3

Samen strijden voor een groene toekomst

Van het duinlandschap tot onze rivieroevers, van de Biesbosch tot de heidevelden op de Veluwe: de Nederlandse natuur is prachtig. Maar onze natuur en het klimaat staan onder enorme druk. Door landbouwgif en overbemesting hebben we de slechtste waterkwaliteit van Europa. Door PFAS kunnen we op steeds minder plekken zwemmen, of groenten uit eigen moestuin eten. Veel vliegbewegingen zorgen voor vieze lucht en geluidsoverlast. Ondertussen maken grote vervuilers grote winsten. Mens en natuur betalen de prijs.

Dat moet anders. Eén ding is duidelijk: alleen samen kunnen we de klimaatcrisis keren, en onze natuur en gezondheid beschermen. GroenLinks-PvdA strijdt voor een groene toekomst. In Europa zorgden we voor de Green Deal, nu is het tijd voor echte klimaatactie in Nederland. De kansen liggen voor het oprapen. Samen met innovatieve bedrijven, mkb’ers en biologische boeren werken we aan een groene toekomst. Dat is geen kostenpost, maar juist een verdienmodel dat we moeten benutten.

We maken een einde aan de onzekerheid en stilstand. En we maken tempo, want de klimaatverandering is in volle gang. We stoppen subsidies op fossiele brandstoffen en vervuilers gaan de prijs betalen voor hun uitstoot. Wij zetten alle zeilen bij met groene energie en het verduurzamen van onze industrie. Zo maken we ons klaar voor een duurzame toekomst, waar we minder afhankelijk zijn van autocraten voor onze energie. Onze strijd voor een groene toekomst voeren we echt samen, zodat iedereen mee kan komen. Dus isoleren we tochtige huurwoningen, kiezen we voor toegankelijk en betaalbaar openbaar vervoer en een lagere energierekening. Zo gaan we samen vooruit.

Zo gaan we samen vooruit:

  • Iedereen mee. Klimaatrechtvaardigheid betekent dat we het samen doen. Mensen die moeite hebben met het betalen van de energierekening helpen we als eerst. We verlagen de nettarieven, en helpen mensen met het isoleren van hun woning en het plaatsen van zonnepanelen, zodat de energierekening daalt. Huurders van wie de huisbaas de woning niet isoleert, krijgen korting op de huur. En we maken het openbaar vervoer aantrekkelijker door de introductie van een Klimaatticket, waarmee iedereen voor 59 euro per maand onbeperkt met het ov kan reizen in daluren.
  • Tempo maken. We zetten alles op alles om de klimaatcrisis aan te pakken. Dat kun je niet alleen aan de markt overlaten. Zonneparken kunnen nu niet aangesloten worden op het energienet, nieuwe woningen en verduurzaming lopen vertraging op; de stilstand is compleet. Meer ruimte op het energienet kan niet wachten. Daarom investeren we fors in het uitbreiden van het elektriciteitsnet. We investeren in schone en betaalbare energie uit wind-op-zee. Om dat te bereiken, sluiten we een Noordzeepact tussen overheid, energiebedrijven, industrie en netbeheerders. Met goedkope energie houden we de energierekening betaalbaar en maken we onze industrie competitiever en duurzamer.
  • Aanpakken grote vervuilers. De gezondheid van mensen gaat boven de winst voor aandeelhouders. Grote vervuilende bedrijven gaan eerlijk belasting betalen over vervuilende uitstoot. Fossiele subsidies bouwen we af. De omwonenden van Schiphol verdienen een betere gezondheid en minder overlast. Er komt een verbod op de kankerverwekkende stof PFAS en op het gebruik van landbouwgif. Grote vervuilers die de wet overtreden, pakken we aan. Megastallen gaan verdwijnen en er komt een einde aan de industriële veehouderij.
  • Gezond eten en eerlijke prijs voor de boer. Iedereen is gebaat bij gezond eten zonder schadelijke stoffen en boeren die goed zorgen voor ons landschap. We kiezen voor circulaire landbouw, waarbij we landbouw aanpassen op wat het land aankan. Dat betekent minder dieren per hectare en strenge regels voor schadelijke bestrijdingsmiddelen. Dat beschermt de gezondheid van omwonenden en garandeert dat ons eten ook echt gezond is. Boeren krijgen een eerlijke prijs. Daar moet de hele keten, inclusief supermarkten, aan meewerken.

3.1 Ambitieus een eerlijk klimaatbeleid en de schone economie van de toekomst

De klimaatcrisis is in volle gang. We zien de gevolgen dagelijks: extreem weer, droogte, overstromingen, hitte en verlies aan biodiversiteit. Dat komt doordat we te lang marktwerking en winsten hebben geplaatst boven het algemeen belang, met uitbuiting van mens en planeet als gevolg. Bovendien zijn de oorzaken en gevolgen van deze crisis ongelijk verdeeld: terwijl grote vervuilers zorgen voor de meeste problemen, komt de rekening bij gewone mensen te liggen. GroenLinks-PvdA kiest voor een rechtvaardige klimaatpolitiek die mens, dier en planeet beschermt. We maken van Nederland een koploper in duurzame economie. We investeren in schone energie, groene industrie, de isolatie van woningen, natuurinclusieve landbouw, groene wijken en goed openbaar vervoer. Alleen samen maken we de omslag – van crisis naar kans, van stilstand naar duurzame vooruitgang.

