Op maandag 12 mei organiseerde GroenLinks-PvdA een rondetafelgesprek over de zorg in Breda. Zorgverleners, beleidsexperts en bewoners kwamen samen, om te bespreken hoe de sector oog kan houden voor de menselijke maat. Een avond vol scherpe analyses. Maar er kwamen óók hoopvolle initiatieven en praktische tips voorbij.
Het is een warme lenteavond op 12 mei. Terwijl de terrassen in Breda vol zitten, nemen zo’n twintig deelnemers plaats in een kleine kring, in de mooie zaal met glas-in-loodramen in Hotel Nassau, een voormalig kloostercomplex. De moderator Robin van Westen biedt veel mensen de gelegenheid zich kort voor te stellen. De meeste mensen werken – of werkten – in de zorg. Van een stagiaire op een jeugdwerkplaats tot een gepensioneerde verpleegkundige. En van een man die alles weet over de financiering van de zorg tot een jongen wiens vriendin ongeneeslijk ziek is.
De zorg staat zwaar onder druk. De problemen herkent iedereen – de vergrijzing, het personeelstekort, de doorgeslagen marktwerking, de bureaucratie. De rode draad vanavond? Dat we niet lijdzaam moeten afwachten. Maar dat we nu al kunnen beginnen met beter luisteren naar mensen, gerichter kunnen samenwerken en meer eigen regie kunnen pakken.
Onder de noemer van het actieplan Samen Vooruit organiseren GroenLinks-PvdA een reeks gesprekken over maatschappelijke onderwerpen. Dit verslag vormt een ingekorte versie van alle persoonlijke verhalen en meningen die gedeeld werden. Deze vertegenwoordigen niet per se het standpunt van GroenLinks-PvdA. Ze zijn bedoeld om de visie van GroenLinks en PvdA te verrijken, nieuwe oplossingen aan te dragen en de partijen uit te dagen.
Wat wil de cliënt?
Zorgvernieuwer, schrijver en verpleegkundige Teun Toebes trapt de avond af met een statement. De zorg reflecteert volgens hem wat we als samenleving belangrijk vinden: risicovermijding en veiligheid. En daarbij lopen we tegen grenzen aan. “We hebben een van de rijkste zorgstelsels ter wereld en toch ervaren we altijd schaarste.”
Alles wordt gemedicaliseerd, merkte hij toen hij 3,5 jaar lang vrijwillig in een gesloten verpleeghuis voor mensen met dementie woonde. Bestaat er een kans op vallen? Dan komt er een rolstoel. Kan iemand zich verslikken? Dan volgt sliktherapie. “We hebben zoveel specialisaties en middelen, maar niemand stelt de vraag: is dit wat de cliënt wil? We zien mensen als doelgroep, niet als individu.” Het gebeurt allemaal met de beste bedoelingen, weet Toebes. “Maar alleen goede bedoelingen leiden niet tot meer kwaliteit van leven.”
Meer investeringen
GroenLinks-raadslid in Breda, Marieke Wulffraat, schetst de effecten van de decentralisatie sinds 2015. Kortere lijnen, werken vanuit vertrouwen – dat was de belofte. Wat zien we tien jaar later? De wachtlijsten zijn hoog, de controle is groot, de marktwerking enorm. Ze pleit daarom voor minder bureaucratie, meer maatwerk en een andere blik op preventie. “Dat wordt nu vaak ingezet als verkapte bezuinigingsmaatregel, maar vraagt juist om investeringen. Zorg mag gewoon geld kosten. Op de lange termijn levert dat geld op.”
Wulffraat heeft zelf ruim 35 jaar ervaring in de jeugdzorg en is kritisch op de gevolgen van onze prestatiemaatschappij. “Niet elk kind met piekergedachten hoeft een zorgtraject in. Of heeft huiswerkbegeleiding nodig. Hobbels horen bij het leven.” Laten we dus accepteren dat iets soms even niet lukt, is haar oproep. En beter kijken wie de zorg het hardst nodig heeft.
Succesvol project
Het verhaal van Youri Berends – forensisch psychiater en covoorzitter van het GroenLinks-PvdA Netwerk Zorg – sluit hierop aan. “Nu krijgen de best gebekten de meeste zorg. Daardoor groeien de sociaal-economische gezondheidsverschillen nog meer.” Hij wijst op het succesvolle project ‘Proeftuin De Ruwaar’ in Oss, dat laat zien hoe het anders kan. Daar besteden zorgverleners 30% van hun tijd aan patiënten die niet bij een instelling staan ingeschreven, en vaak niet eens verzekerd zijn. Het gevolg: minder psychiatrische opnames en lagere kosten.
Berends krijgt van de moderator de vraag welke perverse prikkels hij als minister van Gezondheidszorg als eerst zou afschaffen. “Het hele zorgsysteem bestaat uit perverse prikkels”, is zijn antwoord. “Maar ik zou beginnen bij de allerkwetsbaarsten. Want die vallen in het huidige systeem buiten de boot.”
Kritischer zijn
Vervolgens gaat het gesprek over de rol van bedrijven en aandeelhouders in de zorg. Die is volgens universitair docent Jan-Luuk Hoff onvoldoende zichtbaar. Wie bezit het vastgoed? Wie zit er achter de technologie? “Daar moeten we kritischer op zijn.”
