2.2 Mobiliteit is brede welvaart

  • Mobiliteit is brede welvaart. Als we ons op een zo duurzaam mogelijke manier gaan verplaatsen, krijgen we daar veel voor terug: schone lucht, minder geluidsoverlast en meer biodiversiteit. Nieuwe grote volkshuisvestingslocaties worden altijd gekoppeld aan de ontwikkeling van projecten die duurzaam vervoer realiseren, zoals uitstekende loop- en fietsnetwerken, openbaar vervoer en deelmobiliteit. Bereikbaarheidsnormen voor basisvoorzieningen, zoals huisarts, apotheek, basisschool en bibliotheek, staan voorop. Nu zijn regelingen voor mobiliteit, zoals leaseauto’s, reiskostenvergoedingen en subsidies voor elektrische auto’s, vooral in het voordeel van hoge inkomens. In de keuzes die wij maken ten aanzien van mobiliteit en bereikbaarheid toetsen we alles op brede welvaart en zetten we in op het verminderen van sociale ongelijkheid tussen groepen mensen en tussen gebieden.
  • Een klimaatticket voor betaalbaar openbaar vervoer. Openbaar vervoer is een publieke voorziening die voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Daarom komt er op korte termijn voor iedereen een Klimaatticket, naar Duits voorbeeld. Voor een vast bedrag van € 49 per maand kan iedereen in de daluren onbeperkt reizen met alle vormen van het OV, ook in de spits als de capaciteit het toelaat. Ook starten we met experimenten voor gratis OV voor mensen met lage inkomens in navolging van verschillende gemeenten. Op de langere termijn wordt de capaciteit van het openbaar vervoer uitgebreid, zodat op termijn het gebruik van het OV voor iedereen gratis kan worden. Om dit te bereiken doen we investeringen in het treinnetwerk.
  • Elke regio bereikbaar. We stoppen de verschraling van het openbaar vervoer. Dat doen we onder meer door de financiering van de vervoersautoriteiten (Provincies en Vervoerregio’s) op orde te brengen. Iedereen moet binnen 45 minuten met het OV bij een ziekenhuis, school en supermarkt kunnen zijn. We keren de trend van afnemend OV-aanbod gericht op financieel rendement en (her)introduceren nieuwe buslijnen, ook in kleine dorpen. Dit betekent betere, frequentere buslijnen, ook in de avonduren en hubs met verschillende vormen van deelvervoer. Het huidige aantal van 398 treinstations in Nederland breiden we fors uit door (her)opening van stations zowel op bestaande lijnen, bij reactivering van spoorlijnen alsmede door enkele nieuwe lijnen. We trekken de tarieven voor alternatief vraaggestuurd vervoer (haltetaxi’s) wettelijk gelijk met de tarieven voor regulier openbaar vervoer. Ook zetten we ons ervoor in om samen met de Duitse regering en de verschillende deelstaten het Nederlandse Klimaatticket ook in Duitsland te laten gelden als Deutschlandticket, en vice versa. Hierdoor wordt internationaal reizen versimpeld en wordt er een stap gezet richting één Europees ticketingsysteem. We zetten ons er ook actief voor in om het internationaal trein- en busvervoer uit te breiden en schrijven met de buurlanden aan een langetermijnstrategie om dit mogelijk te maken. Om de vooruitgang te waarborgen en de doelen tijdig te halen, stellen wij voor om jaarlijks de voortgang met de relevante overheden te bespreken.
  • Meer investeren in OV-beroepen. We gaan de personele tekorten in de mobiliteitssector tegen door de (secundaire) arbeidsvoorwaarden bij vervoersbedrijven in samenspraak met vakbonden te verbeteren. Dit doen we door sociale voorwaarden te stellen bij aanbesteding van het openbaar vervoer. Er komt een actieplan om meer personeel aan te trekken voor de OV-sector.