  • Klimaatrechtvaardigheid. We staan voor een grote verbouwing van Nederland. De aanpak van de klimaat- en natuurcrises zal effect hebben op hoe we wonen, werken, reizen en eten. Daarmee is klimaatbeleid ook sociaal beleid, en daarom stellen wij klimaatrechtvaardigheid centraal. De rekening hoort bij de grote vervuilers te liggen, niet bij mensen die het minste bijdragen aan klimaatverandering. Dit principe passen we zowel nationaal als internationaal toe. Zo grijpen we de klimaattransitie aan om de brede welvaart te vergroten – met gezondere lucht, een betaalbare energierekening, goed en lokaal voedsel, een comfortabele woning, en eerlijke, duurzame ontwikkelingskansen. 
  • Solidariteit als uitgangspunt. Klimaatbeleid werkt alleen als het eerlijk is. Nu profiteren vooral mensen met geld die gebruik kunnen maken van subsidies voor een auto of warmtepomp. Maar voor veel mensen zijn die opties onbereikbaar. We helpen hen af te dwingen dat vervuilers, verhuurders en werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen. Solidariteit geldt ook internationaal. De winning van grondstoffen die nodig zijn voor onze energietransitie moet daarom duurzaam, eerlijk en rechtvaardig plaatsvinden. Zo verdelen we de kosten en baten van klimaatactie eerlijk, nationaal en internationaal. 
  • Versneld naar een klimaatneutraal Nederland. Het is tijd om grote vervuilers echt aan te pakken. Want het tegengaan van klimaatverandering en vervuiling betaalt zich direct terug in maatschappelijke baten, zoals schone lucht, een gezonde leefomgeving en meer zekerheid voor toekomstige generaties. We zetten daarom alle zeilen bij om te zorgen dat Nederland in 2040 klimaatneutraal is. Om dat te bereiken streven we naar 65% CO₂-reductie in 2030. In 2035 zijn al onze elektriciteitsbronnen klimaatneutraal, en in 2040 ook onze energiebronnen én industrie. Ook in Europa is dit onze inzet. 
  • Gezondheid voorop. Een goede gezondheid is voor de meeste mensen het belangrijkste wat er is. We nemen het recht op een gezonde leef- en werkomgeving op in nationale wetgeving. Het voorzorgsprincipe wordt breder verankerd in de wet. En we ondersteunen (lokale) overheden met informatie en kennis om het voorzorgsprincipe beter te kunnen gebruiken. We verbieden het lozen van gif en er komen strengere normen voor luchtvervuiling, microplastics en pesticiden. We nemen gezondheidseffecten mee in vergunningverlening. Bestaande verontreiniging ruimen we op. 
  • Handhaven op milieuovertredingen. Milieuovertreders komen nu te vaak onbestraft weg. Daarom investeren we in een beter systeem van toezicht, metingen en handhaving, en ondersteunen we de omgevingsdiensten, toezichthouders en boa’s in het landelijk gebied. Op milieuovertredingen komen hogere straffen te staan. 
  • Keuzes maken met groene industriepolitiek. Wij kiezen voor bedrijven die toekomst hebben in Nederland. Ruimte, personeel, energie, netcapaciteit en grondstoffen zijn namelijk schaars en de wereld verandert snel. Daarom helpen we bedrijven die passen in de schone en eerlijke economie van de toekomst, samen met Europese bondgenoten. Voor grootvervuilers die niet tijdig verduurzamen is geen plek in ons land. Zo maken we Nederland en de EU wereldleider in schone economie. We maken duidelijke afspraken met de industrie over hun toekomst. In de groene industriepolitiek mag een transitieplan voor de Rotterdamse haven dat in lijn is met de klimaatdoelen van Parijs niet ontbreken. Hierin moeten ook indirecte ketenemissies worden meegenomen. Bij de maatwerkafspraken met Tata Steel over de noodzakelijke overgang naar groen en schoon staal is een harde voorwaarde dat de gezondheidswinst voor omwonenden voorop staat. De adviezen van de expertgroep gezondheid IJmond zijn leidend. 
  • Duurzame AI. De digitale samenleving verbruikt veel stroom, vaak door onnodig AI-gebruik of door ICT alsmaar te laten draaien. Tegelijkertijd kan digitalisering ook helpen om bedrijven duurzamer te maken. We verbreden het Actieplan Duurzame Digitalisering en leiden genoeg ICT’ers op voor een groene digitale toekomst. 
  • Vervuiling heeft een prijs. Vervuiling heeft een prijs. Fossiele vervuilers ontvangen nu tientallen miljarden aan subsidies voor hun vervuilende activiteiten. Deze fossiele subsidies zetten duurzame bedrijven op achterstand en houden de fossiele economie in stand. We bouwen fossiele subsidies zo snel mogelijk af, zoveel mogelijk in Europees verband, maar met de afbouw van Nederlandse fossiele subsidies wachten we niet op Europa. We voeren een volledig verbod in op reclames voor fossiele producten en diensten. 
  • Financiële sector in lijn met klimaatdoelen. Nederland draagt niet alleen bij aan de klimaatcrisis door haar eigen uitstoot, maar ook door te investeren in vervuilende activiteiten in het buitenland. We zetten ons in om deze investeringen, door zowel onze overheid als onze banken, af te bouwen en te verbieden. Voortbouwend op de geldende Europese regels zetten we in op ambitieuzer klimaatbeleid in de financiële sector. Naast het beëindigen van fossiele subsidies brengen we de Nederlandse financiële sector in lijn met de klimaatdoelen van Parijs. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen mogen niet langer investeren in fossiele bedrijven of in nieuwe fossiele projecten. Er komt een wettelijk kader dat zorgt dat nieuwe fossiele investeringen niet meer mogelijk zijn, dat financiële instellingen transparant zijn in de duurzaamheid van hun investeringen, en dat belemmeringen voor groene investeringen wegneemt. Financiële instellingen gaan zo bijdragen aan de noodzakelijke omschakeling naar duurzame energie en een leefbare planeet. Nederland neemt hierin internationaal het voortouw. 
  • Naast de wortel ook de stok. We helpen bedrijven die willen verduurzamen financieel, maar onder strenge voorwaarden. Zoals een geloofwaardig pad naar klimaatneutraliteit. We blijven niet eindeloos in gesprek met partijen die niet in de meewerkstand staan. Er komt een deadline voor het opstellen van een klimaatplan en als bedrijven zich niet houden aan afspraken wordt terugbetaling geëist. Naast financiële prikkels komt er ook stevige normering, bijvoorbeeld een uitbreiding van de energiebesparingsplicht en bindende besparingsdoelen per sector. 
  • Van fossiele naar duurzame baan. Werknemers die een fossiele baan verliezen worden met behoud van inkomen begeleid naar een duurzame baan – zo nodig inclusief omscholing – naar het voorbeeld van het kolenfonds. Zo worden werknemers niet de dupe van klimaatbeleid én werven we de hoognodige arbeidskrachten voor de klimaattransitie. 
