Verslag: Drie gesprekken over de wooncrisis

Verslag: Drie gesprekken over de wooncrisis Verslag: Drie gesprekken over de wooncrisis

In drie gesprekken met experts, professionals en ervaringsdeskundigen duiken we in de wooncrisis. Doel: niet weer in dezelfde valkuilen trappen en echte oplossingen vinden voor een probleem dat iedereen aangaat.

Noem één probleem waar echt heel Nederland zich druk om maakt, en je komt vrijwel zeker uit bij: wonen. Iedereen weet hoe moeilijk, en soms zelfs onmogelijk, het is om een goede en betaalbare woning te vinden. Maar concrete verbetering? De cijfers laten zien dat die uitblijft. Er is een wooncrisis en we zitten er middenin.

GroenLinks-PvdA sprak daarom de afgelopen tijd met mensen die de wooncrisis als geen ander kennen. 

Bijvoorbeeld stadsgeograaf Cody Hochstenbach, die veelgelezen boeken schreef over de gevolgen van woonpolitiek in de samenleving. Tijdens De Linkse Revolte Live spraken Jan de Vries, directeur van het Straat Consulaat, en Luc van de Meulenhof, over dak- en thuisloosheid op de politieke agenda zetten. En in een ander gesprek gingen Melissa Koutouzis van het Woonprotest en Abel Heijkamp van de Bond Precaire Woonvormen in gesprek.

Onder de noemer van het actieplan Samen Vooruit organiseren GroenLinks-PvdA een reeks gesprekken over maatschappelijke onderwerpen. Dit verslag vormt een ingekorte versie van alle persoonlijke verhalen en meningen die gedeeld werden. Deze vertegenwoordigen niet per se het standpunt van GroenLinks-PvdA. Ze zijn bedoeld om de visie van GroenLinks en PvdA te verrijken, nieuwe oplossingen aan te dragen en de partijen uit te dagen.

Dezelfde valkuil

Wonen is een grondrecht. De overheid is verplicht om te zorgen dat je in Nederland een goede en betaalbare woning kunt krijgen, benadrukt Jan de Vries tijdens De Linkse Revolte Live in Bemmel. Politieke partijen van links tot rechts verwijzen de laatste jaren graag naar dat recht. Maar de concrete stappen die ervoor nodig zijn worden niet gezet, en dat frustreert De Vries. Ook Cody Hochstenbach ziet dat misgaan. De VVD roept te pas en te onpas dat wonen een recht is. ‘Maar dat haalt de angel uit het debat’, zegt Hochstenbach.

Want wat er nodig is, is geen oppervlakkige correctie. Daar is iedereen die we spraken het over eens. Het aanpakken van de wooncrisis betekent een fundamentele verandering in de manier waarop we naar huisvesting kijken. De belangen van bewoners en woningzoekenden moeten boven die van het kapitaal gaan. Maar de laatste decennia was het andersom: de mensen en bedrijven die aan huizen verdienen komen eerst – van buitenlandse vastgoedinvesteerders tot huiseigenaren met hypotheekrenteaftrek.

Woonprobleem, geen zorgprobleem

Een vaak gehoorde en terechte oproep is dat niemand hoort op straat te slapen. Luc van de Meulenhof vertelt uit eerste hand over het leven zonder eigen woning. Hij is 25 jaar oud en gaat sinds 2020 heen en weer tussen de nachtopvang, maatschappelijke opvang, een safehouse en de bank bij familie thuis. Hij loopt tegen tal van uitdagingen aan, zoals slapeloosheid omdat hij in de opvang met veertig mensen op één zaal moet slapen. Maar zoals Luc heel duidelijk zegt: de kern van het probleem is dat hij gewoon geen woning kan vinden die hij kan betalen.

Jan de Vries sluit zich daarbij aan: dakloosheid is geen zorgprobleem, maar een woonprobleem. De meeste mensen zonder vaste woning slapen niet op straat, maar op steeds wisselende opvanglocaties binnen verschillende regelingen, of bijvoorbeeld bij familie of vrienden op de bank. Er zijn nauwelijks cijfers bij deze groep. De overheid weet niet om hoeveel mensen het gaat. Maar zij leven wel in enorme onzekerheid. Bijvoorbeeld omdat ze geen postadres hebben, of omdat ze als vrouw niet weg kunnen uit een onveilige situatie. 

