Bestaanszekerheid was misschien wel hét onderwerp van de afgelopen verkiezingscampagne. De beoogde coalitiepartijen hadden hun mond vol over hoe Nederlanders meer geld in hun portemonnee over moesten houden. In het akkoord lezen we dat dit loze beloftes waren.
Er is de afgelopen jaren hard gestreden voor een verhoging van het minimumloon. Onlangs stemden de toekomstig coalitiepartijen in de Eerste Kamer al een kleine verhoging weg, maar in het akkoord tussen de vier partijen draaien ze nu zelfs een eerder afgesproken verhoging terug. Mensen die iedere dag keihard werken tegen met minimumloon worden hierdoor hard geraakt. Wanneer mensen hun baan onverhoopt kwijtraken hoeven ze ook niet op het aankomende kabinet te rekenen: ze korten namelijk de duur van de WW in.
Ouderen
Ook de bestaanszekerheid van ouderen met enkel AOW of een klein pensioen wordt door dit akkoord flink verminderd. Zo wordt extra geld dat gereserveerd was voor de AOW geschrapt in het akkoord, en wordt de AOW-leeftijd sneller verhoogd. Heb je een zwaar beroep? Dan geldt er voor jou nu nog een speciale pensioenregeling zodat je eerder kunt stoppen met werken; deze wordt per 2026 afgeschaft.
Grote bedrijven gaan er op vooruit
Bestaanszekerheid betekent bij de coalitiepartijen vooral bestaanszekerheid voor grote bedrijven en aandeelhouders: die krijgen er namelijk ten koste van mensen met weinig geld wél miljarden bij. In een land waarin 3 miljoen mensen in armoede leven zijn radicaal andere keuzes nodig dan in het akkoord staan. GroenLinks-PvdA gaat de komende jaren strijden voor:
- Het minimumloon naar €16,- per uur. AOW en andere uitkeringen stijgen mee.
- Lagere loonbelasting zodat werkenden meer geld in hun portemonnee overhouden
- Vaste contracten weer de norm maken en een einde aan nulurencontracten
Meer lezen over hoe je bestaanszekerheid écht kunt fiksen voor de mensen die het nodig hebben? Lees dan hier verder.