  • Duurzame en goedkope stroom van eigen bodem. Gebruik van fossiele brandstoffen zorgt voor afhankelijkheid van landen als Rusland, Saoedi-Arabië en Qatar. Met investeringen in schone energie van eigen bodem, zoals zon en wind, maken we ons minder afhankelijk van autoritaire regimes. Ook daarom kiezen we voor ambitieus klimaatbeleid. Elektriciteit uit zon en wind wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem en we bouwen de gaswinning op land en zee versneld af. We slaan energie op voor wanneer het even niet waait of de zon niet schijnt, bijvoorbeeld met behulp van batterijen. Gascentrales die draaien op groene waterstof zijn de achtervang voor langere periodes zonder wind of zon. We waken ervoor dat het uit de grond halen van zeldzame aardmaterialen die nodig zijn voor de duurzame energietransitie hier, niet ergens anders een negatieve bijdrage hebben op ecosystemen, werkomstandigheden en rechtvaardigheid. Nederland onderschrijft het belang van een non-proliferatie verdrag voor fossiele brandstoffen en spant zich in om een dergelijk internationaal verdrag te verwezenlijken. 
  • Duurzame stroom voor onze industrie. De tijd van goedkoop gas uit Groningen en Rusland is voorbij, en de industrie kampt met hoge energiekosten. Gelukkig biedt de Noordzee unieke kansen voor betaalbare windenergie. Daarom versnellen we de aanleg van windmolenparken op zee om de industrie te laten elektrificeren. Ook sluit de overheid een Noordzeepact met wind- en waterstofproducenten, industriële afnemers en netbeheerders, met langjarige verbintenissen die zekerheid bieden. De overheid neemt een deel van de financiële risico’s op zich maar deelt ook mee in de winst. 
  • Ruimte op het energienet. Met snellere uitbreiding van het elektriciteitsnet zijn we eerder onafhankelijk van fossiele subsidies. We komen met een Energieversnellingswet, die regelt dat vergunningen voor kritieke energieinfrastructuur, zoals voor verdeelstations en extra stroomkabels, eerder kunnen worden afgegeven. Ook krijgt de aanleg van deze infrastructuur voorrang als er door de beperkte stikstofruimte keuzes gemaakt moeten worden welke activiteiten mogelijk zijn. Daarnaast gaan we slimmer gebruik maken van het elektriciteitsnet. Bijvoorbeeld door bedrijven en huishoudens te stimuleren om buiten de spits stroom te gebruiken, oplossingen als batterijen en elektrolyse te ondersteunen, en de lokale energievraag beter af te stemmen met het lokale aanbod uit zon en wind. Partijen met een maatschappelijk belang krijgen voorrang op het net. We stimuleren coöperatief eigendom en beheer van nieuwe duurzame energiebronnen. De overheid stuurt actief op een eerlijk en duurzaam energiesysteem en onderzoekt waar energie in publieke handen moet komen. Kosten voor huishoudens en bedrijven houden we laag door energienetten langer te gebruiken, de kosten van investeringen in het net niet meteen in rekening te brengen bij afnemers, maar uit te smeren over de tijd, en door nettarieven te differentiëren. Nieuwe woonwijken krijgen een eigen wijk- of buurtbatterij. Die slaat stroom op als de wijk stroom over heeft en levert het terug als zon en wind het laten afweten. Dat is voordeliger en solidaire dan een batterij in elke woning. Het ontlast bovendien het elektriciteitsnet. 
  • Naar een circulaire economie. Nederlandse bedrijven en producten die in Nederland worden verkocht zijn volledig circulair in 2050. De overheid helpt circulaire koplopers, onder andere door achterblijvers te beprijzen. We verplichten fabrikanten en importeurs om een oplopend percentage gerecyclede grondstoffen te gebruiken in nieuwe producten. 
  • Biobased bouwen als norm. We maken biobased bouwen de norm in de woningbouw. Dat betekent grootschalige inzet van hernieuwbare en circulairematerialen zoals hout, hennep, vlas en mycelium in plaats van beton en staal.Gemeenten en woningcorporaties krijgen de opdracht en middelen om biobased bouwen structureel toe te passen bij nieuwbouw en renovatie. 
  • Een einde aan verspilling. Het verbranden van recyclebare materialen en het vernietigen van nog bruikbare onverkochte goederen verbieden we. Verkopers moeten voedsel en andere producten eerst afprijzen en anders weggegeven. We stimuleren het delen van producten, en zetten in op levensduurverlenging, hergebruik, reparatie en recycling. Producenten worden verplicht om producten zo vorm te geven dat ze makkelijk gerecycled of hergebruikt kunnen worden.
  • Plastic te lijf. Van microplastics in ons drinkwater tot plasticsoep in de oceaan: plasticvervuiling vormt een steeds grotere bedreiging voor onze natuur, gezondheid en leefomgeving. Het gebruik van nieuw plastic wordt tot een minimum beperkt. We stoppen met onnodige, schadelijke en moeilijk te recyclen verpakkingen en wegwerpplastics. Biologisch afbreekbare alternatieven worden gestimuleerd. 
  • Geen publiek geld voor kerncentrales. Kernenergie is een te dure technologie, die moeilijk inpasbaar is, onnodig om de klimaatdoelen te halen, en een afvalprobleem creëert waarmee komende generaties worden opgezadeld. In 2035 zijn al onze elektriciteitsbronnen klimaatneutraal, waarbij wind en zon het motorblok zijn. Aangevuld met batterijen en opslag. De nu voor kerncentrales gereserveerde 14 miljard euro gebruiken we daarom om huishoudens, bedrijven en boeren te helpen met verduurzamingsmaatregelen die wel snel en zeker effect hebben. 
  • Klimaatadaptatie. Klimaatverandering is steeds zichtbaarder, ook in eigen land. We ervaren hittegolven, wateroverlast, droogte en bodemdaling. Steden en dorpen houden we leefbaar door te investeren in schaduwrijke bomen, dijkbescherming, groene daken en wateropvang. Er komt meer ruimte voor rivieren en waterberging. En we investeren in klimaatbestendige landbouw en nieuwe teelten. Vanuit het oogpunt van klimaatrechtvaardigheid geven we hierbij prioriteit aan bescherming van de meest kwetsbare groepen. We zetten in op het versterken van publieke en sociale infrastructuur, zoals het openstellen van gekoelde publieke ruimten tijdens hittegolven. 
  • Ook Bonaire, St.-Eustatius en Saba doen mee. We werken samen met Bonaire, St. Eustatius en Saba zodat ook zij zich kunnen aanpassen aan klimaatverandering, net zoals andere Nederlandse gemeenten. Inwoners worden betrokken en we stellen kennis en middelen beschikbaar. 
  • Klimaatbeleid op basis van feiten. Klimaatwetenschappers staan internationaal onder druk, terwijl klimaatsceptici desinformatie verspreiden. Wij ondersteunen buitenlandse klimaatwetenschappers die bijvoorbeeld in de VS hun werk niet meer kunnen doen. 