  • Overheid houdt regie op ons OV. We stoppen met het stimuleren van marktwerking in het OV en versterken de regie op staatsbedrijven ProRail en NS om dienstregeling en aanbod beter aan te laten sluiten op de maatschappelijke vraag. We onderzoeken de mogelijkheid van het opnieuw integreren van de twee bedrijven in één staatsbedrijf onder verantwoordelijkheid van de minister. Provincies worden gestimuleerd en geholpen om het regionale openbaar vervoer weer in eigen hand te nemen.
  • Een bereikbaar treinnet. Het treinnet wordt uitgebreid. We gaan de Lelylijn aanleggen tussen Groningen en de Randstad en in internationaal verband als HSL naar Noord-Duitsland, Denemarken en Zweden en we gaan de planvorming en aanleg zoveel als mogelijk versnellen. Hierbij gaan we bestaande projecten, plannen en ideeën op elkaar aansluiten en optimaliseren. We zorgen voor meer capaciteit en snelheid op de spoorlijnen Utrecht-Zwolle, Amsterdam-Amersfoort-Enschede en Utrecht – Arnhem – Oberhausen. Ook zorgen we dat de IC Den Haag – Eindhoven om en om doorgaat naar Düsseldorf en Aachen, om zo ook Zuid-Nederland goed aan te sluiten op het Duitse ICE-netwerk. De Nedersaksenlijn tussen Enschede en Groningen gaat rijden en we onderzoeken welke verdere uitbreidingen noodzakelijk zijn. Samen met onze buurlanden onderzoeken we welke grenslijnen in ere hersteld kunnen worden. Verder elektrificeren we alle treinlijnen in Nederland.
  • Vergroten van toegankelijkheid. We gaan een uitvoeringsplan opstellen om belemmeringen voor mensen met een fysieke of mentale beperkingen weg te nemen. Denk aanbrede fietspaden die aangepaste fietsen doorlaten en aan uitbreiding van de gehandicaptenparkeerkaart zodat gratis parkeren geldt voor alle reguliere parkeerplaatsen. We eisen dat OV-materieel altijd toegankelijk is en verbieden dat OV-bedrijven eisen stellen aan de toegang. We maken doelgroepenvervoer onderdeel van publiek vervoer en verbinden er dezelfde voorwaarden aan.
  • Meer inzet op slimmere, gezondere en schonere mobiliteit. Meer nadruk op lopen, fietsen, openbaar vervoer en deelmobiliteit en minder op het gebruik van privéauto’s is essentieel. Een aanzienlijk deel van de publieke ruimte die privéauto’s in beslag nemen, kan beter worden gebruikt voor bijvoorbeeld extra woningen, parken en pleintjes of voorzieningen. Naast bouwen rondom knooppunten en het beter gebruiken van bestaande OV-verbindingen, zetten we in op slimmer vervoer en deelmobiliteit. We geven voorrang aan coöperatieve vormen van deelmobiliteit en zijn kritisch op commerciële aanbieders. In het verkeer krijgen voetgangers en fietsers voorrang op auto’s. We investeren in voetgangersinfrastructuur, (snel)fietspaden in het binnen- en buitengebied, voldoende fietsstallingen (waaronder bij stations) en landelijke regelgeving wordt aangepast om (snor)scooters binnen de bebouwde kom van het fietspad te weren. Binnen de bebouwde kom wordt 30 km/u de norm.