Luc van de Meulenhof maakte afgelopen jaren een som. Sinds 2021 kostte zijn opvang en behandeling de Nederlandse staat 420 duizend euro. Een veelvoud van wat een normale woning had gekost. Toch heeft de nieuwe woonminister Mona Keijzer laten weten dat zij met dak- en thuisloosheid ‘niks heeft’. Niet haar probleem.

Oplossingen

De wooncrisis is een veelkoppig monster, dat wordt tijdens de gesprekken wel duidelijk. Er zijn te weinig huizen en ze zijn vaak niet betaalbaar. Er wordt te weinig gebouwd en de woningen die wél bijgebouwd worden, zijn relatief duur. De minst dure woningen zijn dan weer slecht geïsoleerd en niet duurzaam. De leegstand is hoog en tegelijkertijd heeft een grote groep mensen – zo’n 100 duizend, schat Melissa Koutouzis – helemaal geen eigen woning.

Waar begin je om zoiets op te lossen? Wat Jan de Vries en Cody Hochstenbach betreft is de politiek aan zet. ‘Investeren, investeren, investeren’, zegt De Vries. In plaats van iets voor de armste groepen, afgebakend met strenge eisen, moet de sociale huur weer een brede voorziening worden. Met goede, betaalbare en duurzame woningen waar je altijd op kunt rekenen. Dat kan via de woningcorporaties, maar we moeten er als samenleving voor kiezen en in investeren.

Melissa Koutouzis en Abel Heijkamp zien een andere weg naar verandering. ‘Politiek, ook linkse politiek, heeft het wonen in de steek gelaten’, zegt Koutouzis. Heijkamp: ‘De woonstrijd is een klassestrijd’. Ze zien de wooncrisis niet als iets dat is ‘misgegaan’, maar als een bewust verdienmodel voor de bezittende klasse. Wat Koutouzis en Heijkamp betreft moet je terugvechten om dat te veranderen. Bijvoorbeeld door huurders bewust te maken van hun rechten, door bezwaar te maken tegen een huurverhoging of samen met andere huurders in huurstaking te gaan.

Een andere oplossing: de leegstand aanpakken. Wat Koutouzis en Heijkamp betreft moet kraken weer worden toegestaan. Als het juridisch en politiek zo vastzit, is kraken dé manier om verandering teweeg te brengen. De Vries noemt het voorbeeld van een leegstand-award: een ‘prijs’ voor het grootste en langst leegstaande pand in een gemeente. Dat krijgt pandjesbazen wel in beweging.

De winst van een oplossing voor de wooncrisis? Op de eerste plaats scheelt het samenleving enorm veel geld en onzekerheid. Maar het levert ook geld op als dak- en thuislozen een eigen woning krijgen. Dat betekent minder kosten voor opvang, zorg en veiligheid. Het loont dus om keuzes te maken. Of zoals Luc van de Meulenhof zegt: ‘Dit is best wel een groot probleem, het kost best wel veel geld. Dus het is sowieso een strak plan.’

Praktische tips

In de gesprekken die we voerden, kwam er een aantal tips naar voren die bedoeld zijn om de visie van GroenLinks en PvdA te verrijken, nieuwe oplossingen aan te dragen en de partijen uit te dagen. Voor het standpunt van de partijen op deze onderwerpen verwijzen we graag naar het verkiezingsprogramma.

  • Schaf de kostendelersnorm af zodat mensen in de bijstand gewoon kunnen samenwonen als ze dat willen, zonder dat ze op hun uitkering worden gekort.
  • Pak leegstand aan in de gemeenten, bijvoorbeeld met een leegstand-award voor het grootste en/of langst leegstaande pand
  • Investeer in de bouw van sociale huur. Dit kan samen met woningcorporaties, maar de overheid moet de leiding nemen en bijvoorbeeld zorgen voor beschikbare grond.
  • Maak optoppen makkelijker. Het bouwen van een nieuwe verdieping op een bestaand gebouw is een slimme en haalbare manier om woningen toe te voegen. Maar op dit moment werkt de overheid optoppen tegen.
  • Ga uit van Housing First bij de aanpak van dakloosheid. Dakloosheid is in de eerste plaats een woonprobleem, geen zorgprobleem. De makkelijkste oplossing: een vaste woning.
  • Help huurders om sterker te staan tegen over huisjesmelkers die te veel geld vragen voor woningen van slechte kwaliteit. Merk bijvoorbeeld een laag energielabel aan als gebrek en help huurders om huurverhoging te weigeren en verlaging te krijgen.
Hoog contrast