3.2 Nieuwe Wijkenaanpak voor verduurzaming en leefbaarheid

  • Wijkaanpak verduurzaming en leefbaarheid. Oude wijken en dorpen met veel sociale huur zijn vaak slecht voorbereid op klimaatverandering. Slechte isolatie leidt tot een hoge energierekening en longaandoeningendoor schimmel, hitte tot risico’s voor ouderen en andere kwetsbare groepen, verouderde schoolgebouwen tot slechte concentratie bij leerlingen en daardoor slechtere leerprestaties. We vergroten leefbaarheid door verduurzaming via een gerichte wijkaanpak.
  • Een Isolatie-Offensief. Een goed geïsoleerde woning is goed voor het klimaat én voor de portemonnee. De overheid gaat flink investeren in een grootschalig isolatie-offensief. Dit gebeurt natuurinclusief: we houden rekening met vogels en vleermuizen. In tochtige huizen zonder dubbel glas wonen gezinnen die ‘s winters kiezen tussen verwarming of eten. Dáár beginnen we. We boeken tijdswinst endrukken kosten door gelijksoortige huizen tegelijk aan te pakken. Door langjarig marktcapaciteit in te kopen, geven we de techniek- en installatiebranche zekerheid en zijn we verzekerd van voldoende capaciteit. 
  • Impuls aardgasvrije wijken. De maatschappelijk meest wenselijke energiebron moet ook voor mensen de meest aantrekkelijke zijn. Helaas zijn de vaste kosten van een warmtenet relatief hoog. Wij maken het aantrekkelijker door de vaste en variabele kosten te verlagen. We zetten in op warmte- en koude netten in publieke handen en ondersteunen gemeenten en bewonersinitiatieven daarin. 
  • Samen tegen hittestress. Steeds hetere en drogere zomers veroorzaken steeds meer hittestress, met name in versteende gebieden. Wij zetten daarom in op meer bomen, groene daken, schaduwplekken en drinkwaterpunten. We helpen bewoners aan goed ventilerende, hittebestendige woningen en zonnewering. 
  • Maatschappelijk vastgoed wordt aangepakt. Veel maatschappelijke instellingen, zoals scholen, bibliotheken, zwembaden, buurthuizen en sportverenigingen, hebben verouderde gebouwen en hoge energiekosten. Deze partijen worden financieel en met kennis ondersteund in de verduurzaming van hun gebouwen. 
  • Investeren in de gemeenschap. Fixbrigades en energiecoaches kunnen met kleine ingrepen een groot verschil maken op het energiegebruik van woningen, zoals met tochtstrips, radiatorfolie, ledlampen of het zuiniger instellen van de CV- ketel. Zij kunnen bovendien een eerste ‘contact achter de voordeur’ zijn, en zo mensen informeren over welke andere verduurzamingsmaatregelen mogelijk zijn. 
  • Steun voor lokale initiatieven. De laatste jaren zijn op tal van plekken initiatieven gestart voor de verduurzaming van wijken, zoals energiegemeenschappen en witgoedregelingen waarbij huishoudens met een laag inkomen hun oude, energieslurpende koelkast, vriezer of wasmachine kunnen inruilen voor een energiezuinig exemplaar. Dit soort succesvolle initiatieven en regelingen ondersteunen we en breiden we uit.
  • Huurders hebben recht op een goede woning. Huurders betalen letterlijk de rekening als verhuurders weigeren een woning te isoleren. Wij leggen daarom de verantwoordelijkheid waar die hoort: bij de verhuurder. Zie het hoofdstuk Wonen.
  • Kopers worden ondersteund. Mensen met een koopwoning die niet weten hoe te verduurzamen, ontvangen een deskundig advies over de mogelijkheden. Huiseigenaren met onvoldoende spaargeld kunnen een beroep doen op voordelige leningen.
  • Betaalbare energierekening. Isolatie is de enige structurele oplossing voor een betaalbare energierekening, maar niet alle woningen zullen van vandaag op morgen zijn verduurzaamd. Daarom komen we in de tussentijd kwetsbare huishoudens tegemoet met een structureel energienoodfonds dat huishoudens helpt die hun energierekening niet kunnen betalen. Huurders die door de abrupte afschaffing van de salderingsregeling moeten toeleggen op zonnepanelen komen we tegemoet.