GroenLinks-PvdA-Kamerlid Julian Bushoff richt zich tot zijn kringgenoten: wie heeft er dagelijks te maken met private equity-partijen? Een paar mensen steken hun hand op. “En dat terwijl bijna iedereen naar de huisarts of tandarts gaat. Die zouden zomaar opgekocht kunnen zijn door een investeerder met één doel: winst maken.” Dat winststreven zorgt ervoor dat de focus gaat naar lichte zorg waar makkelijk geld wordt verdiend, in plaats van naar de zwaardere problematiek. Zijn pleidooi richt zich vooral op de politiek: laat het belang van aandeelhouders niet doorslaggevend zijn.
Meer middelen voor gemeenten
Als alle sprekers aan het woord zijn geweest, stelt een van de deelnemers voor om de onderwerpen met elkaar te verbinden. “We moeten de gemeente sterker maken”, zegt hij. “Trek de zorg het sociale domein in.” Daar is Bushoff het mee eens, maar daar moeten gemeenten wel de middelen voor krijgen.
Is de decentralisatie dan mislukt? Daarover is niet iedereen in de zaal het eens. Wulffraat vindt het een gevaarlijke uitspraak. “Maar nu ligt er te veel druk bij de zorgverleners, dat is duidelijk. Ze vallen bij bosjes uit.” Haar oproep: we moeten het vertrouwen in elkaar weer terugvinden.
Daar heeft iedereen een rol in, volgens Bushoff. Soms gaat er iets mis, en loopt een bewoner bijvoorbeeld weg uit een instelling. “Geen enkele zorgverlener laat dat doorgaans zomaar gebeuren. En toch roepen we allemaal hard: hoe hád dit kunnen gebeuren?” De politiek is dan weer verantwoordelijk voor duidelijke kaders en regels.
Eerst buurten, dan zorgen
Een jongere deelnemer is benieuwd wat hij nú al kan doen om impact te maken. Waarop Bushoff vertelt hoe zijn moeder één dag per week vrijwillig gaat wandelen met mensen. Dat draagt enorm bij aan hun kwaliteit van leven.
Die aandacht en ruimte zou er ook moeten zijn in het niet-vrijwillige werk, vindt een gepensioneerde verpleegkundige. Ze pleit dan ook voor meer eigen regie voor de zorgprofessionals. “Wij weten het beste wat onze cliënten nodig hebben.” De laatste jaren werkte ze bij BuurtZorg. Daar was het motto: eerst buurten, dan zorgen. “Als je mensen laat vertellen waar ze mee zitten, hebben ze minder zorg nodig.”
Daar haakt Toebes op in: “Maar is die ruimte er niet? Of némen we die ruimte niet? Zijn al die voedingslijsten en protocollen echt nodig?” Veel aanwezigen knikken instemmend.
De samenwerking in de wijk is cruciaal, blijkt uit meerdere hoopvolle verhalen. “Ik heb korte lijntjes met de vaste thuiszorgmedewerker in onze wijk”, zegt een huisarts. “Tijdens mijn spreekuur verwijs ik makkelijk naar haar door. Dat is zo belangrijk.”
Samenredzaam
Er komen zoveel persoonlijke verhalen en ideeën aan bod dat er geen tijd meer is voor de tweede ronde. Afsluitend krijgen de sprekers nog de praktische vraag: wat kunnen we zelf nou doen om de zorg te verbeteren?
De oproep van Hoff: spreek je uit, bemoei je met beleid en ga het gesprek aan – binnen een organisatie, maar ook in je eigen omgeving. “De mensen die dat doen, zorgen uiteindelijk voor verandering.”
Berends denkt dat de winst zit in preventie, en in een herwaardering van traagheid. “Het lijkt soms alsof we in een speedboot zitten met de succesvolle mensen voorin. Aan de achterkant vallen er mensen af. We gooien nu een reddingsboei uit. Maar kunnen we niet langzamer gaan varen?”
Wulffraat vraagt tot slot nog aandacht voor een van haar favoriete woorden: ‘samenredzaamheid’. “Niemand is zelfredzaam, we zijn allemaal samen redzaam. Bouw aan je sociale netwerk en vraag je buurman of buurvrouw hoe het gaat.” Daar is Teun Toebes het van harte mee eens. “Samenleven is niet stoffig, maar sexy.”
Bouwstenen voor een beter zorgstelsel
Tijdens deze avond kwamen veel belangrijke aandachtspunten voor een sterke groene en sociale beweging aan bod. Hieronder een selectie:
- Welzijn en kwaliteit van leven moeten voorop staan.
- Zorgprofessionals verdienen meer zeggenschap over hun eigen werk.
- Mensen moeten regie kunnen houden over hun eigen leven.
- We moeten af van het streven naar winst op de korte termijn.
- Laten we in plaats daarvan radicaal investeren in preventie.
- Geef kinderen een grotere stem.
- Gemeenten verdienen meer ondersteuning, samenwerking in de wijk is cruciaal.
- De prioriteit moet naar de allerkwetsbaarsten, die de hulp het hardst nodig hebben.