4.2 Een democratie van en voor iedereen
- Borgen van het burgerberaad als democratisch instituut. Gelote burgerberaden en wijkstemdagen zijn goede instrumenten om tot beter beleid te komen. Wij steunen het georganiseerde burgerberaad over klimaat. We doen de aanbevelingen recht door van tevoren duidelijk met elkaar af te spreken onder welke voorwaarden ze al dan niet worden opgevolgd, zonder uiteraard inbreuk te maken op de grondwettelijke positie van het parlement. Om het burgerberaad een vast onderdeel te laten zijn van onze democratie, bekijken we de mogelijkheid van een permanent burgerberaad dat politieke onderwerpen selecteert voor nieuwe burgerberaden. Decentrale overheden moedigen we actief aan om burgerberaden en wijkstemdagen onderdeel te maken van hun beleidsvoering.
- Het correctief referendum. Een goed functionerende democratie geeft burgers, bij wijze van noodrem, de mogelijkheid om eenmaal aangenomen wetgeving te corrigeren. We blijven het aangenomen voorstel voor het correctief referendum daarom steunen, waarbij we goed blijven kijken naar de democratische en rechtstatelijke inbedding ervan, naar de rol van internationale verdragen en naar een realistische hoogte van de uitkomstdrempel.
- In een rechtvaardige samenleving wordt iedereen gelijk behandeld. Het koningshuis, met een onschendbaar staatshoofd dat op basis van erfopvolging gekozen wordt, past hier niet bij. We streven daarom naar het invoeren van een parlementaire republiek.
- Politiek die ook voor jongeren werkt. Vooral voor jongeren zijn onze sociale grondrechten zoals kwalitatief goed onderwijs, een fijne en prettige leefomgeving of een eigen woning lang geen vanzelfsprekendheden meer. Omdat we zien hoe een stapeling van problemen bij veel jongeren tot een uitgesteld leven leidt, gaan we een Nationale Jeugdstrategie ontwikkelen, waarover de premier regie voert als coördinerend bewindspersoon. Ook willen we de betrokkenheid van jongeren bij de politiek vergroten. Dat doen we onder meer door de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. En we gaan actieve campagnes uitrollen om de verkiezingsopkomst van jongeren en andere ondervertegenwoordigde groepen te vergroten. Ook verhogen we de subsidie voor (politieke) jongerenorganisaties zodat jongeren niet alleen vaker gaan stemmen, maar ook gestimuleerd worden om zelf actief te worden. Ook voeren we een jeugdparlement in naar Vlaams voorbeeld en ondersteunen we lokale overheden met het opzetten van jongerenraden.
- Versterken van de volksvertegenwoordiging. We willen de democratie versterken. Het aantal zetels in de Tweede Kamer breiden we uit en er komt meer inhoudelijke ondersteuning, ook voor de wetenschappelijke instellingen van politieke partijen. Lokale, regionale en waterschapspartijen ontvangen meer financiële ondersteuning voor hun belangrijke werk. Ook de vergoeding van raadsleden, Statenleden en waterschapsbestuurders gaat omhoog, en zij krijgen recht op een goede pensioenopbouw. De democratisering van de waterschappen die we de vorige kabinetsperiode hebben ingezet maken we af: alle zetels in de waterschappen worden via verkiezingen door burgers gekozen. De gemeenteraad blijft aan zet bij het kiezen van de burgemeester. We vergroten de capaciteit bij de politie om intimidatie, bedreiging, of geweld richting volksvertegenwoordigers op te sporen.
- De verhouding tussen Rijk en Regio. De verschillen in kansen en brede welvaart tussen de regio’s zijn groot. We maken werk van wederzijdse vertegenwoordiging: van regio’s op nationaal niveau en van het Rijk in de regio. Rijksdiensten en semipublieke diensten verspreiden we meer over het land. Voor grote regionale opgaven die de betrokkenheid van meerdere ministeries vereisen, komt er één verantwoordelijk minister. Decentrale overheden krijgen de financiële middelen die nodig zijn om hun taken uit te voeren. Dat houdt in dat de korting op het Gemeente- en Provinciefonds vanaf 2026 wordt teruggedraaid. We zorgen dat er altijd voldoende middelen zijn voor het uitvoeren van landelijke wetgeving (het zogenaamde ‘medebewind’), zodat de uitvoering van deze taken niet ten koste gaat van andere taken van gemeenten en provincies. De opschalingskorting wordt afgeschaft en er komt weer een indexering die ook rekening houdt met demografische ontwikkelingen en de groeiende zorgvraag. We maken zo min mogelijk gebruik van ‘specifieke uitkeringen’, zodat gemeenten en provincies hun middelen in kunnen zetten op de voor hen belangrijke problemen.