3.3 Een bloeiende natuur en platteland

Een gezonde natuur is de basis van het leven en van een duurzame voedselproductie. De natuur geeft ons drinkwater, gezond en goed voedsel van vruchtbare bodems en schone lucht. Maar door kortetermijnwinsten te verkiezen boven zorg voor ons drinkwater, landschap, onze bodem en luchtkwaliteit staan de natuur en onze gezondheid onder druk. Vervuilers betalen ondertussen niet voor hun uitstoot en boeren krijgen geen eerlijke beloning voor landschapsbeheer en goede zorg voor de natuur. Wij doen dat wel, zodat de duurzame optie ook de meest aantrekkelijke wordt. Zo blijven de natuur en wijzelf gezond, voorkomen we uitputting van water en grond, en blijft Nederland een fijne en mooie plek om te wonen.

  • Het land van het stikstofslot. We willen als Nederland vooruit. Daarvoor is voldoende stikstofruimte nodig om te bouwen, te investeren en infrastructuur aan te leggen. Om ruimte te creëren is natuurherstel nodig door een zekere en afdwingbare daling van de stikstofuitstoot. Vrijgekomen stikstofruimte komt in een stikstofbank waar de overheid eerste recht van koop heeft voor projecten met een maatschappelijk belang zoals woningbouw, de energietransitie, defensie en infrastructuur. PAS-melders en interimmers gaan we helpen. 
  • Gerichte stikstofaanpak. Om de natuur te laten herstellen is het als eerste van belang piekbelasters gericht uit te kopen, te verplaatsen, of te begeleiden naar een vorm van landbouw die minder druk legt op de omgeving. Als stok achter de deur zijn we bereid tot gedwongen uitkoop zodat de natuur voldoende kan herstellen en het land van het slot kan. Daarnaast verhogen we de weidegang, verlagen we het ruweiwitgehalte in veevoer, en normeren we emissiearme mestuitrijding. 
  • Prioriteit aan natuurherstel. Naast teveel stikstof, leidt de natuur onder verdroging, teruglopende biodiversiteit, verslechterende waterkwaliteit, versnippering en overexploitatie. We starten een ambitieus programma om onze natuur op orde te brengen, zowel binnen als buiten beschermde natuurgebieden. Natuurbescherming is een randvoorwaarde voor herstel. We voeren daarom de Europese Biodiversiteitsstrategie 2030 volledig uit. Dit houdt in dat minimaal 30% van het landoppervlak en 30% van het Nederlandse deel van de Noordzee wettelijk wordt beschermd, waarvan een belangrijk deel strikt beschermd wordt. 
  • Strijd tegen ontbossing. Nederland maakt strikte afspraken over het stoppen van overmatige houtkap, de bescherming van oude bomen in een natuurlijker bos en het stoppen van bodemverstoring. We investeren internationaal in formalisering van landrechten van inheemse en lokale bevolking en bevorderen bosbeheer door deze gemeenschappen als invulling van klimaat- en biodiversiteitsdoelen. We zetten ons in voor een uitbreiding van de Europese ontbossingsverordening naar financiële instellingen, en naar producten die leiden tot ernstige natuurverwoesting en daarmee gepaard gaande schending van mensenrechten. 
  • Ruimte voor de natuur. We verbinden beschermde natuurgebieden door voltooiing van het Natuurnetwerk Nederland en door programma’s zoals Ruimte voor Levende Rivieren, Natuurkracht Limburg, het herstellen van het Haringvliet en realisatie van de OostervaardersWold. Natuurontwikkeling wordt gecombineerd met waterveiligheid en waterberging. 
  • Toekomstgerichte ruimtelijke ordening. Schaarse ruimte moet worden ingezet voor het herstellen van de natuur, het bouwen van betaalbare woningen, en het opwekken van duurzame energie. In de ruimtelijke ordening stellen we solidariteit en toekomstgerichtheid centraal. 
  • Van industriële naar duurzame landbouw. De jarenlange focus op schaalvergroting en intensivering heeft de natuur en boeren uitgeput. Het aantal boeren neemt af terwijl het aantal megastallen stijgt. Industriële landbouw is slecht voor ons klimaat, onze natuur, ons landschap, dierenwelzijn en onze gezondheid. Een groot deel van het geproduceerde eten exporteren we naar het buitenland, terwijl wij met de vervuiling blijven zitten. We passen daarom onze productiecapaciteit aan naar wat onze natuur aankan. Daarbij kiezen wij voor een grondgebonden en natuurinclusieve landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden. Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel en een einde aan de bio-industrie. Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest wordt tot een minimum beperkt. 
  • Verbod op landbouwgif. Voedsel van het land moet gezond zijn. Daarom komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn. We verbieden per direct glyfosaat, PFAS-houdende bestrijdingsmiddelen en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij lelieteelt. Ook komt er een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen in en rondom natuur- en waterwingebieden. 
  • Biologische landbouw. Biologische boeren laten al jaren zien dat het produceren van gezond en hoogwaardig voedsel met een kleine voetafdruk mogelijk is. Wij zetten daarom stevig in op uitbreiding van de biologische landbouw. We helpen boeren bij het omschakelen en geven hen een eerlijke vergoeding voor het beheren van ons landschap. Ook stimuleren we het bijmengen van biologische producten en biologische inkoop. 
  • Ondernemen met natuur. De boer is behalve voedselproducent ook beheerder van ons landschap. Boeren krijgen een eerlijke vergoeding voor het landschapsbeheer, bijvoorbeeld als ze werken met teeltvrije zones, kruidenrijk grasland, natuurvriendelijke oevers, water- en CO₂-opslag, weidevogelbeheer of landschapselementen. Dat maakt het voor hen aantrekkelijker om meer nadruk te leggen op natuurbeheer in de bedrijfsvoering. Overheden gaan daarom langjarige contracten aan met boeren en in Europa strijden we voor hoge milieunormen en voor Europese landbouwsubsidies die goede omgang met de natuur belonen. 