  • Eerlijk betalen naar gebruik. We versnellen de invoering van betalen naar gebruik voor automobilisten, zodat de vervuiler gaat betalen. Het is eerlijker om een lager tarief te rekenen in regio’s waar mensen afhankelijk zijn van de auto omdat het openbaar vervoer geen goed alternatief vormt. We differentiëren ook naar tijd. Naast de maximale reiskostenvergoeding komt er ook een minimale reiskostenvergoeding waar werknemers recht op hebben. Reiskosten met het OV worden volledig betaald door de werkgever. Om files te bestrijden gaan we vrachtverkeer zwaarder belasten naar Duits voorbeeld (Maut-heffing). Omwille van verkeersveiligheid, leefbaarheid van de openbare ruimte en klimaatrechtvaardigheid, zetten we alle mogelijke instrumenten, waaronder fiscale maatregelen en het mobiliteitsbeleid, in om de trend waarbij auto’s steeds zwaarder en groter worden, te keren; we experimenteren dan ook met SUV-vrije zones, bijvoorbeeld in drukke stadscentra. Met fiscale en andere maatregelen stimuleren we de omslag naar elektrisch rijden. Daarmee zorgen we ervoor dat in Nederland vanaf 2030 alleen nog elektrische voertuigen worden verkocht, inclusief brom- en snorfietsen, vooruitlopend op het Europese verbod op de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor in 2035. De leasesector gaat al in 2025 over op 100% elektrische auto’s. De fiscale voordelen van leaseauto’s bouwen we af en fiscale regelingen voor elektrisch rijden zijn voortaan alleen nog gericht op lage en middeninkomens.
  • Schonere lucht. De luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie worden wettelijk verankerd. We gaan de luchtvaart verplichte normen opleggen ten aanzien van geluidsoverlast en de uitstoot van stik- en (ultra)fijnstof. Binnenvaartschepen krijgen strengere uitstootnormen. Voor grote vervuilers als Tata Steel, Schiphol en Chemours wordt de gezondheid van medewerkers en omwonenden leidend bij de verstrekking van vergunningen en bij de handhaving. De meest vervuilende onderdelen van Tata Steel worden zo snel mogelijk gesloten.
  • Eerst treinen dan vliegen. We maken Nederland goed bereikbaar met internationale treinen en zorgen dat deze goed geïntegreerd zijn met het binnenlandse vervoer. Ook zorgen we dat de basisvoorwaarden hiervoor (infrastructuur, materieel en personeel) in voldoende mate beschikbaar zijn. Een Europees Spoorwegagentschap wordt verantwoordelijk voor een goed en betaalbaar (nacht)net naar steden als Berlijn, Wenen, Madrid, Rome en Stockholm. We willen dat dit agentschap, naast infrastructuur en internationale samenwerking, ook de aanschaf van nieuw treinmaterieel faciliteert, waardoor spoorbedrijven makkelijker aan materieel kunnen komen. We streven ernaar dat de EU actief gaat werken aan een samenhangend netwerk van langeafstandsverbindingen met goede frequentie en voldoende capaciteit op redelijke termijn in plaats van af te wachten waar de markt interesse in heeft. Doorhet heffen van accijnzen op kerosine en btw op vliegtickets, maken we (internationale) treinkaartjes goedkoper. We werken toe naar een verbod op privévluchten, met als eerste stap een hogere belasting op vluchten met privévliegtuigen vanuit Nederland. Ook gaan we investeren in nieuwe internationale hogesnelheidstreinen en verbeteren we de hogesnelheidsverbindingen die we al hebben.
  • Krimp van het vliegverkeer. De Nederlandse luchtvaart levert de grootste bijdrage aan klimaatopwarming door Nederland. Daarnaast zorgt de luchtvaart voor grote gezondheidsschade van mens en natuur. Daarom moet vliegen door Nederland veel scherper worden ontmoedigd. We beginnen met het invoeren van een progressieve vliegbelasting die oploopt naarmate mensen meer vliegen. Ook komt er een toeslag voor overstappers. Verder stoppen we met vluchten binnen 750 kilometer waarvoor een alternatieve treinverbinding bestaat en met nachtvluchten. Het aantal vluchten op Schiphol en Eindhoven Airport gaat sterk omlaag; deze vliegvelden concentreren zich voortaan op de luchtvaart die voor Nederland belangrijk is. Lelystad Airport en Rotterdam-The Hague Airport gaan dicht. We onderzoeken de maatschappelijke en economische waarde van de andere lokale vliegvelden en de waarde van de locatie voor eventuele alternatieve functies. Onrendabele vliegvelden worden niet langer overeind gehouden.
Hoog contrast