- Overheden die samenwerken. De samenwerking tussen Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen kan en moet beter. We realiseren ons dat veel maatschappelijke opgaven vragen om een uitmuntende samenwerking tussen alle overheidslagen. Daarom geven we de minister van Binnenlandse Zaken meer bevoegdheden bij nieuwe wetgeving die decentrale overheden raakt. Ook zorgen we voor een onafhankelijke arbiter voor bestuurlijke en financiële verschillen van inzicht tussen overheden. Er komt een dwingende toets op uitvoerbaarheid van nieuwe taken voor medeoverheden.
- Meer gelijkwaardigheid in rechten van burgers in ons Koninkrijk. We willen gelijkwaardigheid tussen Nederlanders in Caribisch en Europees Nederland. Er komt een eind aan het tweederangs burgerschap van de inwoners van Bonaire, Saba en Sint-Eustatius. Dit betekent onder andere dat er een fatsoenlijk sociaal minimum wordt ingevoerd op de eilanden zodat de armoede wordt tegengegaan en dat de gevolgen van de klimaatverandering op de eilanden wordt beperkt. De machtsbalans tussen de landen van ons Koninkrijk trekken we recht door de gevolmachtigde ministers van de Caribische landen en gedelegeerde Statenleden van de parlementen van deze landen de mogelijkheid te geven zelf een rijkswet in te dienen en erover mee te stemmen. Nu hebben zij alleen adviesrecht. Nederlanders hebben het recht om Nederlander en EU-burger te blijven, ook als ze de nationaliteit van hun gastland verkrijgen.
- Meer integriteit in het bestuur. We volgen de adviezen van het Europese anticorruptie-orgaan GRECO op, zodat Nederland een voorloper in integriteit wordt. We stellen scherpe regels op over het schenken aan politieke partijen: maximaal € 20.000 per persoon per jaar, bedragen boven de € 1000 worden openbaar gemaakt en zijn te herleiden tot een persoon. Schenkingen via een bedrijf of een stichting verbieden we. Bij politieke advertenties of advertenties die het publieke debat beïnvloeden is voortaan zichtbaar wie de betaler is. Het college Rechtspositie Politieke Ambtsdragers breiden we uit tot een onafhankelijke autoriteit die actief gaat handhaven op de naleving van de integriteitsregels en gedragscodes. Er komt een lobbyregister voor de Rijksoverheid waarin ambtenaren en politici vermelden met welke belangenorganisaties over welke onderwerpen contact is geweest voor het maken van beleid. In de eerste twee jaar dat bewindspersonen, Kamerleden en topambtenaren een nieuwe baan aanvaarden toetst het College Rechtspositie Politieke Ambtsdragers of er geen sprake is van belangenverstrengeling.
- Gedegen bescherming van onafhankelijke journalistiek. Onafhankelijke media spelen een cruciale rol in de democratie. We volgen de Europese mediawet en leggen de onafhankelijkheid van journalistieke redacties wettelijk vast. Dit betekent bijvoorbeeld dat redacties en niet de eigenaar het laatste woord hebben over belangrijke zaken als de aanstelling van een nieuwe hoofdredacteur of de identiteit van het medium. We begrenzen de hoeveelheid mediaplatforms die één bedrijf of persoon in handen mag hebben. Verder geven we meer financiële steun aan lokale en regionale media en stimuleren we nieuwe lokale media die coöperatief worden bestuurd. Ons doel is een reclamevrije publieke omroep, waar cultuur, educatie, nieuws en betrouwbare informatie vooropstaan. Alle landelijke publieke media-instellingen houden zich aan de journalistieke code van de NPO. Persvrijheid is een groot goed, maar is geen vrijbrief voor het verspreiden van desinformatie en het aanzetten tot haat en geweld. We maken alle producties van de publieke omroep op internet gratis toegankelijk en er komt een volwaardig nationaal media-archief.