  • De keten aan zet. Boeren moeten een eerlijk inkomen kunnen verdienen. Daar moet de hele keten, inclusief supermarkten, aan meewerken. We moedigen langjarige afspraken aan tussen boeren en afnemers met kostendekkende vergoedingen. Met financiers spreken we af dat extensivering tegen een voordelige rente wordt gefinancierd. 
  • Duurzame pacht. DDe huidige pachtregels houden boeren gevangen in kortetermijndenken en stimuleren de intensieve landbouw. Met een nieuwe pachtwet keren we het tij. Langjarige, duurzame pacht wordt de standaard. We introduceren loopbaanpacht die jonge agrarische ondernemers perspectief geeft. En overheden geven het goede voorbeeld, door grond niet aan de hoogste bieder te verpachten maar door de inspanning voor natuur en milieu leidend te laten zijn. 
  • Grondpolitiek. Grond is duur en schaars in Nederland. Daarom moet de overheid regie voeren om die grond in te zetten voor het grootste maatschappelijke belang.  
  • Een mooi en gezond landschap. We brengen het prachtige en levendige Nederlandse natuurlandschap terug door kenmerkende landschapselementen terug te brengen, zoals knotwilgen, poelen en slootjes. We planten op grote schaal nieuwe landschapselementen aan zoals houtwallen, bomen en bossen. Landgoed Amelisweerd wordt behouden door de A27 bij Utrecht niet te verbreden. 
  • Een levendig platteland. Kleinschalige, duurzame agrarische bedrijven zijn vaak van veel maatschappelijke waarde. We stimuleren regionale samenwerkingsverbanden en nieuwe verdienmodellen, zoals directe verkoop, toerisme, onderwijs, zorg, en agroforestry. We houden het platteland levendig met goede voorzieningen, zoals ov, dorpshuizen, bibliotheken en zwembaden. Ook investeren we in natuur en het aanleggen van fiets- en wandelpaden. de gebieden waar de kosten voor waterbeheer hoog zijn of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw. 
  • Het water op peil. We passen het uitgangspunt ‘functie volgt peil’ toe. Dat betekent dat we het waterpeil kiezen dat past bij het bodem- en watersysteem van een gebied. In de veenweidegebieden voorkomen we de oxidatie van het veen en daarmee bodemdaling en CO₂-uitstoot. We geven prioriteit aan de gebieden waar de kosten voor waterbeheer hoog zijn of waar de natuur achteruitgaat. Daar stimuleren we natte natuur en natte landbouw.
  • Schoon water. Nederland heeft de slechtste waterkwaliteit van Europa door lozing van giftige stoffen door de industrie en door de intensieve land- en tuinbouw. Samen met de waterschappen en agrarische- en natuurorganisaties verbeteren we ons water zodat het voldoet aan Europese normen. Om dit te bereiken zetten we in op duurzame land- en tuinbouw en verplichten we het opstellen van een water- en bodemplan. Voor bedrijven scherpen we de regels voor de lozing van giftige stoffen aan en verbieden niet-toetsbare stoffen. 
  • Droogte en drinkwatertekorten. Droogte is een sluipmoordenaar, zeker op plekken in Nederland waar de droogte hard toeslaat, zoals op de hoge zandgronden. Droogte en vervuiling brengen ook onze drinkwatervoorziening in gevaar. We maken daarom bodem en water sturend bij de inrichting van ons landschap en houden water langer vast. Alle vormen van onttrekking van grondwater door bedrijven, boeren en burgers worden vergunningsplichtig en we stoppen stapsgewijs met vergunningen voor onbepaalde tijd. Er komt meer ruimte voor waterberging, infiltratie en drinkwatervoorzieningen. We maken werk van drinkwaterbesparing en we blijven uitgaan van het principe de gebruiker betaalt. 
  • Verbod op PFAS.PFAS bedreigen onze voedselveiligheid en onze drinkwatervoorzieningen. Daarom komt er een lozingsverbod voor PFAS en een verbod op niet-essentiële producten die PFAS bevatten. Alle essentiële producten die PFAS bevatten worden in kaart gebracht en zo snel mogelijk uitgefaseerd. 
  • Dierenwelzijn. We verbeteren dierenwelzijn. Alle huisvesting voor landbouwdieren moet voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid. Melkveehouderijen krijgen alleen een vergunning als koeien een deel van het jaar naar buiten mogen, en uiteindelijk moeten alle dieren naar buiten kunnen. Er worden geen nieuwe stallen gebouwd waarin dieren permanent binnen worden opgesloten. We stimuleren het ‘kalf bij de koe’ principe. In slachthuizen komt verplicht cameratoezicht en de maximale slachtsnelheid wordt verlaagd, net als de maximale duur en temperatuur bij veetransporten. Producten die in Nederland worden verkocht of verwerkt moeten een Beter Leven-keurmerk halen van minimaal 2 sterren, en vanaf 2040 zijn dat er 3. Dierenbeulen worden hard aangepakt en mogen geen dieren meer houden. 
  • Rechten voor de natuur. De natuur verdient onze bescherming. Daarom verankeren we de rechten voor de natuur en dieren juridisch steviger in de wet. Ook erkennen we ecocide in het nationale en internationale strafrecht. 
  • Duurzame Visserij. Overbevissing gaan we wereldwijd tegen. Bodemverstorende sleepnetvisserij moet stoppen. We creëren meer visserijvrije zones en dierenwelzijnsregels gaan ook gelden voor vissen in kwekerijen. We stimuleren natuur-inclusieve visserij en schelpdierenteelt door kweekgebieden in de kustzone aan te wijzen. 
  • Bescherming van onze zeeën. De Waddenzee is onderdeel van het UNESCO- Werelderfgoed, maar heeft flink te lijden onder teveel menselijke activiteit. We stoppen met mijnbouw en vervuiling in het Waddengebied, en beschermen het Wad tegen verstoring en roofbouw. Op de Waddenzee en Noordzee gaat de energietransitie hand in hand met natuurontwikkeling. We gaan verder met opvolging van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad over veilig scheepvaartverkeer boven de eilanden. Langs de gehele Nederlandse kust beschermen we de natuurgebieden beter en wordt er niet onnodig gebouwd. Er komt een tijdelijke stop op diepzeemijnbouw. Voor bescherming van de koraalriffen en de biodiversiteit in Caribisch Nederland blijven we de nodige financiering beschikbaar stellen. 

