijke mobiliteit voor iedereen. We kiezen voor schoon en betaalbaar openbaar vervoer als een dienst van algemeen belang, die niet ten prooi mag vallen aan privatisering. De verplichting om openbaar vervoer aan te besteden wordt geschrapt.
- Einde aan vervoersarmoede. We zien erop toe dat de lidstaten vervoersarmoede terugdringen op een duurzame manier, bijvoorbeeld door openbaar vervoer gratis te maken, onder meer met de middelen uit het Sociaal Klimaatfonds. Bij de aanpak van vervoersarmoede zetten we de regio centraal. Al het openbaar vervoer wordt toegankelijk voor mensen met een beperking.
- Sneller met de trein. We investeren in een Europees netwerk van snelle personentreinen, nachttreinen en vrachttreinen. Er komt een Europese dienstregeling en Europees treinboekingssysteem, waarmee reizigers op eenvoudige wijze prijzen en goedkope treinkaartjes kunnen vergelijken in heel Europa. We versterken de rechten van passagiers, bijvoorbeeld bij vertraging. Europese spoorwegmaatschappijen beoordelen we niet alleen op het vervullen van nationale verplichtingen, maar ook op hun prestaties op het gebied van internationale treinreizen.
- Betaalbare elektrische auto’s. We stimuleren overheden om de verkoop van nieuwe personenauto’s op fossiele brandstof al vóór de einddatum van 2035 te ontmoedigen, door middel van belastingen, emissievrije zones of eisen aan bedrijfs- en leaseauto’s. Elektrische (deel) auto’s, op duurzame en verantwoorde wijze geproduceerd, moeten een betaalbaar alternatief worden. We bevorderen een tweedehandsmarkt voor elektrische voertuigen.
- Minder SUV’s. We voeren ecodesignvoorschriften voor personenauto’s in, met een correctiefactor voor de batterijen van elektrische auto’s. Deze voorschriften moeten ertoe leiden dat de gemiddelde omvang en het gemiddelde gewicht van personenauto’s drastisch afnemen, en daarmee ook het aantal SUV’s.
- Uitstootvrij wegvervoer. Nieuwe vrachtwagens, bussen, landbouwvoertuigen en mobiele machines zijn uiterlijk in 2040 uitstootvrij; nieuwe motoren, bromfietsen en scooters uiterlijk in 2035; nieuwe stadsbussen uiterlijk in 2030. Europese voertuigfabrikanten moeten voorop lopen in het toepassen van emissievrije technologie.
- Tegengaan vervuiling luchtvaart. We zetten ons in voor het beëindigen van de mondiale btw- en accijnsvrijstellingen voor de luchtvaart. We voeren een Europese kerosinetaks en een veelvliegerstaks in. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) breiden we uit naar vluchten tussen de EU en derde landen. Ook andere emissies dan CO2 die bijdragen aan de opwarming van de aarde, zoals waterdamp, brengen we in rekening bij luchtvaartmaatschappijen. Daarnaast scherpen we de bijmengverplichting voor duurzame luchtvaartbrandstoffen aan. We stellen daarbij strikte eisen aan biobrandstoffen – geen voedsel in de tank, geen landroof – en versnellen de toepassing van e-fuels op basis van groene waterstof. Alle hernieuwbare brandstoffen moeten een verplicht duurzaamheidscertificaat hebben, dat ook sociale criteria bevat.
- Uitfaseren korte vluchten. We schrappen vluchten binnen, van en naar de EU van minder dan 750 kilometer waarvoor de trein een alternatief is. Ook verbieden we privévluchten. Lidstaten krijgen meer speelruimte om het aantal vluchten van en naar hun luchthavens te verminderen. Voor een eerlijkere vergelijking met treinreizen dient de gepubliceerde reistijd voor vliegreizen ook de periode vanaf de aanbevolen aankomsttijd van de passagier op de luchthaven tot het moment van verwacht vertrek vanaf de luchthaven te omvatten.
- Schonere scheepvaart. De verplichting voor grote zeeschepen om de uitstoot van broeikasgassen stapsgewijs te verminderen gaat ook gelden voor kleinere schepen, en voor de volledige uitstoot van tochten tussen de EU en derde landen. De accijnsvrijstelling voor fossiele scheepsbrandstof wordt geschrapt. We bevorderen de elektrificatie van de binnenvaart. Ook investeren we in innovaties in de scheepvaart om de CO2-uitstoot zo veel mogelijk te verminderen.
4.2 Sociale ecologische transitie
Klimaatbeleid versnellen
Klimaatrechtvaardigheid
Groene energie