3.4 Samen onderweg

Of het nu voor werk is, familiebezoek of een mooie vakantie, zonder goede infrastructuur en dienstverlening zijn we nergens. Om te zorgen dat Nederland in beweging blijft investeren we in nieuwe en bestaande infrastructuur en breiden we mobiliteitsvoorzieningen uit. Duurzame mobiliteit staat daarbij voorop en we zorgen dat je ongeacht je portemonnee op weg kunt.

  • Elke regio bereikbaar. We keren de trend van afnemend, winstgedreven ov- aanbod en introduceren nieuwe buslijnen, ook in kleine dorpen. Dit betekent betere buslijnen die vaker rijden, ook in de avonduren, en hubs met verschillende vormen van deelvervoer. We breiden het aantal treinstations in Nederland fors uit door (her)opening van stations langs bestaande, nieuwe en gereactiveerde lijnen. Haltetaxi’s krijgen dezelfde tarieven als regulier ov. 
  • Betaalbaar openbaar vervoer. Openbaar vervoer moet weer een publieke voorziening worden die voor iedereen betaalbaar en toegankelijk is. Op korte. termijn willen we een klimaatticket van 59 euro per maand naar Duits voorbeeld waarmee iedereen in de daluren onbeperkt met het OV kan reizen. Het uiteindelijke doel is dat het OV voor iedereen gratis te gebruiken is. 
  • Een goede dienstregeling. We passen het aanbod van ov beter aan op wat nodig is om Nederland bereikbaar te houden. Dat doen we door de regie te versterken op ProRail en NS, de hoofdrailconcessie voor de NS in stand te houden, en door provincies te ondersteunen bij het weer in eigen hand nemen van het regionale ov. De aansluiting van het hoofdrailnet met regionale netten moet naadloos zijn, verschillende check-insystemen horen daar niet bij. 
  • Duurzame mobiliteit. Als we ons op een zo duurzaam mogelijke manier gaan verplaatsen, krijgen we daar veel voor terug: schone lucht, minder geluidsoverlast en meer biodiversiteit. Nieuwe grote volkshuisvestingslocaties worden altijd gekoppeld aan de ontwikkeling van projecten die duurzaam vervoer realiseren,= zoals uitstekende loop- en fietsnetwerken, openbaar vervoer en deelmobiliteit. We elektrificeren alle treinlijnen in Nederland. En we investeren in voorzieningen en werkgelegenheid in de buurt.
  • Meer investeren in OV-beroepen. We gaan de personeelstekorten in de mobiliteitssector tegen door de arbeidsvoorwaarden bij vervoersbedrijven in samenspraak met vakbonden te verbeteren. 
  • Veilig onderweg. Iedereen moet veilig met het ov kunnen reizen. Medewerkers in het ov en reizigers hebben helaas steeds vaker te maken met nare incidenten. Agressie en overlast zijn onacceptabel en overlastgevers pakken we stevig aan. Daarvoor versterken we de handhaving in het ov. 
  • Meer spoorlijnen en OV-verbindingen. Het treinnet wordt uitgebreid. We leggen de Lelylijn aan tussen Groningen en de Randstad en in internationaal verband als hogesnelheidslijn naar Noord-Duitsland, Denemarken en Zweden. De Nedersaksenlijn tussen Enschede en Groningen gaat rijden en we onderzoeken welke verdere uitbreidingen noodzakelijk zijn. Samen met onze buurlanden onderzoeken we welke grenslijnen in ere hersteld kunnen worden. De Noord- Zuidlijn wordt naar Schiphol en Hoofddorp doorgetrokken. We zorgen voor voldoende capaciteit op bestaande lijnen.
  • Veilig op het fietspad. Het is een Nederlandse verworvenheid om je fiets op te springen, onafhankelijk van je leeftijd, om naar de supermarkt of school te gaan. Helaas staat dat onder druk. Fatbikes en grote voertuigen met een brommerkenteken maken onze fietspaden onveiliger. Het fietspad moet weer het terrein worden van de fiets. Voor fatbikes in het bijzonder gaat een helmplicht en leeftijdsgrens gelden. 
  • Vergroten van toegankelijkheid. We nemen de belemmeringen voor mensen met beperkingen in het verkeer weg. Denk aan verbreding van fietspaden en stoepen, en aan uitbreiding van de gehandicaptenparkeerkaart. Zodat gratis parkeren voor kaarthouders geldt voor alle reguliere parkeerplaatsen. Openbaar vervoer, stations en haltes (inclusief toiletten), reisassistentie en informatie over de reis dienen volledig toegankelijk te zijn, inclusief maatregelen bij uitval, onderhoud en/of renovatie aan materiaal en locaties. Bij kopen van nieuw materiaal dient dit toegankelijk te zijn. Het aankomende onderzoek naar het verbeteren van het doelgroepenvervoer nemen we serieus en pakken we voortvarend op. 
  • Meer inzet op slimmere, gezondere en schonere mobiliteit. Er komt meer nadruk op lopen, fietsen, openbaar vervoer en deelmobiliteit. Voetgangers en fietsers krijgen voorrang op auto’s. We investeren in voetgangersinfrastructuur, (snel)fietspaden in het binnen- en buitengebied, voldoende fietsstallingen (waaronder bij stations) en landelijke regelgeving wordt aangepast om (snor) scooters binnen de bebouwde kom van het fietspad te weren. Binnen de bebouwde kom wordt 30 kilometer per uur de norm. 
  • Eerlijk betalen naar gebruik. We versnellen de invoering van betalen naar gebruik voor automobilisten. In regio’s waar mensen afhankelijker zijn van de auto vanwege beperkt openbaar vervoer geldt een lager tarief. We differentiëren ook naar tijd. Vrachtwagens gaan via een hogere kilometerheffing meer meebetalen aan de aanleg en onderhoud van wegen. 
  • Duurzame reiskostenvergoeding. Naast de maximale- komt er ook een minimale reiskostenvergoeding waar werknemers recht op hebben. Reiskosten met het ov worden volledig betaald door de werkgever. Voor automobilisten wordt elektrisch de norm. Zo zorgen we ervoor dat in Nederland vanaf 2030 alleen nog elektrische voertuigen worden verkocht, inclusief brom- en snorfietsen. De leasesector gaat voor die tijd al over op 100% elektrische auto’s. 
  • Duurzame scheepvaart. Ook de scheepvaart moet vergroenen. Met nationaal en internationaal beleid stimuleren we de overgang naar schone brandstoffen. 
  • Bereikbare Wadden. De Waddeneilanden moeten goed bereikbaar blijven. Daarbij zijn continuïteit, betaalbaarheid en duurzaamheid leidend. Eilandbewoners worden hier goed bij betrokken. 
  • Treinen boven vliegen. We maken Nederland goed bereikbaar met internationale treinen en sluiten die goed aan op het binnenlandse vervoer. Er komt een eenvoudig boekingssysteem voor internationale treinreizen. In EU-verband zetten we ons in voor een groot netwerk van langeafstandsverbindingen die vaak rijden. We maken internationale treinkaartjes aantrekkelijker met accijnzen op kerosine en btw op vliegtickets. 
  • Krimp van het vliegverkeer. De luchtvaart moet verduurzamen. Om dat te stimuleren voeren we een CO₂-plafond en geluidsplafond in. Die dalen ieder jaar richting een klimaatneutrale luchtvaart in 2050. De hoogte van de vliegtuigbelasting wordt aangepast aan de milieu-impact van de vlucht. Daar maken we afspraken over met Europese partners. De vrijstellingen voor transferpassagiers vervallen en we stoppen met nachtvluchten en vluchten waarvoor een alternatieve treinverbinding bestaat. Daar bovenop worden programma’s die vaker vliegen bevorderen en privévluchten verboden. Lelystad Airport blijft dicht voor commerciële vluchten en onrendabele vliegvelden worden niet langer overeind gehouden.  
  • Welzijn van medewerkers en omwonenden van Schiphol. De arbeidsomstandigheden op Schiphol worden verbeterd. Bij zware belasting van werknemers wordt snel ingegrepen. Er komt een nieuw normenstelsel voor geluid, gebaseerd op ervaren hinder, waar Schiphol aan moet voldoen. Schiphol staat immers niet boven de wet. Zo krijgen omwonenden, medewerkers en betrokken partijen rondom de luchthavens juridische duidelijkheid. De gezondheidseffecten van Schiphol op omwonenden worden periodiek in kaart gebracht.
Hoog contrast